Europees openbaar ministerie
Het Europees openbaar ministerie is een orgaan dat gemachtigd is voor het opsporen, vervolgen en voor de rechter brengen van daders van strafbare feiten die de EU-begroting schaden, zoals fraude, corruptie of ernstige grensoverschrijdende btw-fraude. Het wordt op Europees niveau georganiseerd door verordening 2017/1939, waarvan de omzetting in Belgisch recht meerdere wijzigingen noodzakelijk maakt.
Wijzigingen van het Gerechtelijk Wetboek
Deze wijzigingen hebben tot doel de aanwijzing van gespecialiseerde onderzoeksrechters mogelijk te maken (één per rechtsgebied, behalve in Brussel en in Luik) bij wie de Europese aanklager dossiers aanhangig kan maken om bepaalde onderzoekshandelingen uit te voeren. De onderzoeksrechters blijven andere dossiers behandelen, maar behandelen bij voorrang de Europese dossiers.
Andere aanpassingen bakenen de materiële en territoriale bevoegdheid van het Europees openbaar ministerie af, en meer bepaald van de Belgische Europese aanklager en van de Belgische gedelegeerde Europese aanklagers. De Europese aanklagers en de gedelegeerde Europese aanklagers van de andere betrokken lidstaten hebben immers geen bevoegdheden die uitoefenbaar zijn in het Belgisch systeem. Als een zaak wordt toevertrouwd aan de gedelegeerde Europese aanklager van een andere staat en die in België een onderzoekshandeling wil verrichten, moet hij een verzoek tot samenwerking richten aan de Belgische gedelegeerde aanklager.
De wet houdende diverse bepalingen inzake justitie machtigt overigens de Koning om niet alleen de nadere werkingsregels, maar ook het statuut, de rechtspositie en de wedde van de personeelsleden van de secretariaten van de gedelegeerde Europese aanklagers vast te stellen. Net als de Europese aanklagers die ze bijstaan, moeten deze secretariaten volledig onafhankelijk werken van de bestaande openbare ministeries in de Belgische rechtsorde.
Tot slot is de voorafgaande machtiging van de minister van Justitie niet vereist wanneer een van een derde staat ontvangen ambtelijke opdracht wordt uitgevoerd door de Europese aanklager of de gedelegeerde Europese aanklagers.
Wijzigingen van het Wetboek van Strafvordering
Aan de Belgische gedelegeerde Europese aanklagers worden dezelfde bevoegdheden als de procureur des Konings toegekend. Ze kunnen over het gehele grondgebied van het Rijk alle opsporingshandelingen of handelingen van gerechtelijk onderzoek verrichten of gelasten die tot hun bevoegdheden behoren, en de strafvordering uitoefenen. In dat kader kunnen ze de zaken uitsluitend aanhangig maken bij de gespecialiseerde onderzoeksrechters (bij verhindering kunnen die worden vervangen door de onderzoeksrechters van de rechtbank van eerste aanleg waarvan ze deel uitmaken).
De wetgever stelt ook een prioriteitsorde vast wanneer een politiedienst wegens gelijktijdige verzoeken niet het vereiste personeel en de nodige middelen kan geven aan de Europese aanklager of aan de door hem aangezochte onderzoeksrechter.
Wijzigingen van de algemene wet inzake douane en accijnzen van 18 juli 1977
Aan deze wet worden meerdere aanpassingen aangebracht om de samenwerking te organiseren tussen het Europees openbaar ministerie en de Algemene administratie van de douane en accijnzen. Hiertoe wordt ten minste een ambtenaar aangewezen die onafhankelijk wordt ten opzichte van zijn oorspronkelijke administratie bij de uitvoering van de beslissingen van de permanente kamers van het Europees openbaar ministerie of van de Europese aanklager. Hij verkrijgt de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie van de procureur des Konings en van de arbeidsauditeur.
De wetgever organiseert bovendien de minnelijke schikking bij inbreuken waarvoor het Europees openbaar ministerie bevoegd is.
Inwerkingtreding
Opgelet: deze verschillende wijzigingen treden in werking op 24 februari 2021, maar zijn enkel van toepassing op feiten die na 20 november 2017 werden gepleegd.