De personeelsleden van onze politiediensten kregen in juni 2021 extra ruimte om te sporten. Met Omzendbrief 37bis gaf minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden hen onder meer de mogelijkheid om bepaalde sportactiviteiten in hun vrije tijd – onder voorwaarden - als gepresteerde diensturen aan te geven. De tekst wordt nu vervangen door Omzendbrief 37ter die meer details bevat over de regeling. Minister Verlinden wil verwarring en foute interpretaties vermijden.Voorgeschreven of niet door de overheid
De omzendbrief maakt een onderscheid tussen
- sporten die voorgeschreven zijn door de overheid; en
- sporten die niet voorgeschreven zijn door de overheid.
De eerste categorie omvat sport in het kader van
- opleidingsactiviteiten. Met andere worden de sportactiviteiten die zijn opgenomen in de programma's van de basisopleidingen, voortgezette opleidingen en functionele opleidingen. De aanrekening als dienstprestatie van deze sportactiviteiten zit reeds vervat in de in het raam van deze opleidingen toegekende arbeidstijd;
- functionele trainingen. Onder deze categorie vallen de sportoefeningen, oefeningen en trainingen die worden opgelegd in het kader van de organisatie van de dienst en de voorbereiding van de eenheden en/of diensten op de uitoefening van hun operationele opdrachten en dit onder leiding van een specialist geweldsbeheersing.
De aanrekening als dienstprestatie van deze sportactiviteiten zit reeds vervat in de in het raam van deze functionele trainingen toegekende arbeidstijd.
De tweede categorie omvat sportactiviteiten die individueel of in groep worden beoefend op initiatief van het personeelslid of de personeelsleden en die bijdragen tot het onderhouden en/of verbeteren van de fysieke conditie, de gezondheidstoestand en/of de specifieke politionele geschiktheden. De minister maakt daarbij een onderscheid tussen:
- wekelijkse sportactiviteiten;
- sportactiviteit uitgeoefend op een forfaitair aangerekend(e) dag/dagdeel;
- bijkomende sportactiviteit(en) uitgeoefend kort voor of na de dienst of tijdens de middagpauze.
Alleen de wekelijkse sportactiviteiten geven aanleiding tot aanrekening als dienstprestatie. Het ogenblik waarop deze sportactiviteit wordt uitgeoefend (bv. tijdens de diensturen, voor of na de diensturen, 's avonds, in het weekend, enz.) dient steeds vastgelegd te worden rekening houdend met het belang van de dienst.
Bijkomende sportactiviteiten – dat zijn dus sportactiviteiten boven op de wekelijkse sportactiviteit die als dienstprestatie wordt aangerekend – die worden uitgeoefend tijdens de middagpauze of kort voor- of na de dienst mogen NIET als dienstprestatie worden aangerekend. Hetzelfde geldt voor sportactiviteiten uitgeoefend op een forfaitair aangerekende dag of dagdeel. Ook deze sporten kunnen NIET als werkuren worden ingegeven.
Voorafgaande toelating blijft trouwens vereist, voor iedere sportactiviteit. De verantwoordelijke overheid bepaalt de modaliteiten daarvoor op basis van de categorie, de geografische locatie en de tijdsbesteding van de activiteit. Ook aan de uitgesloten sporten wijzigt niets. Gevaarlijke sporten, denksporten en bepaalde behendigheidssporten vallen nog steeds buiten het toepassingsgebied van de omzendbrief.
Erkenning als arbeidsongeval
Minister Verlinden verduidelijkt dat ongevallen tijdens zowel de door de overheid voorgeschreven sportactiviteiten als de niet-voorgeschreven sportactiviteiten aanleiding kunnen geven tot een erkenning van het ongeval als arbeidsongeval mits voldaan is aan de wettelijke voorwaarden van een arbeidsongeval.
Beperkingen
Een aantal activiteiten zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van de omzendbrief, tenzij voorgeschreven of georganiseerd door de verantwoordelijke overheid (zijnde de commissaris-generaal of de door hem aangewezen dienst voor wat de federale politie betreft en de korpschef of de door hem aangewezen dienst voor wat de lokale politie betreft). Het gaat om
- motorsporten;
- lucht- en luchtvaartsporten;
- speleologie, alpinisme, bungeejumpen, rotsklimmen, wild-waterkajakken, vrijduiken, rafting;
- de zogenaamde "denksporten" of "behendigheidssporten", zoals schaken, darts, biljart, kaartspelen, hengelsport, duivensport, enz.
De verantwoordelijke overheid kan op gemotiveerde wijze en op basis van de hiervoor vermelde algemene principes andere sportactiviteiten uitsluiten.
Let op: teambuildingsactiviteiten van sportieve aard mogen niet ingaan tegen de principes vervat in deze ministeriële omzendbrief. De zogenaamde "denksporten" of "behendigheidssporten" die voldoen aan de doelstellingen en de filosofie van een teambuilding zijn wel toegelaten tijdens een teambuildingsactiviteit.
Toepassingsgebied verduidelijkt
Tot slot duidt de minister de categorieën van personen die buiten het toepassingsgebied van de omzendbrief vallen.
Omzendbrief 37bis was van toepassing op ‘alle personeelsleden van de Geïntegreerde politie, statutair en contractueel, die zich in de administratieve stand van dienstactiviteit bevinden, met uitzondering van de personeelsleden die afwezig zijn wegens ziekte of zich bevinden in een stelsel van verminderde prestaties omwille van ziekte of loopbaanonderbreking, arbeidsongeval en beroepsziekte’. Maar die uitzonderingscategorieën bleken onvoldoende accuraat.
Omzendbrief 37ter stelt dan ook dat de tekst niet van toepassing is op personeelsleden
- die afwezig zijn wegens ziekte, al dan niet ingevolge een arbeidsongeval of een beroepsziekte
- zich voltijds in een van deze verloven bevinden:
- moederschaps- of vaderschapsverlof
- borstvoedingsverlof
- ouderschapsverlof
- adoptie- of opvangverlof (m.u.v. pleegverlof)
- profylactisch verlof
- verlof voor opdracht van algemeen belang
- klassieke loopvaanonderbreking
- thematische loopbaanonderbreking
- politiek verlof
- verlof voor het uitoefenen van een ambt bij een secretariaat, de cel algemene beleidscoördinatie of een cel algemeen beleid bij het cabinet van een federaal, gemeenschaps-, gewestelijk, provinciaal of lokaal politiek mandataris of bij het cabinet van een politiek mandataris van de wetgevende macht
- verwijdering van de arbeidsplaats.
Let op! Een sportactiviteit die wordt uitgeoefend op de vaste vrije dag(en) of dagdeel in het kader van de deeltijdse (klassieke of thematische) loopbaanonderbreking, de vierdagenweek met of zonder premie en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar geven geen aanleiding tot een aanrekening als dienstprestatie. Maar ongevallen tijdens deze sportactiviteiten kunnen wel aanleiding geven tot erkenning als arbeidsongeval.
Bron: 25 FEBRUARI 2022. - Ministeriële omzendbrief GPI 37ter betreffende het beoefenen van sport binnen de geïntegreerde politie,BS 17 maart 2022, bl. 21583.