De Raad van State heeft voor de derde keer een deel van het zogenaamde ‘Wegingsbesluit OT3 van de federale politie’ vernietigd. Volgens de Raad is de weging en indeling van de functies ‘jurist geschillen’ en ‘expert jurist geschillen’ binnen de transversale diensten van de Algemene Directie Middelenbeheer en Informatie (DGR) ‘onvoldoende gemotiveerd’.
Geschiedenis herhaalt zich
Ook bij de vorige vernietigingen ten aanzien van de functie ‘strategisch analist’ bij de Centrale Directie van de Bestrijding van de Zware en Georganiseerde Criminaliteit (DJSOC) en de functie ‘adviseur-jurist/screening’ bij het Commissariaat-generaal lag een schending van de materiële motiveringsplicht en het zorgvuldigheidsbeginsel aan de basis. Volgens deze principes moeten beslissingen van dergelijke omvang altijd steunen op ‘werkelijk bestaande en concrete feiten die met de vereiste zorgvuldigheid werden vastgesteld’ en moeten ze steeds ‘voldoende gemotiveerd zijn’. Iets wat in geen van de voorgelegde dossiers het geval is.
Geen info in administratief dossier
Ook dit keer bevat het administratief dossier bij de weging onvoldoende informatie. Normaal gezien moet dit dossier precies aangeven welke motieven aan de grondslag liggen van de scores die aan de wegingscriteria zijn toegekend.
Het administratief dossier voor de weging van de functie ‘jurist geschillen’ en de functie ‘expert jurist geschillen’ bevat echter geen advies van de wegingscommissie noch enig ander stuk waaruit de motieven voor de weging blijken of zouden kunnen worden afgeleid.
Het is dus onvoldoende duidelijk waarom de functie ‘jurist geschillen’ werd ingedeeld in klasse 1 en de functie ‘expert jurist geschillen’ in klasse 2. Meteen ook de reden van huidige verzoek tot vernietiging. De verzoekster tast in het duister over de motieven waarom haar functie als junior (jurist geschillen) werd heringedeeld in klasse 1 (met een lagere verloning tot gevolg) en de functie ‘senior’ (expert jurist geschillen) bij klasse 2. De Raad volgt de verzoeker nu in haar redenering dat er onvoldoende motivering is in het administratief dossier. Bovendien blijkt er ook nog onduidelijkheid te bestaan ten aanzien van de functieprofielen.
Vernietiging
De Raad kan dan ook niet anders dan het MB van 24 februari 2016 te vernietigen ‘in zoverre dit de functies jurist geschillen en expert jurist geschillen weegt en indeelt in respectievelijk klasse 1 en klasse 2’ wegens een schending van de materiële motiveringsplicht en het zorgvuldigheidsbeginsel.