Bij iedereen die veroordeeld wordt voor een terroristische misdrijf waarop een vrijheidsstraf staat van minstens 5 jaar, zal in de toekomst systematisch ook de terbeschikkingstelling voor de strafuitvoeringsrechtbank worden uitgesproken. Dat is althans de bedoeling van ‘het wetsvoorstel tot wijziging van het Strafwetboek teneinde de terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank uit te breiden tot alle terroristische misdrijven’ dat momenteel voorligt in de Kamer.
De wetswijziging zorgt ervoor dat mensen die veroordeeld zijn voor zware misdrijven met terroristische teneur, systematisch en consequent van nabij opgevolgd en gecontroleerd kunnen worden. Nu worden die veroordeelden op het einde van hun strafuitvoering immers vrijgelaten zonder enige voorwaarde en zonder verplichte controle. Zelfs wanneer via de evaluatiesystemen wordt vastgesteld dat die personen terroristische daden blijven vergoelijken en verheerlijken.
Het wetsvoorstel past artikel 34ter van het Strafwetboek aan zodat de strafuitvoeringsrechtbank zich vóór het verstrijken van de effectieve hoofdstraf stelselmatig zal moeten uitspreken over de tenuitvoerlegging van de bijkomende straf. Bovendien kan ze beslissen om de ter beschikking gestelde veroordeelde van zijn vrijheid te beroven dan wel om hem onder toezicht in vrijheid te stellen, ongeacht of het terroristisch misdrijf de dood heeft veroorzaakt van wie er het slachtoffer van was.
Bron: Wetsvoorstel tot wijziging van het Strafwetboek, teneinde de terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank uit te breiden tot alle terroristische misdrijven, Parl. St.Kamer 2019, nr. 3686/001.