Vanaf 15 juli 2024 zijn de ministers en staatssecretarissen van de federale regering verplicht gedurende hun hele ambtstermijn een geactualiseerde lijst met de namen en functies van de leden van hun beleidsorganen ter beschikking te stellen van het grote publiek. Het gaat om een nieuwe maatregel in strijd tegen corruptie binnen de regering. Eén van de vele hervormingen die wordt doorgevoerd bij de herziening van de Wet Openbaarheid van Bestuur. Voortaan zijn ook de provincies en de gemeenten, de instellingen van openbaar nut, de meergemeentepolitiezones en de hulpverleningszones onderworpen aan de wet wanneer zij federale bevoegdheden uitoefenen.</</b>
Want naast de nieuwe informatieverplichting, zijn er nog tal van andere wijzigingen om meer transparantie te creëren en ervoor te zorgen dat het grote publiek nog beter, duidelijker en efficiënter op de hoogte wordt gehouden van de manier waarop de overheid werkt. Opvallend is bijvoorbeeld de aanzienlijke verruiming van het toepassingsgebied: voortaan zijn ook de provincies en de gemeenten, de instellingen van openbaar nut, de meergemeentepolitiezones en de hulpverleningszones onderworpen aan de wet wanneer zij federale bevoegdheden uitoefenen.
Openbaarheid van Bestuur
Openbaarheid van bestuur kan worden gedefinieerd als ‘een verplichting die op een bestuur rust om documenten of informatie aan het publiek beschikbaar te stellen’.
De
Wet Openbaarheid van Bestuur maakt daarbij een onderscheid tussen
actieve openbaarheid van bestuur en
passieve openbaarheid van bestuur. Actieve openbaarheid van bestuur vormt de juridische basis voor overheidscommunicatie: overheden zijn verplicht om de burger te informeren over hun beleid, regelgeving en dienstverlening. Bij passieve openbaarheid van bestuur neemt de burger zelf het initiatief om bestuursdocumenten bij een bestuur op te vragen.
De Wet Openbaarheid van Bestuur dateert van 11 april 1994 en werd in die 30 jaar nooit fundamenteel gewijzigd. Daar komt nu verandering in. De federale wetgever introduceert een aantal belangrijke wijzigingen die voor nog meer transparantie moeten zorgen, de externe controle moet optimaliseren én het vertrouwen van burgers in de overheden moet versterken. Zaken die moeten bijdragen aan de strijd tegen corruptie binnen de overheden. De wijzigingen hebben concreet betrekking op de verruiming van het personeel toepassingsgebied, het concretiseren van de actieve openbaarheid en het optimaliseren en verduidelijken van de uitzonderingsgronden die van toepassing kunnen zijn in het kader van een passief verzoek tot openbaarheid van bestuur.
Bij de herziening is rekening gehouden met de aanbevelingen die de GRECO (de ‘Group of States against Corruption’, het orgaan voor de bestrijding van corruptie van de Raad van Europa) een tijdje geleden deed na afronding van de 5e evaluatiecyclus ‘Het voorkomen van corruptie en het bevorderen van de integriteit binnen de centrale regeringen (hoge functies van de uitvoerende macht) en de politiediensten’.
Administratieve instanties
De wetgever sleutelt aan het toepassingsgebied van de wet. Hij doet dat door de definitie van een administratieve overheid te vervangen door de ruimere definitie van de administratieve instantie.
Daaronder vallen nog steeds de administratieve overheden die al onderworpen waren aan de Wet Openbaarheid van bestuur, maar ook de provincies en de gemeenten, de instellingen van openbaar nut, de meergemeentepolitiezones en de hulpverleningszones wanneer zij federale bevoegdheden uitoefenen én de beleidsorganen van de federale regering. Met dit laatste worden voornamelijk de zogeheten ministeriële kabinetten en de kabinetten van de staatssecretarissen bedoeld.
Geactualiseerde lijst
Vanaf 15 juli 2024 zijn alle ministers en alle staatssecretarissen van de federale regering verplicht om gedurende hun hele ambtstermijn een geactualiseerde lijst met de namen en functies van de leden van hun beleidsorganen digitaal ter beschikking te stellen van het grote publiek.
Verplichtingen m.b.t. actieve openbaarheid van administratieve instanties
De GRECO heeft vastgesteld dat de actieve openbaarheid, en meer bepaald ‘het proactieve karakter van de publicatie van informatie op het internet en de praktijk van het verlenen van toegang tot administratieve documenten tussen de federale overheidsdiensten’ sterk verschillen tussen de verscheidene bestuursniveaus. Bovendien zou er sprake zijn van een beperktere mate van actieve openbaarheid door de federale overheidsdiensten. Daarom concretiseert de wet voortaan de precieze verplichtingen die voor de federale administratieve instanties onder de actieve openbaarheid vallen.
De federale administratieve instanties
• | informeren de burgers over de federale regelgeving en in het bijzonder over de daaruit voortvloeiende rechten en plichten; |
• | geven op eigen initiatief informatie over hun beleid, regelgeving en dienstverlening, telkens wanneer dat nuttig, belangrijk of noodzakelijk is; en |
• | stellen gedurende 4 jaar de in de wet opgelijste documenten, de inventarissen en de zoekmachines m.b.t. hun opdrachten en bevoegdheden ter beschikking via hun website. |
De wetgever bepaalt telkens de procedure voor de toepassing van deze verplichtingen, met specifieke regels voor de bescherming van persoonsgegevens.