Het interventieteam bij Staatsveiligheid werd opgericht via de
BIM-actualisatiewet van 30 maart 2017 om de personeelsleden, de infrastructuur en de goederen van Staatsveiligheid te beschermen. In het team kunnen zowel ambtenaren van de buitendiensten van Staatsveiligheid als ambtenaren met het personeelsstatuut van het Algemeen Rijkspersoneel (de zogenaamde binnendiensten) aan de slag. Om hun beschermingsopdracht uit te oefenen mogen ze onder meer (onder strikte voorwaarden) mensen fouilleren, hun identiteit controleren, ze vasthouden tot de politie ter plaatse is en gebouwen doorzoeken. Ze mogen onder bepaalde omstandigheden ook geweld én wapens gebruiken. Hoewel dat wapengebruik werd geregeld via de wet van 30 maart 2017, is een aanpassing van het
KB van 26 juni 2002 m.b.t. het voorhanden hebben en het dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de openbare macht nodig opdat de teamleden hun bevoegdheden van bestuurlijke politie, zoals het gebruik van wapens, optimaal én reglementair kunnen uitoefenen.
Tegelijkertijd wordt gezorgd voor een wettelijke grondslag voor het voorhanden hebben van en het dragen van een wapen door ‘de ambtenaren van de binnendiensten van Staatsveiligheid die de functie van technisch veiligheidsbeambte uitoefenen. De agent die deze functie uitoefenen staat in voor de bewaking van het gebouw van de Staatsveiligheid en de personen die zich hier bevinden.
Welke wapens?
Het KB zegt niet welke wapens de betrokken ambtenaren precies mogen dragen. Het is aan de minister van Justitie om dit vast te leggen. Meer concreet zegt het KB ‘de bevoegde overheid moet vooraf de wapens en de munitie bepalen die behoren tot de reglementaire uitrusting én de bepalingen vastleggen m.b.t. het verwerven, het voorhanden hebben, het bewaren, het dragen, het gebruiken en het vervreemden van die wapens en munitie. In het verslag aan de Koning lezen we wel al dat de regering wil dat de ambtenaren met de functie van technisch veiligheidsbeambte minstens een wapenstof of pepperspray moeten kunnen dragen om zich te verdedigen in geval van een incident.
Wapens buitenlandse interventie-eenheden
De regering maakt van de gelegenheid gebruik om een lacune in het KB weg te werken. Met de wet van 19 juli 2018 werd de mogelijkheid gecreëerd voor buitenlandse speciale interventie-eenheden om gebruik te maken va bewapening op het Belgisch grondgebied naar aanleiding van bijzondere omstandigheden. De huidige tekst van het besluit verwijst echter alleen naar internationale wetgeving en bepaalde buitenlandse staten. De regering voegt hier nu de nationale wetgeving aan toe: ‘de politiediensten van een andere Staat die optreden op het Belgisch grondgebied volgens een uitdrukkelijke Belgische wettelijk bepaling of een internationaal rechtsinstrument dat België en de betrokken Staat bindt, waarin bepaald wordt dat deze diensten wapens mogen dragen tijdens de uitvoering van hun respectieve wettelijke opdrachten in België’.