Minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem is duidelijk in zijn nieuwe omzendbrief GPI 94 over de coronacrisis: iedere vorm van communicatie over Covid-19 door politiemensen is verboden, tenzij na voorafgaand overleg én uitdrukkelijke goedkeuring van het Nationaal Crisiscentrum. Hij hamert ook op de uniforme toepassing van de federale maatregelen en wijst op het dwingende karakter van de richtlijnen van de ‘Task Force GPI’.
De omzendbrief komt er omdat er bij heel wat diensten vragen, twijfels en verwarring bestaan over de aanpak van de crisissituatie en de toepassing van de federale regels. Logisch bevestigt de minister, maar her en der blijkt “dat er nog ruimte wordt genomen voor eigen interpretaties of uitholling van de tot op heden bepaalde regels, evenals inzake de statutaire gevolgen die hieruit volgen voor de personeelsleden”. En dat is absoluut onverantwoord en zelfs ronduit gevaarlijk, aldus De Crem in zijn brief.
Informatie nalezen
Hij vraagt alle personeelsleden dan ook om de schriftelijke informatie over de crisis die beschikbaar is via het ‘Covid-19-infoportaal’ op WiKiPol – GPI grondig na te lezen en nauwgezet toe te passen. Wie daarna nog vragen heeft, kan terecht bij het federale ‘Contact Center Covid-19’.
Richtlijnen Task Force GPI opvolgen
De Crem benadrukt dat alle richtlijnen die worden uitgevaardigd door de Task Force GPI een dwingend karakter hebben. Hij eist dan ook ”een rigoureuze en ongenuanceerde toepassing binnen alle geledingen van de geïntegreerde politie”. De Task Force zorgt voor een eenduidig beleid binnen de geïntegreerde politie én voor een eenvormige toepassing van alle reglementaire en regelgevende teksten over Covid-19. Het orgaan is ook vertegenwoordigd binnen het federale coördinatiecomité COFECO dat na de afkondiging van het nationale noodplan werd opgericht.
Geen informatie verspreiden op eigen initiatief
Hij wijst er tot slot op dat de externe communicatie over Covid-19 wordt gecoördineerd door het Nationaal Crisiscentrum (discipline 5 – D5). Op eigen initiatief informatie verspreiden is dus niet toegestaan. Elke vorm van externe communicatie is aan voorafgaand overleg en goedkeuring van D5 onderworpen. De minister hoopt dat de omzendbrief bijdraagt “tot een meer rationele communicatie en tot een eenvormig beleid voor de geïntegreerde politie bij de aanpak van de uitzonderlijke situatie van de epidemie”.
Bron: Ministeriële omzendbrief GPI 94 van 30 maart 2020 betreffende de richtlijnen inzake de genomen maatregelen ter bestrijding van het virus COVID-19, BS 1 april 2020.