Voortaan moeten àlle verhuurders van brandkasten de verplichtingen uit de Antiwitwaswet naleven. Tot nog toe was de Antiwitwaswet alleen onrechtstreeks van toepassing op financiële ondernemingen die ‘diensten van verhuur van brandkasten’ aanbieden. Maar aangezien ‘verhuurders van brandkasten’ niet als specifieke ‘onderworpen entiteit’ in de wet was opgenomen, vielen andere verhuurders buiten het toepassingsgebied. Denk aan hoteliers die hun gasten kluisjes ter beschikking stellen die door hotelpersoneel worden bewaakt en uitbaters van entrepots met voor het publiek beschikbare safes in een ruimte die bewaakt wordt door zijn personeel. Nu er steeds meer niet-financiële ondernemingen brandkasten verhuren, creëert de wetgever wel een aparte categorie in de Antiwitwaswet zodat àlle verhuurder van kluizen de antiwitwasverplichtingen moeten naleven.
Het toepassingsgebied van de Antiwitwaswet wordt uitgebreid tot ‘de verhuurders van brandkasten’. En meer concreet in België gevestigde entiteiten
| • | |
| • | die niet reeds onderworpen zijn aan de antiwitwasverplichtingen op grond van een gereglementeerde beroepsactiviteit ( punten 1° tot 21° van art. 5 van de Antiwitwaswet.). Denk voor dit laatste aan financiële entiteiten die reeds de AML/CFT-verplichtingen moeten uitvoeren wanneer zij brandkasten te huur aanbieden en onder toezicht staan van de FSMA en de NBB. |
De wet definieert niet wat een ‘brandkast’ is. Maar uit de parlementaire stukken bij de Verzamelwet Economie blijkt dat hiervoor moet worden teruggegrepen naar de betekenis die geduid wordt in een doctrinair naslagwerk over het Wetboek der successierechten. Namelijk ‘elke gepantserde kast met een speciaal slot, gewoonlijk bestemd om kostbaarheden of waardevolle voorwerpen in op te bergen’.
Een verhuurder van brandkasten wordt in de zin van artikel 1021 van het Wetboek der successierechten beschouwd als ‘elke persoon die in een onroerend goed dat hij betrekt de bewaking van meerdere brandkasten op zich neemt waarover derden te welken titel ook de beschikking hebben’. Hieruit wordt afgeleid dat het gaat om
| • | bankfilialen waarvan de lokalen een ruimte of gang met aan klanten verhuurde brandkasten omvatten; |
| • | hoteliers die hun gasten brandkasten ter beschikking stellen die door het hotelpersoneel worden bewaakt (maar er kan niet worden gesproken van “verhuur van een kluis” voor brandkasten die in de kamers zijn geplaatst, zodat alleen de gasten voor de bewaking ervan verantwoordelijk zijn); |
| • | uitbaters van een entrepot met voor het publiek beschikbare brandkasten in een ruimte die speciaal wordt bewaakt of gesurveilleerd door de uitbater of zijn personeel. |
Verhuurders van brandkasten mogen geen anonieme rekeningen of kluizen of rekeningen of kluizen onder valse namen of pseudoniemen openen. Ze nemen alle passende maatregelen om de naleving van dit verbod te verzekeren.
De wetgever maakt de FOD Economie bevoegd voor het toezicht op de toegevoegde activiteit van verhuur van brandkasten.
In werking: de Verzamelwet Economie bevat geen specifieke datum van inwerkingtreding voor hoofdstuk 20 (art. 164-169). De bepalingen treden dus in werking 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad. Dat is 31 maart 2024.
Bron: 9 FEBRUARI 2024. - Wet houdende diverse bepalingen inzake economie,BS 21 maart 2024, bl. 34577 (Hoofdstuk 20).
