Vanaf 28 januari 2022 is het verboden om zonder expliciete toestemming van de minister van Binnenlandse Zaken foto’s of opnamen (bv. video-opnamen) te maken van Belgische kerncentrales en andere klasse-I-inrichtingen. Ook het verspreiden, verkopen, tentoonstellen of publiceren van deze beelden (of reproducties ervan) is verboden. Overtreders riskeren een gevangenisstraf van 8 dagen tot een jaar en een geldboete van 26 tot 100 euro (vermenigvuldigd met de opdeciemen).
De regels worden daarmee iets strenger dan vandaag. Sinds 1 juni 2020 geldt immers al een verbod op het maken van luchtfoto’s van klasse-I-inrichtingen tenzij men daarvoor de expliciete toestemming kreeg van de minister van Binnenlandse Zaken. Ook het maken van satellietfoto’s waarop klasse I-inrichtingen herkenbaar zijn, is al enkele jaren verboden.
De wetgever gaat nu een stapje verder en verbiedt àlle mogelijke foto’s en opnamen van Belgische klasse-I-inrichtingen. Niet alleen het maken ervan is verboden, ook het publiceren, tentoonstellen, verkopen én verspreiden van de beelden (of reproducties) ervan, is niet meer toegelaten. Maar ook nu kan de minister van Binnenlandse Zaken uitzonderingen toestaan.
Voor de exploitanten van de klasse-I-inrichtingen geldt voortaan een permanente uitzondering. Zij mogen wél foto’s of opnamen maken van hun inrchtingen. Er kunnen bij KB wel voorwaarden worden opgelegd m.b.t. het gebruik en de verspreiding van deze foto’s en opnamen.
In werking: 28 januari 2022
Bron: 19 DECEMBER 2021. - Wet houdende wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot wijziging van de wet van 23 maart 2020 tot wazigmaking van de beelden van nucleaire installaties en kritieke inrichtingen, en tot inperking van het maken of verspreiden van luchtfoto's van die installaties en inrichtingen, in het belang van de openbare veiligheid,BS 18 januari 2022, bl. 1845 (Hoofdstuk 3).