Europa heeft werk gemaakt van een nieuwe verordening over grensoverschrijdende geschillen in huwelijkszaken en ouderlijke verantwoordelijkheid. Ze treedt in werking op 1 augustus 2022. De verordening komt in de plaats van de zgn. Brussel IIbis-verordening. Ze bevat geen ingrijpende wijzigingen. Maar de grotere bescherming van kinderen bij kindontvoeringen en bij geschillen over de ouderlijke verantwoordelijkheid valt wel op. De nieuwe regels voorzien onder meer in:
• | een snellere terugkeerprocedure bij kindontvoeringen. Er komen duidelijke termijnen zodat de zaken snel kunnen afgehandeld worden; |
• | de uitbreiding van het hoorrecht van kinderen; |
• | de afschaffing van het exequatur voor alle beslissingen inzake ouderlijke verantwoordelijkheid. In de plaats daarvan komen er wel extra waarborgen bij de tenuitvoerlegging; |
• | een efficiëntere tenuitvoerlegging van beslissingen. De tenuitvoerlegging blijft onder het recht van de staat van tenuitvoerlegging vallen, maar de redenen voor schorsing of weigering van de tenuitvoerlegging worden geharmoniseerd; |
• | een betere samenwerking tussen de centrale autoriteiten van de verschillende lidstaten; |
• | een duidelijke procedure voor de plaatsing van een kind in een andere lidstaat; en |
• | een vereenvoudigde toezending van authentieke akten en buitengerechtelijke overeenkomsten. |
De verordening is van toepassing op de gerechtelijke procedures die zijn ingesteld, de authentieke akten die zijn verleden en de overeenkomsten die zijn geregistreerd op of na 1 augustus 2022.
Bron: Verordening (EU) nr. 2019/1111 van de Raad van 25 juni 2019 betreffende de bevoegdheid, de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en betreffende internationale kinderontvoering, Pb L178, 2 juli 2019