De federale regering wil een effectiever terugkeerbeleid: kordaat, humaan en effectief. Met een maximale inzet op vrijwillige terugkeer waar het kan (en doorgedreven begeleiding, ondersteuning en regelmatige opvolging) en gedwongen terugkeer als het moet. De kern van dit nieuwe aanklampende terugkeerbeleid is de individuele begeleiding van mensen die het bevel krijgen om het grondgebied te verlaten. Een ommezwaai met het verleden waarbij vreemdelingen die het land moesten verlaten in de meeste gevallen louter een bevel kregen op papier en de zaak daarmee was afgehandeld. Een hervorming die het in de toekomst gemakkelijker moet maken om mensen die hier illegaal verblijven terug te sturen naar hun land van herkomst. De federale wetgever verankert de basispijlers van het nieuwe aanklampende terugkeerbeleid in de Vreemdelingenwet en de Opvangwet Asielzoekers. Daarin staat onder meer dat de pool van escorteurs voor gedwongen terugkeer wordt uitgebreid naar de leden van het permanent korps van Frontex, het Europees Grens- en kustwachtagentschap, en personeelsleden van de Dienst Vreemdelingenzaken. Deze escorteurs voeren de begeleidingsopdrachten uit onder het gezag en de operationele leiding en coördinatie van een politieambtenaar.
Sleutelelement van het aanklampende terugkeerbeleid is dus de individuele begeleiding van vreemdelingen die het grondgebied moeten verlaten. Die begeleiding vormt een taak van de nieuwe afdeling ICAM of ‘Individual Case Management Support’ bij de Dienst Vreemdelingenzaken.
Hoewel het – net als vandaag – in de eerste plaats de verantwoordelijkheid is van de betrokkene om gehoor te geven aan het bevel om het grondgebied te verlaten, moet de ICAM hen individueel aanmoedigen om ook effectief vrijwillig te vertrekken. Als de betrokkene niet wil meewerken, dan kan – sneller dan nu – worden overgegaan tot een gedwongen repatriëring.
De wetgever voert immers een medewerkingsplicht in. Iedereen die een bevel heeft gekregen om België te verlaten, moet meewerken aan zijn terugkeer. Doen ze dat niet, dan volgt een volgende stap: de gedwongen verwijdering.
De medewerkingsplicht omvat ook medewerking m.b.t. medische onderzoeken. Dat is tijdens de coronapandemie noodzakelijk gebleken omdat vele landen een negatief testresultaat eisten vooraleer iemand mocht inreizen. Als iemand weigerde om de test te ondergaan, kon de geplande verwijdering niet doorgaan. Dat wordt nu vermeden. Als de betrokkene echter simpelweg weigerde die test te ondergaan, kon de geplande verwijdering finaal niet doorgaan. Dat wordt voorkomen met dit wetsontwerp.
De wetgever breidt ook de pool uit van escorteurs voor gedwongen terugkeer. Nu kan alleen de luchtvaartpolitie een gedwongen verwijdering onder escorte uitvoeren. Omdat hun capaciteit beperkt is, wordt de pool uitgebreid naar de leden van het permanent korps van Frontex, het Europees Grens- en kustwachtagentschap, en personeelsleden van de Dienst Vreemdelingenzaken. Deze escorteurs voeren de begeleidingsopdrachten uit onder het gezag en de operationele leiding en coördinatie van een politieambtenaar. Het wettelijk kader voor het gebruik van dwang dat nu al bestaat voor de politie bij zulke opdrachten zal daarbij als leidraad gelden.
Tot slot voorziet de wetgever in de wettelijke verankering van het verbod om minderjarigen vast te houden in gesloten centra.
In werking: 20 juli 2024.
Bron: 12 MEI 2024. - Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en van de wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen inzake het aanklampend terugkeerbeleid,BS 10 juli 2024, bl. 82132.