De politie moet de taalwetgeving respecteren. Officiële communicatie, processen-verbaal, de officiële vaststelling van feiten, enz. moeten in Vlaanderen altijd in het Nederlands gebeuren. Dat heeft minister Jambon gezegd in de Kamercommissie Binnenlandse Zaken. Al voegt hij hier meteen aan toe dat politiemensen behulpzaam moeten zijn en mensen die het Nederlands niet machtig zijn, verder mogen helpen in een andere taal. Maar dus alleen in niet-officiële communicatie.
Jambon antwoordt daarmee op de vraag hoe politiediensten in het Nederlandstalige landsgedeelte moeten omgaan met anderstaligen. Maar verder dan de mededeling in de Commissie gaat hij niet. Er komt geen rondzendbrief met inlichtingen voor de politiediensten omdat er geen aanwijzingen zijn van een echt probleem, aldus Jambon. Hij geeft ook aan nog geen klachten te hebben ontvangen over de materie. Al is hij wel bereid een klachteninventaris op te vragen bij de Taalcommissie.
Ondanks de mededeling van de minister werd aan het einde van de bespreking een motie van aanbeveling ingediend door parlementslid Barbara Pas. Zij vraagt de minister onder meer om een onderzoek te verrichten in de Vlaamse gemeenten om het taalgebruik met anderstaligen door de politiediensten in kaart te brengen En om via een omzendbrief een draaiboek of richtlijnen ter beschikking te stellen van plaatselijke politiediensten in Vlaanderen over de omgang met anderstaligen voor wat het taalgebruik betreft en dit in volle respect voor de bepalingen van de taalwet in bestuurszaken. Naast deze motie van aanbeveling werd ook een eenvoudige motie ingediend door parlementsleden Sabien Lahaye-Battheu, Koenraad Degroote, Koen Metsu en Franky Demon. Over de moties wordt in principes deze week gestemd.
Bron: interpellatie van Barbara Pas tot minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken over "het taalgebruik door de politie in het eentalig Nederlandse taalgebied" (nr. 33), behandeld in de
Commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt, 29 april 2015.