De regels voor de terbeschikkingstelling van ambtenaren van de fiscale administraties die de federale politie bijstaan in de strijd tegen de georganiseerde economische en financiële criminaliteit, staan in het KB van 23 januari 2007. Een KB van 29 juli 2019 heeft deze regels afgestemd op de invoering van de nieuwe loopbanen en de nieuwe structuur bij de FOD Financiën. De nieuwe regeling treedt in werking op 8 september 2019.
Belangrijkste wijzigingen
De belangrijkste wijzigingen kunnen als volgt worden samengevat:
• | de rangschikkingsregels die gebruikt worden om de orde van voorrang te bepalen van de kandidaten voor een terbeschikkingstelling en de regels die het Directiecomité van de FOD Financiën als gelijkwaardig beschouwt, zijn herschreven; |
• | de bepalingen die betrekking hebben op o.a. het behoud van de rechten van de ter beschikking gestelde ambtenaar binnen de FOD Financiën, zijn rechten bij terugkeer na zijn terbeschikkingstelling, ... werden geherformuleerd in die zin dat er telkens sprake is van de “algemene administratie van oorsprong” i.p.v. de “administratie van oorsprong”; |
• | er is nu voorzien dat, om in aanmerking te komen voor een terbeschikkingstelling, de ambtenaren vast benoemd moeten zijn in het niveau B of in de klasse A1 tot A3 (dus niet meer A4 en hoger) in het niveau A, en dat de terbeschikkingstelling vervroegd kan worden beëindigd bij benoeming in de klasse A4 behoudens andersluidende beslissing van de bevoegde ministers; |
• | de bij de federale politie ter beschikking gestelde ambtenaren moeten hun hoedanigheid van “Officier van Gerechtelijke Politie – Hulpofficier van de Procureur des Konings en van de Arbeidsauditeur” bewijzen met een legitimatiekaart. Het model van deze kaart wordt bij KB vastgelegd. De federale politie reikt de legitimatiekaart uit aan de ter beschikking gestelde ambtenaar; |
• | de evaluatieregels voor de ter beschikking gestelde fiscale ambtenaren, die in het KB van 23 januari 2007 stonden, werden opgeheven. Vanaf 8 september 2019 gelden voor hen de evaluatieregels van het “KB van 24 september 2013 betreffende de evaluatie in het federaal openbaar ambt” ( art. 6). Dat houdt in dat ambtshalve de vermelding “voldoet aan de verwachtingen” wordt toegekend. |
Tuchtregeling ongewijzigd
De tuchtregeling voor deze ter beschikking gestelde ambtenaren, die is opgenomen in
artikel 13 en
14 van het KB van 23 januari 2007, blijft ongewijzigd. De ambtenaren blijven immers onderworpen aan de tuchtregeling die in het “
KB van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel” staat.
Wat betreft de hiërarchische meerdere die bevoegd is om de tuchtprocedure op te starten, is voor hen het “
MB van 30 november 2016 tot aanwijzing, bij de Federale Overheidsdienst Financiën, van de bevoegde hiërarchische meerderen voor de toepassing van artikel 78 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel” van toepassing.
In werking
Het KB van 29 juli 2019 treedt in werking op 8 september 2019.
De procedures tot terbeschikkingstelling, die op 8 september 2019 lopende zijn, worden verder geregeld door de bepalingen die van kracht waren vóór die datum.
Bron:
Koninklijk besluit van 29 juli 2019 tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 januari 2007 tot vaststelling van de regels waarbij ambtenaren van de fiscale administraties ter beschikking worden gesteld van de federale politie teneinde deze bij te staan in de strijd tegen de georganiseerde economische en financiële criminaliteit, BS 29 augustus 2019.Extra informatie:- Zie ook:
-
KB van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, BS 8 oktober 1937.
-
Koninklijk van 23 januari 2007 tot vaststelling van de regels waarbij ambtenaren van de fiscale administraties ter beschikking worden gesteld van de federale politie teneinde deze bij te staan in de strijd tegen de georganiseerde economische en financiële criminaliteit, BS 7 februari 2007.
- Koninklijk besluit van 24 september 2013 betreffende de evaluatie in het federaal openbaar ambt, BS (
art. 6)
-
MB van 30 november 2016 tot aanwijzing, bij de Federale Overheidsdienst Financiën, van de bevoegde hiërarchische meerderen voor de toepassing van artikel 78 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, BS 2 december 2016.