Definities en toepassingsgebied
Artikel 2 van de wet van 22 december 2009 betreffende een regeling voor rookvrije plaatsen en ter bescherming van de bevolking tegen tabaksrook is gewijzigd.
In de eerste plaats worden winkelgalerijen voortaan vermeld in de beschrijving van de publieke plaatsen.
Vervolgens wordt de definitie van “openbaar vervoer” vervangen door de definitie van “professioneel personenvervoer”, aangezien het nieuwe artikel 3 het verbod om te roken op het openbaar vervoer uitbreidt tot alle professioneel personenvervoer.
De definities van attractiepark, dierentuin, speelterrein, kinderboerderij, sportterrein, woonzorgcentrum, centrum voor kortverblijf, rust- en verzorgingstehuis, kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang en ziekenhuis zijn toegevoegd in artikel 2.
Publiek toegankelijke buitenruimten
Een artikel 3/1 is ingevoegd in de wet van 22 december 2009, dat een rookverbod in de open lucht voorziet op bepaalde plaatsen, namelijk attractieparken, dierentuinen, speelterreinen, kinderboerderijen tijdens de openingsuren en sportterreinen behalve tijdens muziekfestivals die lopen over meerdere opeenvolgende dagen. Er is een verplichting om rookverbodstekens op deze plaatsen te voorzien.
Een rookverbod, binnen een straal van 10 meter, aan in- en uitgangen van woonzorgcentra, centra voor kortverblijf, rust- en verzorgingstehuizen, ziekenhuizen, kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, scholen voor basisonderwijs, secundair onderwijs en hoger onderwijs, academies voor deeltijds kunstonderwijs en openbare bibliotheken is voorzien in een artikel 3/2. Een verplichting om de rookvrije zone te signaleren moet worden voorzien.
De rookzones in openlucht van bovenstaande plaatsen, welke op het moment van inwerkingtreding van de wet van 22 december 2009 reeds bestonden en zich binnen de straal van 10 meter van een ingang of uitgang bevonden, kunnen blijven bestaan tot 31 december 2028.
In het geval van een in- of uitgang in een gevel van minder dan 10 meter in de hierboven vermelde plaatsen geldt de perimeter niet en loopt de rookvrije zone tot aan de grenzen van de gevel.
Deze regels treden in werking op 31 december 2024.
Stations
Een artikel 3/3 is ingevoegd in de wet, dat voorziet dat het rookverbod in de openlucht van stations wordt geregeld door de wet van 27 april 2018 op de politie van de spoorwegen.
Horeca-instellingen
Artikel 6 van de wet wordt uitgebreid om de toegang tot de rookkamer van horeca-instellingen te verbieden voor minderjarigen.
Rookzones
Een artikel 6/1 is ingevoegd in de wet en legt vast dat een uitbater van sportterreinen, attractieparken, dierentuinen, speelterreinen en kinderboerderijen duidelijk afgebakende rookzones in openlucht kan installeren. De rookzone moet uit het zicht liggen en zodanig worden ingericht dat de ongemakken van de rook ten opzichte van de niet-rokers verhinderd worden.
Deze regel treedt in werking op 31 december 2024.
Inwerkingtreding
De wet van 26 maart 2024 treedt in werking op 15 april 2024.