Vanaf 1 oktober 2020 moeten bestuurders van prioritaire voertuigen de Wegcode niet naleven wanneer ze een dringende opdracht uitvoeren, op een reeks specifieke bepalingen na. Dat staat voortaan uitdrukkelijk in de wet. Het moet meer duidelijkheid scheppen over de positie en mogelijkheden van prioritaire voertuigen in het verkeer om de doorstroming bij noodsituaties te verbeteren.
De huidige regels blijken te beperkend op het terrein. De Wegcode voorziet dan wel in tal van uitzonderingen op de naleving van de Wegcode – zoals de mogelijkheid voor bestuurders van prioritaire voertuigen om bij dringende opdrachten de pechstrook te gebruiken of snelheidsbeperkingen niet na te leven – maar voor heel wat manoeuvres bestaat geen uitdrukkelijke wettelijke basis of is de toepassing ervan niet altijd duidelijk.
Wat zegt de Wegcode voortaan?
De Wegcode wordt daarom aangepast.
Artikel 59.13 stelt nu uitdrukkelijk dat “de bestuurder van een prioritair voertuig dat een dringende opdracht uitvoert de bepalingen van de Wegcode niet moet naleven met uitzondering van
• | |
• | |
• | |
• | |
• | |
• | artikel 35 (verplichtingen m.b.t. veiligheidsgordels en kinderbeveiligingssystemen) |
• | artikel 36 (verplichtingen valhelm en beschermende kledij motorrijders) |
• | artikel 37 (verplichting blauwe knipperlichten en geluidstoestel prioritaire voertuigen) |
• | |
• | artikel 59.1 (verplichting vertonen identiteitskaart bij overtreding) |
indien het gaat om
• | een personeelslid van het operationele kader van de federale en de lokale politie |
• | de veldwachters (bedoeld in artikel 61 van het Veldwetboek) aangesteld door de deputaties van de provincieraden, binnen de grenzen van hun territoriale bevoegdheid |
• | een bestuurder van een voertuig voor dringende medische interventie van de dienst 112 |
• | een bestuurder van een brandweervoertuig |
• | een bestuurder van een voertuig van de Civiele Bescherming |
• | een bestuurder van een voertuig van de veiligheidsdienst van de spoorwegen en de voortuigen voor hulpverlening van Infrabel |
• | een bestuurder van een voertuig voor hulpverlening bij een ernstig incident veroorzaakt door water, gas, elektriciteit of radioactieve stoffen.” |
Dit artikel kan via KB worden aangevuld, gewijzigd, opgeheven of vervangen.
Beperking op gebruik van blauwe knipperlichten
Bestuurders van prioritaire voertuigen moeten niet meer eerst stoppen aan een rood licht vooraleer ze doorrijden. Het volstaat voortaan om ‘met een gematigde snelheid’ voorbij te rijden.
Het gebruik van de blauwe knipperlichten wordt verstrengd. Ze mogen bij niet-dringende opdrachten alleen nog gebruikt worden als de aard van die opdracht dat rechtvaardigt. In de andere gevallen is het gebruik van blauwe knipperlichten bij niet-dringende opdrachten verboden.
Wettekst in Staatsblad anders dan goedgekeurde tekst
Daarin vielen bijvoorbeeld ook bestuurders van de Dienst Opruiming en Vernietiging van Explosieven (DOVO) van Defensie onder de nieuwe regels. En was de categorie bestuurders van voertuigen voor dringende medische interventie van de dienst 112 veel ruimer. De tekst had het over ‘bestuurders van een voertuig voor dringende medische hulpverlening’.
Wordt dus allicht nog vervolgd.
In werking: 1 oktober 2020