Rechters kunnen de herstelexamens na een verval van het recht tot sturen voortaan beperken tot de categorie van voertuigen waarmee de overtreding werd begaan. Een versoepeling die vooral professionele bestuurders meer ademruimte moet geven. Want op basis van de huidige regelgeving zijn mensen met bijvoorbeeld een rijbewijs C (vrachtwagen) of D (bus) verplicht om ook voor deze categorieën herstelexamens af te leggen, zelfs als hen het recht tot sturen is ontzegd omwille van een misdrijf begaan met hun privéwagen waarvoor slechts een rijbewijs B nodig is.
Hoogst behaalde rijbewijs
Wanneer de rechter een verval van het recht tot sturen heeft opgelegd voor àlle categorieën motorvoertuigen, dan is de bestuurder verplicht om de herstelexamens af te leggen ‘voor de hoogste categorie rijbewijs die hij heeft gehaald’. Houders van een rijbewijs voor categorieën C1, C1+E, C, C+E, D1, D+E, D of D+E moeten hun praktisch herstelexamens dus afleggen met een voertuig van categorie C of D. Ook wanneer ze een rijverbod kregen voor een overtreding begaan met hun privéwagen waarvoor rijbewijs B volstaat.
Op basis daarvan worden mensen met een rijbewijs C of D dus strenger gestraft dan mensen met een rijbewijs B. Een situatie waaraan de wetgever nu tegemoet wil komen. Of toch deels. Want de rechter krijgt de mogelijkheid om de herstelexamens te beperken tot de categorie voertuigen waarmee de overtreding werd begaan. Hij is dus niet verplicht om dit te doen. De Wegverkeerswet wordt in die zin aangepast.
RijbewijsKB
In het verlengde van daarvan wordt ook het
RijbewijsKB van 23 maart 1998 gewijzigd. Het besluit stelt nu uitdrukkelijk dat ‘wanneer het praktisch examen werd afgelegd met een voertuig van dezelfde categorie als datgene waarmee de overtreding die heeft geleid tot het verval van het recht tot sturen werd begaan, het rijbewijs waarvan de bestuurder houder is, wordt teruggegeven door de griffier’.
In werking: 9 augustus 2018 (10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad)