Op 31 december 2020 wordt de huidige nationale drone-wetgeving vervangen door nieuwe Europese regelgeving. Verordening 2019/947 zorgt in heel Europa voor dezelfde basisbeginselen om de veiligheid en beveiliging van droneactiviteiten te garanderen én de privacy van burgers te beschermen. Hier en daar werd wat ruimte gelaten voor nationale eigenheden. Het KB waarmee de bepalingen in ons nationaal recht worden opgenomen is op 18 november 2020 in het Belgisch Staatsblad verschenen.
Uniforme basisbeginselen EU
De principes uit
Verordening 2019/947 betekenen een grote ommezwaai voor de dronesector. Maar één van de grootste veranderingen is alvast dat het onderscheid tussen recreatief en professioneel gebruik van drones verdwijnt. Voortaan is het risico van een vlucht doorslaggevend voor de indeling: hoe hoger het risico van een vlucht, hoe strenger de eisen voor piloot en drone. In totaal zullen er 3 categorieën zijn: open, specifiek en certified. Laagrisicovluchten zullen terecht komen in de ‘open’ categorie, bedoeld voor drones tot 25kg waarmee niet in de buurt van mensen wordt gevlogen, in het zicht van de piloot en niet in gecontroleerd luchtruim.
Daarnaast zijn er ook tal van nieuwe verplichtingen zoals de verplichte registratie van iedere dronepiloot, de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor dronepiloten, het verplichte gebruik van het drone ID-systeem voor bepaalde drones, enz.
Omzetting door België
In het KB van 8 november 2020 wordt duidelijk hoe die bepalingen zijn vertaald naar nationaal recht. Vanaf 31 december 2020
• | moeten alle UAS-exploitanten (personen die dronevluchten willen uitvoeren) zich vooraf registreren bij het Directoraat-generaal Luchtvaart van de FOD Mobiliteit en Vervoer (DGLV). Registratie is gratis. Iedere geregistreerde exploitant krijgt een uniek registratienummer. Het DGLV bewaart een registratieregister. Dat kan gebruikt worden voor toezicht en controle, vervolging en sanctionering, samenwerking met andere EU-autoriteiten en statistieken. De gegevens kunnen ter beschikking worden gesteld aan de politiediensten, de FOD’s Binnenlandse Zaken en Justitie |
• | moeten piloten op afstand minstens 14 jaar zijn (m.u.v. speelgoeddrones) om onder bepaalde voorwaarden in de ‘open’ categorie te kunnen vliegen. De leeftijdsgrens binnen de ‘specifieke’ categorie is 16 jaar |
• | moeten piloten die in de ‘open’ categorie willen vliegen, slagen in een opleiding die online wordt aangeboden door de DGLV |
• | moet iedere vlucht worden uitgevoerd conform Verordening 2019/947 |
• | moet iedere exploitant zich adequaat laten verzekeren in functie van het gewicht van zijn drone en de exploitatiecategorie. UAS-exploitanten die uitsluitend in de ‘open’ categorie vliegen, moeten een burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering afsluiten voor lichamelijk letsel en materiele schade aan derden. Als de gebruikte UAS een maximale startmassa van 20kg of meer heeft gelden strengere verzekeringsplichten. |
Vanaf 31 december 2020, met overgangsperiode
Het KB van 8 november 2020 treedt in werking op 31 december 2020. Maar er zijn overgangsbepalingen. Zo behouden de certificaten en vergunningen van bestuurders van een RPA en de verklaringen en toelatingen van klasse 1 hun geldigheid voor alle activiteiten die onder de huidige operationele voorwaarden worden uitgevoerd uiterlijk tot 1 januari 2020.