Een vraag? Een suggestie?
Tel.: 015 78 7600
Mail: klant.BE@wolterskluwer.com
Vul het formulier in


Verkeersvademecum 2023 (NIEUW)



In editie 2023 van het Verkeersvademecum werden alle wetswijzigingen verwerkt tot en met 1 december 2022. U kunt het boek meteen bestellen via onze webshop, waar u ook een overzicht vindt van de verwerkte wetswijzigingen.

Interventiezakboekje 2023 (NIEUW)



Het Interventiezakboekje 2023 bestaat uit 73 alfabetisch geordende fiches. Zij geven uitleg over de wettelijke en bestuurlijke aspecten van verschillende soorten interventies. U kunt het boek meteen bestellen via onze webshop.
 

Zakboekje strafrecht 2022



Het Zakboekje Strafrecht is een onmisbaar werkinstrument voor iedereen die beroepshalve met het strafrecht omgaat. Voor politieambtenaren onmisbaar om betrouwbare pv’s op te stellen. U kunt het boek meteen bestellen via onze webshop.

Wetboek wegverkeer en wegvervoer



Het Wetboek wegverkeer en wegvervoer bevat alle belangrijke verkeersgerelateerde wetteksten die van toepassing zijn in Vlaanderen. Daardoor is het boek een onmisbaar werkinstrument voor de dagelijkse politiepraktijk en tijdens de politionele opleidingen. U kunt het wetboek meteen bestellen via onze webshop.

Tot 20% korting op onze politiepublicaties

Wolters Kluwer heeft een uitgebreid gamma aan zakboekjes over politiethema's: o.a. verkeer, interventie, politiestatuut, strafrecht en milieuhandhaving. Bekijk het volledige aanbod in onze webshop en krijg tot 20% korting bij de aankoop van meerdere exemplaren voor uw korps of dienst.

Galant: ‘Niet nodig om wetgeving voor tunen van voertuigen aan te passen’

Nieuws - 07/10/2015
-
Auteur 
Tom Depla


Federaal minister van Mobiliteit Jacqueline Galant is niet van plan om de bestaande wetgeving voor het ombouwen van voertuigen te wijzigen. Dat maakte ze duidelijk in haar antwoord op een parlementaire vraag over het tunen van voertuigen. Ze legde daarbij ook uit waarom bepaalde ombouwingen die de veiligheid van het voertuig zouden kunnen verhogen of de uitstoot van schadelijke stoffen verlagen, niet toegelaten zijn zonder toestemming van de fabrikant van het voertuig.

Hieronder vindt u de integrale weergave van de vragen die Kamerlid Jan Penris stelde (vetjes gezet) en de antwoorden die de minister daarop gaf.

Ik werd gecontacteerd door een vereniging van eigenaars van getunede voertuigen. Zij organiseren een actie in Ninove om de onduidelijkheid in de wetgeving met betrekking tot deze auto's aan te klagen. Waarom is het verboden aanpassingen uit te voeren aan de wagen die bijdragen tot een verhoogde veiligheid (bijvoorbeeld: stalen remleidingen, big brake kit of hardere ophangingsrubbers)?
Opdat de voertuigen in een lidstaat van de Europese Unie kunnen worden ingeschreven, moeten zij een goedkeuring verkrijgen, of het nu een type- of individuele goedkeuring is. Hiervoor hebben de fabrikanten van deze voertuigen eerst prototypes moeten bouwen die werden onderworpen aan verschillende tests geregeld bij Europese deelrichtlijnen, waarvan de referenties zijn opgenomen in de richtlijn 2007/46/EG tot vaststelling van een kader voor de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (kaderrichtlijn). Vervolgens moet de productie van de voertuigen in overeenstemming zijn met de prototypes en wordt een controle van de overeenstemming ingevoerd. Het is om hogervermelde redenen dat elke ombouwing die op een dergelijke wijze aan een voertuig wordt uitgevoerd dat het niet meer overeenstemt met het goedkeuringscertificaat, door een afwijking op dit laatste wordt geconcretiseerd. Onder verbouwingen verstaat men grondige veranderingen, bijvoorbeeld, ter hoogte van de stuurinrichting, het ophangings-, uitlaat- of remsysteem, of fundamentele veranderingen aan het chassis of het zelfdragend koetswerk, die strijdig zijn met het bestaande goedkeuringscertificaat, proces-verbaal van goedkeuring (PVG) of certificaat van overeenstemming (C.O.C.). Als de ombouwing wordt uitgevoerd door een andere persoon dan de fabrikant of zijn gemachtigde, wordt de aanvraag enkel met de toestemming van deze fabrikant of van zijn gemachtigde in acht genomen. De reden van deze reglementering is net de veiligheid, zelfs indien bepaalde onderdelen op zich "veiliger" kunnen lijken, zal dit misschien niet het geval zijn wanneer ze met andere elementen worden gecombineerd en op verschillende voertuigen worden gemonteerd.

