Sportactiviteiten die politiepersoneel op eigen initiatief beoefenen om de fysieke conditie te onderhouden of te verbeteren, kunnen voortaan meetellen als gepresteerde diensturen. Dat staat in de nieuwe Sportomzendbrief GPI 37bis van minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden. Meteen een hele ommezwaai in vergelijking met de bestaande regels uit de bestaande Omzendbrief GPI 37. Die stelde uitdrukkelijk dat alleen sporten die rechtstreeks verband houden met het beroep zelf, zoals schieten, paardrijden of politiehondentrainen, als diensturen kunnen worden beschouwd.
Minister Verlinden wil met de nieuwe regels meer flexibiliteit creëren en politiepersoneel aanzetten om maximaal aan sport te doen. Volgens de minister is regelmatig sporten immers belangrijk voor een goede gezondheid, zowel lichamelijk als mentaal. ‘Het nemen van maatregelen die de beoefening van een sportactiviteit vergemakkelijken en stimuleren, kadert dan ook in de verplichtingen van de werkgever inzake welzijn op het werk’, klinkt het.
Nieuwe sportregels voor geïntegreerde politie
De nieuwe sportregels zijn van toepassing op alle personeelsleden van de geïntegreerde politie, statutair én contractueel, die zich in de administratieve stand van dienstactiviteit bevinden. Met uitzondering van de personeelsleden die afwezig zijn wegens ziekte of zich bevinden in een stelsel van verminderde prestaties omwille van ziekte of loopbaanonderbreking, arbeidsongeval en beroepsziekte.
Sportactiviteiten
De omzendbrief maakt een onderscheid tussen voorgeschreven en niet-voorgeschreven sportactiviteiten:
• | sportactiviteiten voorgeschreven door de overheid: het gaat hier om sportactiviteiten die zijn opgenomen in de programma’s van de basis-, voortgezette- en functionele gespecialiseerde opleidingen, zoals voorzien in de bestaande reglementaire teksten of de daartoe gevalideerde erkenningsdossiers. Deze sportactiviteiten worden altijd aangerekend als dienstprestatie; |
• | niet-voorgeschreven sportactiviteiten: dit zijn de sportactiviteiten die individueel of in groep worden beoefend (in de infrastructuur van de politie of daarbuiten) op initiatief van de personeelsleden zelf en die bijdragen tot het onderhouden en/of verbeteren van de fysieke conditie, gezondheidstoestand en/of de specifieke politionele geschiktheden. Deze kunnen worden toegestaan op voorafgaande beslissing van de verantwoordelijke overheid en volgens de door haar bepaalde modaliteiten (zoals een voorafgaande aanvraag en toelating). |
Activiteiten die worden toegestaan, kunnen dan weer als dienstprestatie worden aangerekend als de bevoegde overheid binnen de lokale of federale politie dat goedkeurt. Maar de sportprestatie opent niet het recht op een toelage voor overuren, weekend- of nachturen. In bepaalde gevallen kunnen ongevallen tijdens deze sportactiviteiten worden gezien als arbeidsongeval.
Bepaalde sporten worden als gevaarlijk beschouwd en vallen niet binnen de regeling voor niet-voorgeschreven sportactiviteiten, bijvoorbeeld motorsporten, bungeejumpen en raften. Maar ook sommige denksporten of behendigheidssporten vallen buiten het toepassingsgebied. Denk aan schaken, biljart en kaartspelen.
Inter-politie competities
Bij nationale of internationale wedstrijden die openstaan voor alle personeelsleden van de geïntegreerde politie, kan de bevoegde overheid één of meerdere personeelsleden aanwijzen om het geheel van het politiekorps te vertegenwoordigen. Een forfaitaire aanrekening van 7.36u per wedstrijddag wordt toegekend.
Jaarlijkse evaluatie
De toepassing van de nieuwe regels zal jaarlijks geëvalueerd worden.