Omzendbrief GPI bevat algemene richtlijnen voor het dragen van een kogelwerend vest tijdens opdrachten van bestuurlijke en gerechtelijke politie. Minister van Binnenlandse zaken, Verlinden vraagt de politiediensten om de regels zo goed als mogelijk te volgen en te implementeren. Maar ze benadrukt dat de richtlijnen geen enkele verplichting inhouden.De omzendbrief komt er op vraag van de politiezones en federale politiediensten zelf. Tot nog toe bestond er immers geen algemene richtlijn of algemeen beleid voor het dragen van een kogelwerend vest. Met een wirwar aan regels en verwarring tot gevolg.
Richtlijnen vormen leidraad
De omzendbrief is een leidraad. Het gaat louter om indicaties die het de bevoegde korpschefs en directeurs gemakkelijker moeten maken om hun concrete operationele beslissingen te nemen. Ze mogen dus afwijken van de algemene richtlijnen, maar zijn dan wel verplicht om zowel een operationele risicoanalyse uit te voeren als een risicoanalyse m.b.t. welzijn op het werk. De minister vraagt wel om afwijkingen zo veel mogelijk te beperken.
Tot slot geeft ze aan dat de bestaande richtlijnen die door bepaalde lokale politiezones overlegd zijn op de basisoverlegcomités van toepassing blijven.
Omzendbrief geeft geen details
Maar hier stopt het. De precieze aanbevelingen voor het dragen van een kogelwerend vest zijn ‘omwille van het vertrouwelijke karakter van de materie’ niet gepubliceerd. Ook de normen voor het dragen van een kogelwerend vest, zoals het zichtbaar of discreet dragen, blijven geheim.
De omzendbrief geeft wel aan dat het dragen van een kogelwerend vest afhankelijk is van het actuele dreigingsniveau (vastgelegd na dreigingsevaluatie van het OCAD) en het type opdracht dat moet worden uitgevoerd. Met de risicoanalyses als doorslaggevende factor voor de beslissing tot het al dan niet dragen van een vest.
Maar wel uitzonderingen
De minister geeft een aantal situaties mee waarin geen toepassing moet worden gemaakt van de principes uit de omzendbrief. Met name tijdens opdrachten uitgevoerd door de Directie van de Speciale Eenheden of de Bijzondere Bijstand in de Lokale Politie (Omzendbrief GPI 81), tijdens het traject van huis naar de plaats van tewerkstelling en omgekeerd en bij verplaatsingen in burgerkledij met het openbaar vervoer.
In deze situatie maakt de bevoegde korpschef of directeur een risicoanalyse van de meest gepaste maatregelen zonder dat ze daarbij op enige manier gebonden zijn aan de regels uit de omzendbrief.