Het programmadecreet trekt het basistarief van de kilometerheffing voor vrachtwagens op. Het decreet verlaagt anderzijds de gewichtsfactor voor lichte vrachtwagens, maar verhoogt die voor het zwaar vervoer. Vlaanderen wil zo een groter deel van de infrastructuurkosten doorrekenen in de heffing. Zwaardere vrachtwagens brengen immers meer schade toe aan het wegdek dan lichtere vrachtwagens. Op 1 juli 2020 stijgt het basistarief van 11,3 naar 13 eurocent per kilometer.
De gewichtsfactor (G) daalt voor de voertuigen met een maximaal toegestane totaalgewicht (MTM) tot 32 ton, maar stijgt voor de trucks met een MTM van meer dan 32 ton:
De andere factoren die een rol spelen bij de berekening van de kilometerheffing, zoals de euronorm van het voertuig of het tolwegennet, wijzigen niet.
MORA (Mobiliteitsraad Vlaanderen) en SERV (Sociaal-Economische Raad Vlaanderen) adviseerden tegen deze tariefverhoging. Zij pleiten voor de meest efficiënte manier van vrachtvervoer, dus met de grootste vrachtwagens, en vrezen dat het kleinere tariefverschil tussen bestelwagens en lichte vrachtwagens tot een verdere ‘camionettisering’ van het vervoer zal leiden en dus tot meer voertuigen op de weg. Bestelwagens hebben immers geen snelheidsbegrenzer of tachograaf nodig. Zij vallen niet onder de rij- en rusttijdenregeling. En hun chauffeurs hoeven geen verplichte opleiding te volgen.
Bron:
Programmadecreet van 20 december 2019 bij de begroting 2020, BS 30 december 2019, art. 31 en art. 79, eerste lid, 4° PD 2020.
Extra informatie:VCF, art. 2.4.4.0.2.