De Europese lidstaten zijn verplicht om voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren over de weg steekproefsgewijs te onderwerpen aan controles. Ze doen dat volgens de uniforme richtlijnen van de het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie. Die hebben evenwel beslist om de kaderrichtlijn uit 1995 (richtlijn 95/50/EG) die vormgeeft aan de procedures te vervangen door een nieuwe versie. Die bevat geen opvallende nieuwigheden, maar moet wel zorgen voor meer duidelijkheid door een aangepaste structuur en vereenvoudiging van de bepalingen. De basistekst is sinds haar publicatie nu bijna 20 jaar geleden immers herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd dat een codificatie zich opdrong.
De nieuwe kaderrichtlijn – Richtlijn 2022/1999 – treedt in werking op 13 november 2022 (20 dagen na publicatie in het Europees Publicatieblad).
Richtlijn 95/50/EG wordt ingetrokken.
Voor een goed begrip overlopen we nog even kort de kernpunten van de richtlijn. Inhoudelijk zijn die dezelfde dan voorheen.
• | de richtlijn is van toepassing op de controles van de lidstaten op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg met voertuigen die zich op hun grondgebied in het verkeer bevinden of binnenkomen uit een derde land. De bepalingen zijn niet van toepassing op het vervoer van gevaarlijke goederen met voertuigen van de Strijdkrachten; |
• | het begrip ‘controle’ slaat op iedere controle of iedere inspectie, verificatie of formaliteit die door de bevoegde instanties wordt uitgevoerd om redenen die verband houden met de veiligheid van het vervoer van gevaarlijke goederen. |
• | de controles moeten steekproefsgewijs worden uitgevoerd, een voldoende groot deel van het wegennet bestrijken en minstens betrekking hebben op de punten die zijn opgenomen in de controlelijst. De controles kunnen ook plaatshebben in ondernemingen, preventief of wanneer er inbreuken die een gevaar vormen voor de veiligheid van het vervoer, zijn vastgesteld bij een controle langs de weg; |
• | de controles worden uitgevoerd op het grondgebied van een lidstaat volgens (artikel 3 van) Verordening 1100/2008 en (artikel 1 van) Verordening 3912/92; |
• | de richtlijn bevat 5 bijlagen: - | Bijlage I – de controlelijst die tijdens een controle moet worden ingevuld. Een exemplaar van de controlelijst (of een ander opgesteld bewijs) moet aan de bestuurder van het gecontroleerde voertuig worden afgegeven | - | Bijlage II – een lijst en indeling in categorieën van inbreuken. Net als voorheen gaat het om risicocategorieën I, II en III gaande van zeer ernstig naar minder ernstige inbreuken; | - | Bijlage III – het modelformulier dat de lidstaten moeten gebruiken om de Commissie in te lichten over inbreuken en sancties die nationaal geregistreerd zijn | - | Bijlage IV – een overzicht van de ingetrokken richtlijn en de achtereenvolgende wijzigingen ervan en de omzettingstermijnen voor intern recht | - | Bijlage V – de concordantietabel. |
|
• | de lidstaten moeten samenwerken om deze richtlijn efficient ten uitvoer te leggen (o.a. informatie uitwisselen). Ze moeten de commissie ieder ook ieder kalenderjaar een verslag toesturen over de toepassing van de richtlijn. De commissie stuurt op haar beurt om de 3 jaar een verslag over de toepassing van de richtlijn door de lidstaten naar het Europees Parlement en de Raad. |
Bron: Richtlijn (EU) 2022/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende uniforme procedures voor de controle op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (codificatie),Pb. 24 oktober 2022, afl. L274/1.