Hoofdinspecteur David Stevens, diensthoofd van de fietsbrigade in de politiezone Brussel Hoofdstad Elsene, is verkozen tot Mobiliteitspersoonlijkheid van 2020. De trofee wordt al voor de zesde keer uitgereikt door het Netwerk Duurzame Mobiliteit, dit jaar voor het eerst in samenwerking met het vakblad Verkeersspecialist. Stevens en zijn collega’s werken al vijftien jaar vanop de fiets aan de verkeersleefbaarheid in de hoofdstad. De bescherming van de actieve weggebruikers en een vlot openbaar vervoer zijn hun prioriteiten. “In 2005 was daar nauwelijks aandacht voor, niet bij de politiek en niet bij de politie. Dat is nu helemaal anders en ik ben trots dat wij daaraan bijdragen.”
Verkeersspecialist had een uitgebreid gesprek met David Stevens. Hieronder kunt u enkele fragmenten lezen.
(Foto: PZ Brussel Hoofdstad Elsene)
De 37-jarige hoofdinspecteur David Stevens is het diensthoofd en het gezicht van de fietsbrigade van Brussel Hoofdstad Elsene. Hij begon als verkeersagent in de politiezone Gent. In 2005 verhuisde hij naar Brussel. Daar maakte hij kennis met de anarchie in het verkeer. Er werd geparkeerd op fiets- en voetpaden, busbanen waren extra rijstroken. De bewustwording van het probleem groeide, in de mobiliteitsplannen van gemeenten en gewest, en bij de politie. De oprichting van de fietsbrigade was een van de maatregelen die toen werden genomen.
Het eerste werkterrein – de centrale lanen in het hart van de stad – is intussen fors uitgebreid. De politiezone Brussel Hoofdstad Elsene heeft een zestigtal agenten op de fiets. Ze zijn verdeeld over vijf fietsbrigades, een voor elke gemeente van de zone: Brussel Stad, Elsene, Laken, Neder-over-Heembeek en Haren. David Stevens is het diensthoofd van het team binnen de verkeerspolitie en gaat zelf nog bijna elke dag met de fiets de baan op in Brussel Stad. “We werken volgens het olievlekprincipe”, zegt hij. “We zijn met één straat begonnen en hebben van daaruit onze actieradius stelselmatig uitgebreid. Intussen zijn we zeer aanwezig in alle gemeenten van de politiezone, maar we coveren zeker nog niet alle straten en wijken. Onze olievlek deint nog altijd uit.”
Hoe pakken jullie een nieuwe straat of wijk aan?
“Het verhaal is overal hetzelfde. We beginnen met sensibilisering. We proberen zoveel mogelijk mensen te bereiken, op straat en via sociale media. We leggen onze visie uit, we lichten onze prioriteiten toe, we maken duidelijk waarom we bepaalde overtredingen willen aanpakken, we verwijzen naar ongevallenstatistieken en naar klachten van buurtbewoners. Na die eerste fase beginnen we effectief te beboeten. Dat zorgt meestal voor een grote gedragsverandering. Iemand raken in de portefeuille heeft het grootste ontradende effect. Een boete moeten betalen voor foutparkeren is voor iedereen zuur, rijk of arm. Maar verkeersleefbaarheid is een werk van lange adem. Dat gaat wijk per wijk, straat per straat, overtreder per overtreder. Breken met een slechte gewoonte vraagt tijd.”
(…)
Welke overtredingen zijn voor de fietsbrigade prioritair?
“De bescherming van de actieve weggebruikers is de absolute prioriteit. Parkeren en rijden op fietspaden en in voetgangerszones buiten de vensteruren, het innemen van de opstelstrook voor fietsers, parkeren op stoepen en aan oversteekplaatsen voor voetgangers, onaangepaste snelheid, dat pakken we aan. Een tweede prioriteit is de doorstroming van het openbaar vervoer. Een busbaan is geen extra rijstrook. Eigenlijk zijn onze speerpunten al vijftien jaar dezelfde en de inwoners van de politiezone kennen die ondertussen wel. We zijn fysiek zeer aanwezig in het straatbeeld, we zijn zeer actief op alle mogelijke sociale media, ook in onze vrije tijd. Dat werkt, we hebben echt impact op de stad. Niet alles is overal al zoals het zou moeten zijn, maar het verschil met 2005 is groot. Met passie en engagement hebben we de situatie al flink kunnen verbeteren, samen met de inwoners, de handelaars en de beleidsmensen.”
