Normaal gezien is het aan de Brusselse gemeenteraden om politieverordeningen op te maken met maatregelen om de openbare orde te garanderen. Behalve in spoedeisende, onvoorziene omstandigheden, zoals dat nu het geval is door de coronacrisis. Dan kan de burgemeester zelf politieverordeningen opmaken met daarin maatregelen om oproer, kwaadwillige samenscholing, ernstige verstoring van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen in te dijken waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners.
In dat geval moet hij zich niet tot de gemeenteraad wenden. Voorwaarde is wel dat hij de gemeenteraad onmiddellijk op de hoogte brengt van de verordening. De verordeningen vervallen ook meteen wanneer ze niet op de eerstvolgende gemeenteraad worden bekrachtigd.
De beslissingsbevoegdheid van de burgemeester in spoedeisende gevallen vindt zijn basis in
art. 133, 134 en 135 §2 van de Nieuwe Gemeentewet maar Brussels minister van Plaatselijke Besturen Bernard Clerfayt herhaalt het principe naar aanleiding van de coronacrisis in een omzendbrief. Hij gaat ook dieper in op de juridische mogelijkheden om de gemeenteraden zonder of met een beperkter publiek te laten doorgaan of volledig af te gelasten.
Bron: Ministeriële omzenbrief - Covid 19 – van 18 maart 2020 Organisatorische maatregelen in het kader van de gezondheidscrisis- werking van de besluitvormende organen, BS 20 maart 2020.