Waarom mag men een wagen (van bijvoorbeeld tien jaar oud) niet aanpassen aan de nieuwe technologieën die je terug vindt in de moderne wagens, terwijl deze aanpassingen op hun beurt bijdragen tot de veiligheid van de oudere wagen en de uitstoot aanzienlijk doen dalen (bijvoorbeeld: het plaatsen van nieuwe injectoren of nieuwe ecu (engine control unit), die de inspuiting veel miniemer kan afregelen, waardoor CO2- en NOx-gassen aanzienlijk verkleind worden?
Om dezelfde voornoemde redenen mag een voertuig zonder wijziging van zijn goedkeuring niet worden omgebouwd.

Waarom moet er bij het monteren van verlagingsveren of dergelijke een attest geleverd worden van de montage door een erkend garagist, terwijl bij het plaatsen van de originele veren dit helemaal niet nodig is?
Conform de ministeriële omzendbrief van 19 maart 2004 betreffende de verlaagde voertuigen (categorie M1), moet er een montagegetuigschrift door een garagist worden ingevuld, maar de garage moet niet erkend zijn om dit getuigschrift op te stellen. Het montagegetuigschrift voor de verlaging van een voertuig is nuttig omdat het een gecertificeerde verklaring geeft van de garage dat het op het voertuig gemonteerde materiaal niet werd omgebouwd en dat het werd gemonteerd volgens de regels van de kunst, wat de garagist verantwoordelijk maakt. Het getuigschrift is niet noodzakelijk wanneer origineel materiaal op het voertuig wordt gemonteerd, aangezien de fabrikant van het voertuig reeds zijn verantwoordelijkheden voor dit materiaal heeft genomen.

Waarom is het in EU-buurlanden mogelijk allerlei aanpassingen uit te voeren en alsnog legaal de weg op te kunnen, dankzij de mogelijkheid dit te laten legaliseren en waarom hier niet?
In België is het ook mogelijk om verschillende aanpassingen uit te voeren zonder daarom het goedkeuringscertificaat te moeten wijzigen. Deze mogelijkheden worden in de ministeriële omzendbrief van 12 maart 2010 betreffende bepaalde omgebouwde voertuigen vermeld. De in deze omzendbrief bepaalde goedkeuringsprocedures beogen de vaststelling van de overeenstemming van de ombouwingen of van de onderdelen, aan de hand van een document dat aan het keuringsstation moet worden voorgelegd.

Kan de wetgeving niet aangepast worden zodat diegenen die aanpassingen uitvoeren aan de wagen/motor hun wagen kunnen legaliseren en hierdoor volledig in orde zijn?
Het is niet nodig om de van kracht zijnde wetgeving, die reeds de verschillende toegestane gevallen en de verboden gevallen zoals vastgelegd in de ministeriële omzendbrief van 12 maart 2010, bepaalt, nogmaals te wijzigen. 

Waarom mag de ophanging van de wagen van spiraalveren en schokdempers niet worden omgebouwd naar luchtvering (air-ride), terwijl dit in onze buurlanden totaal geen probleem is?
De reden waarom de pneumatische ophanging type "air-ride" niet wordt goedgekeurd, is dat de voertuigfabrikanten zelf weigeren om hun toestemming te geven voor een dergelijke wijziging, aangezien dit het gedrag van het voertuig beïnvloedt.

Waarom eist België nog altijd een individuele goedkeuring als men een niet-Europese wagen die reeds voor het importeren naar België al in een Europees land is ingeschreven geweest?
Als de goedkeuring van het voertuig Europees is, dan is het logisch om niets te eisen wanneer dit voertuig vanuit een andere lidstaat van de Europese Unie wordt ingevoerd. Indien het voertuig daarentegen geen Europees goedkeuringscertificaat heeft, moet het minstens een individueel goedkeuringscertificaat hebben om te kunnen worden ingeschreven. Hierdoor kan men zich ervan vergewissen dat het voertuig veilig is, aangezien de eisen van een individuele goedkeuring per lidstaat kunnen verschillen.

Bron: schriftelijke vraag nr. 519 van volksvertegenwoordiger Jan Penris van 12 juni 2015 aan minister van Mobiliteit Jacqueline Galant, over ‘Het tunen van voertuigen’, Bulletin nr. 43, Kamer van Volksvertegenwoordigers, 21 september 2015.