(…)
Wat is de aanpak in straten en wijken waar de fietsbrigade al lang actief is? Kan je de teugels daar wat vieren zonder dat de situatie achteruitgaat?
“Waar er handhaving is, gaat het goed. Is er geen handhaving, dan gaat dat ten koste van de verkeersleefbaarheid. Als je de druk ergens verlicht, moet je altijd zichtbaar aanwezig blijven en de meldingen op onder meer sociale media scherp in de gaten blijven houden. Ik noem dat de onderhoudswerken. Hoe groter het gebied waarin je actief bent, hoe moeilijker dat is. Maar we hebben natuurlijk meer mensen dan in de beginjaren, met de lokale fietsbrigades. En we controleren ook gerichter, op plaatsen en tijdstippen waar zich problemen blijven voordoen. We hebben onze tijdvensters uitgebreid. Vroeger waren we van 6 tot 20 uur actief, nu passen we onze diensturen meer aan in functie van het probleem.
Goede terreinkennis is zeer belangrijk, je moet weten wat er gebeurt. Daarvoor werken we heel nauw samen met de inwoners, zij zijn onze ogen op het terrein. Zij zijn 24/24 en 7/7 aanwezig in hun straat, ze zien wat er gebeurt. Door veel te communiceren en de sociale media voortdurend te monitoren, weten we echt wel wat er gaande is. Als het kan, reageren we in real time op foto’s of berichten en spelen zo korter op de bal. Tegelijkertijd schaven we met onze fietsagenten voortdurend aan onze visie en actieplannen.
Ik lig soms letterlijk wakker van de verkeersleefbaarheid: wat kunnen we nog beter doen? Ik sta aan het hoofd van een supergemotiveerd team dat zichzelf voortdurend in vraag stelt. Vorig jaar hadden we een visievergadering met de hele fietsbrigade. Eerst hebben we veertig minuten gekeken en geluisterd naar de filmpjes die inwoners hadden ingestuurd. Wat vinden ze van ons? Wat verwachten ze? Veel mensen kennen ons en onze werking zeer goed.”
(…)
Van de fietsbrigade is gekend dat ze veel boetes uitschrijft, maar toch is haar imago bij de bevolking goed. Hoe verklaar je dat?
“In de beginperiode kregen we wel eens reacties zoals: ‘Zijn jullie gestraft misschien? Mag je niet meer met de auto rijden?’ Vorig jaar las ik een krantenkop ‘Niemand schrijft zoveel boetes uit, maar toch zijn de bikers het populairst’. Dat wil zeggen dat de mensen wel zien en beseffen dat de verkeersleefbaarheid en -veiligheid in Brussel er flink op zijn vooruitgegaan en dat wij daar een rol in hebben gespeeld. Jarenlang is er niets gedaan aan verkeersleefbaarheid, dat leverde een vat aan frustraties op. Dat vat hebben we opengemaakt en zijn we nu aan het leegmaken. Voor bepaalde mensen is hun leven, hun wijk veranderd. Vroeger moesten we soms jaren werken om de situatie in een buurt goed te krijgen, nu volstaat onze aanwezigheid om verandering te brengen. Het is zelfs zo dat er een effect is in straten waar we nog niet controleren. Onze aanwezigheid en ons sterk imago werken zeer preventief.”
(…)
Wat betekent de verkiezing tot mobiliteitspersoonlijkheid van het jaar voor jou en voor de fietsbrigade?
“Het is een mooie erkenning voor vijftien jaar hard werk, voor heel het team, iedereen voor en achter de schermen. Vroeger was verkeer maar verkeer, niet zo heel belangrijk, maar deze verkiezing toont dat we impact hebben. We zien soms korpschefs twijfelen: is een fietsbrigade een soort 101 die overal snel intervenieert of zetten we ze echt in op verkeer? Deze verkiezing ondersteunt onze visie om vol voor verkeersleefbaarheid te gaan.”
Het volledige interview kunt u lezen in het februarinummer (nr. 273) van Verkeersspecialist. Het is voor abonnees ook beschikbaar op Polinfo.be.