Burgemeesters kunnen op basis van de Nieuwe Gemeentewet een individueel en preventief betogingsverbod opleggen aan (potentiële) relschoppers. Zij het onder strikte voorwaarden. Minister van Binnenlandse Zaken, Annelies Verlinden, legt in een nieuwe omzendbrief uit wat die voorwaarden zijn en hoe de procedure precies in elkaar zit. Het gaat om een aanvulling bij Omzendbrief OOP41 dat de algemene principes van bestuurlijke politie bevat m.b.t. het beheer van evenementen en gebeurtenissen die de openbare orde aanbelangen.
Nieuwe Gemeentewet
Het recht op betogen is een basisrecht dat zowel in de Grondwet als op internationaal niveau wordt gewaarborgd via het recht op vrije meningsuiting (art. 26 GW en art. 10 EVRM) en het recht op vrijheid van vergadering (art. 26 GW en art. 11 EVRM). Maar dat recht is niet absoluut.
Individueel en preventief betogingsverbod
Burgemeesters kunnen op basis van (
artikel 133, eerste lid en
artikel 135§2 van) de Nieuwe Gemeentewet een individueel en preventief betogingsverbod opleggen. Dit betogingsverbod vormt een maatregel van bestuurlijke politie (en geen sanctie) met een preventieve en ordehandhavende doelstelling.
Omdat een individueel betogingsverbod ingrijpt op grondwettelijk gewaarborgde rechten en vrijheden van de burger, moet het ‘met uiterste omzichtigheid’ worden overwogen en opgelegd. Daarbij gelden een aantal strikte voorwaarden.
Voorwaarden
Een burgemeester kan slechts een individueel en preventief betogingsverbod opleggen voor zover voldaan is aan volgende voorwaarden:
• | hij beschikt over informatie die aangeeft dat iemand naar aanleiding van een betoging op het grondgebied van zijn gemeente de orde dreigt te verstoren; |
• | de beslissing van de burgemeester (en dus het opgelegde betogingsverbod) is beperkt tot het grondgebied van zijn gemeente. Ook wanneer een betoging plaatsvindt in meerdere gemeenten; |
• | de beslissing van de burgemeester moet aantonen dat het betogingsverbod wordt opgelegd om de openbare orde te handhaven en de rechten van de burgers te vrijwaren die op een vreedzame manier willen betogen; |
• | het betogingsverbod is geschikt om het beoogde doel van ordehandhaving en rust te bereiken. Er zijn geen andere, minder ingrijpende maatregelen mogelijk |
• | de beslissing van de burgemeester bepaalt op welke geplande betoging het verbod betrekking heeft; |
• | de duurtijd van het betogingsverbod is beperkt tot het bestaan van een risico op ordeverstoring; |
• | de beslissing van de burgemeester is voldoende duidelijk en nauwkeuring gemotiveerd; |
• | de betrokkene (of zijn raadsman) wordt gehoord vóór het nemen van de beslissing. Let wel, deze hoorplicht geldt niet wanneer de betrokkene (of zijn raadsman) zich niet heeft gemeld nadat die is uitgenodigd om zijn verweer schriftelijk of mondeling te doen gelden via aangetekende brief en geen geldige motieven heeft meegegeven voor zijn afwezigheid of verhindering. |
Algemene Nationale Gegevensbank
Het betogingsverbod wordt opgenomen in de ANG van de politie. Dit betekent dat iedere politieambtenaar bij een identiteitscontrole op het terrein onmiddellijk kan nagaan of er een betogingsverbod van kracht is en voor welk gebied het verbod geldt.
GAS
Gemeenten kunnen in hun gemeentereglement een specifieke bepaling voorzien dat overtredingen van het individueel betogingsverbod aanleiding zullen geven tot het opleggen van een gemeentelijke administratieve sanctie (GAS).