Met haar verordening 2020/1056 creëert de Europese Unie een rechtsgrond voor het elektronisch aanleveren van alle wettelijk verplichte informatie tussen de transport- en logistieke ondernemingen enerzijds, en de nationale en Europese autoriteiten anderzijds. Het gaat dan onder meer om informatie over de vrachtprijzen en vervoervoorwaarden, over het vervoerdocument, over het document dat een transport van gevaarlijke goederen begeleidt, over allerlei documenten in uitvoering van internationale vervoerverdragen en over wettelijke informatie die verplicht is op nationaal niveau.
De lidstaten moeten tegen 21 augustus 2021 alle vervoerinformatie die zij op nationaal niveau opleggen, melden aan de Europese Commissie. Voor alle vervoervormen: over land, over water of door de lucht.
Met die informatie vervolledigt de Commissie dan de lijst van gegevens die elektronisch kunnen aangeleverd worden en stelt zij regels op voor de eFTI-platformen, waarbij eFTI staat voor ‘elektronische informatie over goederenvervoer’. De eFTI-platformen moeten gecertificeerd zijn.
De eerste uitvoeringsbepalingen moet klaar zijn tegen 21 februari 2023 en uiterlijk 30 maanden later móeten alle lidstaten de uniforme, elektronisch aangeleverde vervoergegevens aanvaarden.
De Unie dringt er ook op aan dat de nationale autoriteiten tegen dan zelf ook elektronisch zouden communiceren met de ondernemingen uit de vervoersector.
De Unie legt met verordening 2020/1056 geen nieuwe wettelijk verplichte informatie op. De verordening moet wel de digitalisering van het goederenvervoer en de goederenlogistiek aanmoedigen, de administratieve kosten voor de bedrijven verminderen, de handhaving door de nationale instanties verbeteren, en het vervoer efficiënter en duurzamer maken.
Verordening 2020/1056 maakt samen met nog 2 andere verordeningen en een richtlijn deel uit van het nieuwe mobiliteitspakket voor het wegvervoer.
Bron: Verordening (EU) 2020/1056 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2020 inzake elektronische informatie over goederenvervoer, Pb. L249, 31 juli 2020.Extra informatie:- Verordening (EU) 2020/1054 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2020 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006 wat betreft de
minimumeisen voor maximale dagelijkse en wekelijkse rijtijden, minimumonderbrekingen en dagelijkse en wekelijkse rusttijden, en Verordening (EU) nr. 165/2014 wat betreft positionering door middel van tachografen, Pb. L249, 31 juli 2020.
- Verordening (EU) 2020/1055 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2020 houdende wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1071/2009, (EG) nr. 1072/2009 en (EU) nr. 1024/2012 teneinde ze aan te passen aan
ontwikkelingen in de wegvervoersector, Pb. L249, 31 juli 2020.
- Verordening (EU) 2020/1056 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2020 inzake
elektronische informatie over goederenvervoer, Pb. L249, 31 juli 2020.
- Richtlijn (EU) 2020/1057 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2020 tot vaststelling van specifieke regels met betrekking tot Richtlijn 96/71/EG en Richtlijn 2014/67/EU wat betreft de
detachering van bestuurders in de wegvervoersector en tot wijziging van Richtlijn 2006/22/EG wat betreft de handhavingsvoorschriften en Verordening (EU) nr. 1024/2012, Pb. L249, 31 juli 2020.
-
Mobiliteitspakket I betreffende het wegvervoer – Verklaring van de Commissie, Pb. C252, 31 juli 2020.
