Vlaanderen creëert een specifiek regelgevend kader voor verkopers van interventiehonden in de Dierenwelzijnswet. Binnen deze nieuwe regels worden ze niet langer beschouwd als ‘kweker-handelaar’ en vervalt de verplichting om zelf 10 nestjes per jaar te kweken vooraleer ze honden mogen verhandelen. Voor veel verkopers al jaren een struikelblok waardoor een tekort aan diensthonden dreigde te ontstaan voor de politiediensten, het leger en de vergunde bewakingsdiensten.
Verkopers van interventiehonden als kweker-handelaar
De juridische kwalificatie als ‘kweker-handelaar’ zorgde voor heel wat praktische problemen bij de verkopers van interventiehonden. De verkopers concentreren zich immers op de aankoop en opleiding van geschikte diensthonden voor de politiediensten, het leger en de vergunde bewakingsdiensten en niet op het zelf fokken van dieren. Iets waar ze volgens de regelgeving wel toe verplicht waren. Volgens het
Kennelbesluit en
de Dierenwelzijnswet van 14 augustus 1986 mag een kweker-handelaar pas dieren verhandelen wanneer hij per jaar minstens 10 nesten kweekt. De meeste verkopers van interventiehonden zijn daar evenwel niet toe bereid waardoor een schaarste dreigt op de markt van interventiehonden. Bovendien loert een zwarte markt aan interventiehonden om de hoek.
De Vlaamse decreetgever wil deze problemen verhelpen en komt met een specifiek regelgevend kader voor de verkopers van interventiehonden in de Dierenwelzijnswet. Met onder meer een wettelijke basis voor de opleidingscentra voor interventiehonden, waarbinnen de verkopers van interventiehonden hun activiteiten van opleiden en verhandelen kunnen uitvoeren en een duidelijke definiëring van de begrippen ‘opleidingscentrum voor interventiehonden’ en ‘interventiehonden’. Voortaan zijn er dus andere regels van toepassing voor verkopers van interventiehonden en handelaars of kwekers van ‘gewone’ honden. Met als belangrijkste notie dat verkopers van interventiehonden zich in eerste instantie concentreren op de aankoop van geschikte diensthonden voor politie, leger en bewakingsdiensten en de opleiding ervan. Ze zijn niet meer verplicht om zelf nesten te kweken om de dieren te verhandelen.
Houden van dieren in weerwil van een gerechtelijk verbod
De decreetgever maakt van de gelegenheid gebruik om een leemte in de dierenwelzijnswetgeving op te vullen: het houden van dieren in weerwil van een gerechtelijk verbod op het houden van dieren, wordt strafbaar gemaakt. Dit betekent meer concreet dat het strafbaar is om dieren te houden wanneer men een gerechtelijk verbod heeft op het houden van dieren. Uiteraard voor zover het gerechtelijk verbod uitvoerbaar is en gedurende de periode dat het gerechtelijk verbod loopt.
In werking: op een datum die de Vlaamse regering bepaalt. Er is dus nog een uitvoeringsbesluit nodig opdat de wijzigingen in werking zouden treden.