Sinds 10 november 2017 is de nieuwe Wet Private en Bijzondere Veiligheid van kracht. Met meer bevoegdheden voor de sector, maar ook strengere controle door de overheid. Een taak die nog steeds toekomt aan de Inspecteurs Private Veiligheid van de Algemene Directie Veiligheid en Preventie bij de FOD Binnenlandse Zaken en de sociaal inspecteurs van de FOD WASO, de RSZ en de RVA in het kader van het Sociaal Strafwetboek. Zij moeten echter formeel gemachtigd worden om toezicht te houden op de toepassing van de wet. Iets waar de federale regering nu werk van maakt.
Om toezicht te houden op de toepassing van de Wet Private en Bijzondere Veiligheid van 2 oktober 2017 en de uitvoeringsbesluiten machtigt ze meer concreet:
• | de ambtenaren en agenten van de Algemene Directie Veiligheid en Preventie bij de FOD Binnenlandse Zaken die met dat doel door de minister van Binnenlandse Zaken worden aangewezen; en |
• | de sociaal inspecteurs van onderstaande diensten en instellingen, bij de uitoefening van hun opdrachten overeenkomstig de bepalingen van het Sociaal Strafwetboek: - | de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de FOD Werkgelegenheid; | - | de Algemene Directie Inspectie van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid; | - | de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. |
|
Opvallend: Het KB treedt niet retroactief in werking op 10 november 2017, de dag waarop de nieuwe Basiswet van kracht werd. Er is geen specifieke datum van inwerkingtreding vastgesteld. De bepalingen worden dus volgens de algemene regel van kracht, 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad. Dat is 4 februari 2018.
Het
KB van 11 september 2014 met de bevoegdheidsregeling op basis van de oude Wet Private en Bijzondere Veiligheid van 10 april 1990 wordt opgeheven.
Bron: Koninklijk besluit van 19 december 2017 betreffende de aanwijzing van de ambtenaren en agenten gemachtigd om toezicht te houden op de toepassing van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid en haar uitvoeringsbesluiten, BS 25 januari 2018.