Ons land heeft al heel wat instanties voor de bevordering en de bescherming van de rechten van de mens. Maar al die instanties hebben een gespecialiseerde opdracht waardoor niet alle mensenrechten worden gedekt. Het nieuwe ‘Federaal Instituut voor de bescherming en de bevordering van de rechten van de mens’ moet dat probleem oplossen. Het krijgt een residuaire bevoegdheid zodat alle fundamentele mensenrechten bereikt worden.
Het nieuwe instituut zal zich in een eerste fase richten op zaken die tot de federale bevoegdheid behoren. Maar het is de bedoeling dat het snel wordt geïnterfederaliseerd zodat het ook de rechten van de mens op het niveau van de deelstaten in zijn takenpakket zal krijgen. Dat zal gebeuren via een samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de deelstaten.
Het instituut adviseert de federale regering, het federaal parlement en ander overheidsdiensten over zaken die verband houden met mensenrechten. Het volgt op of ons land zijn internationale verplichtingen rond mensenrechten wel nakomt. Het stimuleert de bekrachtiging van nieuwe internationale mensenrechteninstrumenten. En het sensibiliseert het publiek voor de mensenrechten.
Belangrijk punt: het instituut kan naar de Raad van State en het Grondwettelijk Hof stappen wanneer het vindt dat de normatieve handelingen van de wetgevende of uitvoerende macht de fundamentele rechten schenden. Dit wel alleen binnen de grenzen van zijn residuaire federale bevoegdheden.
Het instituut telt twee organen: een raad van bestuur met 12 mensen uit de academische wereld de gerechtelijke wereld, het maatschappelijk middenveld en de sociale partners. En een overlegraad waarin alle sectorale instanties en het instituut vertegenwoordigd zijn. Deze raad moet het werk van de verschillende sectorale instanties faciliteren en zorgen voor een gecoördineerde aanpak van dossier waarvoor verschillende sectorale instanties bevoegd zijn. Die overlegraad komt er wel pas als het instituut geïnterfederaliseerd wordt. Maar hiervoor is het dus nog wachten op het samenwerkingsakkoord.
De nieuwe wet van 12 mei 2019 is in werking getreden op 1 juli 2019.
Bron: Wet van 12 mei 2019 tot oprichting van een Federaal Instituut voor de bescherming en de bevordering van de rechten van de mens, BS 21 juni 2019