Vlaanderen heeft voortaan eigen regelgeving voor de begeleiding van uitzonderlijk vervoer. Vanaf 1 maart 2021 moeten zowel begeleidingsondernemingen als begeleiders aan de erkenningsvoorwaarden uit het Vlaams besluit van 30 oktober 2020 voldoen en niet meer aan de bepalingen m.b.t. de begeleiding van uitzonderlijk vervoer (vergunningsplicht en uitoefeningsvoorwaarden) uit de ‘oude’ wet Private en Bijzondere Veiligheid van 10 april 1990.
Regionalisering
Bij de zesde staatshervorming is het volledige bevoegdheidspakket uitzonderlijk vervoer overgedragen aan de gewesten. Maar een Vlaams kader kwam er niet meteen. Om verwarring te vermijden, verduidelijkte de Raad van State enkele jaren geleden wel dat de bepalingen uit de ‘oude’ wet Private en Bijzondere Veiligheid van 10 april 1990 die verband houden met aangelegenheden die door de Zesde Staatshervorming aan de gewesten zijn overgedragen, van toepassing blijven zolang de gewesten ze niet vervangen hebben.
Daar komt nu definitief verandering in, want de Vlaamse regering is klaar met de nieuwe Vlaamse wetgeving. Op 1 maart 2021 treedt het besluit van 30 oktober 2020 in werking (hier en daar zijn er overgangsbepalingen). In dat besluit bakent de regering af wie in Vlaanderen uitzonderlijk vervoer mag begeleiden en onder welke voorwaarden dat kan. Cruciaal voor begeleidingsondernemingen én begeleiders is de erkenning van het Vlaams Agentschap Wegen en Verkeer.
De Vlaamse regels vervangen de huidige situatie waarbij specifieke certificatie-eisen gelden voor de begeleiders en de een erkenning als bewakingsonderneming verplicht is voor de begeleidingsondernemingen.
Erkenningsvoorwaarden vanaf maart 2021
Het Vlaams Agentschap Wegen en Verkeer zal begeleidingsondernemingen erkennen als ze een onderneming vormen conform het Wetboek van Economisch Recht én een passende burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten.
Begeleiders moeten beschikken over het “bekwaamheidsattest begeleider uitzonderlijk vervoer” om erkend te kunnen worden. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen een begeleider uitzonderlijk vervoer type 1 en een begeleiders uitzonderlijk vervoer type 2. Om het attest te kunnen krijgen, moeten kandidaten type 1 al 3 jaar hun rijbewijs B hebben en het begeleidersexamen uitzonderlijk vervoer met succes hebben afgelegd. Kandidaten type 2 moeten daarnaast ook een stage voltooien bij een erkende begeleidingsonderneming. Meer details over het examen en de stage in een later ministerieel besluit.
Daarnaast zijn er nog specifieke voorwaarden. Begeleiders mogen bijvoorbeeld geen rijverbod hebben gekregen de laatste 3 jaar, enz.
Bron:
30 oktober 2020 - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de erkenningsvoorwaarden van begeleidingsondernemingen en van begeleiders van uitzonderlijk vervoer en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2013 betreffende de bescherming van de verkeersinfrastructuur in geval van uitzonderlijk vervoer, BS 08 december 2020.
Zie ook:
Decreet van 26 april 2019 houdende diverse bepalingen over het mobiliteitsbeleid, de openbare werken en het vervoer, het verkeersveiligheidsbeleid en VVM – De Lijn, BS 24 juni 2019 (art. 28).