De bevoorrading van geldautomaten in supermarkten wordt binnenkort mogelijk niet meer beschouwd als private bewakingsactiviteit volgens de Wet Private en Bijzondere Veiligheid. Een wetsvoorstel dat recent werd ingediend in de Kamer, wil de strenge vereisten schrappen zodat winkeliers opnieuw makkelijker een geldautomaat in hun zaak kunnen plaatsen.
Geldautomaten in winkels
Enkele jaren geleden zagen we ze steeds vaker: winkels met een eigen geldautomaat. Vooral in dorpen en kleinere steden waar de geldautomaten van banken om besparings- of efficiëntiemaatregelen werden verwijderd.
Maar sinds eind 2017 is het aantal geldautomaten in supermarkten en buurtwinkels aanzienlijk gedaald. De meeste handelaars voldeden immers niet aan de voorwaarden uit de Wet Private en Bijzondere Veiligheid en moesten de toestellen buiten werking stellen.
Wettelijke voorwaarden
Momenteel beschouwt artikel 3, 3°d van de Wet Private en Bijzondere Veiligheid van 2 oktober 2017 de bevoorrading van biljettenautomaten buiten bemande kantoren immers als bewakingsactiviteit indien er toegang mogelijk is tot de geldbiljetten/geldcassettes. Er zijn dus tal van wettelijke verplichtingen waaraan moet worden voldaan. Zo mogen de automaten alleen worden bevoorraad door vergunde bewakingsondernemingen en interne bewakingsdiensten waarvan het personeel de nodige attesten (bekwaamheidsattest – beveiligd vervoer) bezit.
Aanpassing Wet Private en Bijzondere Veiligheid
Voor tal van kleinere winkels is dat – vaak om financiële redenen – onhaalbaar. Door een aanpassing van de Wet Private en Bijzondere Veiligheid willen de indieners van het wetsvoorstel handelaars opnieuw de mogelijkheid geven om geldautomaten te plaatsen in hun zaak, op voorwaarde dat ze een reeks veiligheidsmaatregelen respecteren.
De tekst stelt uitdrukkelijk dat de bevoorrading van de geldautomaten (onder bepaalde voorwaarden) niet als interne bewakingsdienst wordt beschouwd. Meer concreet (art. 5): 'Wordt niet als interne bewakingsdienst beschouwd: de bevoorrading van biljettenautomaten die het bedrag van 10.000 euro niet overschrijden, voor zover deze automaten zich bevinden in een afsluitbare binnenruimte en voor zover deze worden bevoorraad door eigen personeelsleden die door de uitbater van de inrichting hiertoe zijn aangeduid, op een ogenblik dat deze ruimte wordt afgesloten en niet voor het publiek toegankelijk is'.
Bron: Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 2 oktober 2017 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid zodat lokale ondernemers op een veilige manier geldautomaten kunnen installeren in hun handelszaak, Parl. St. Kamer 2019, nr. 0419/001.