Vanaf 1 mei 2020 zullen houders van een jachtvergunning hun ‘geschiktheid op praktisch en medisch vlak om veilig een vuurwapen te hanteren zonder gevaar voor zichzelf of anderen’ moeten bewijzen vooraleer ze een jachtgeweer (en bijhorende munitie) voorhanden mogen hebben. Hoe de tests er zullen uitzien, wordt later duidelijk.
Het is een van de vereisten uit Europese Wapenrichtlijn 2017/853 die de Belgische wetgever recent heeft omgezet in nationaal recht. Tal van andere nieuwigheden traden op 3 juni 2019 in werking. Sindsdien
• | zijn er 2 nieuwe types van verboden vuurwapens: automatische vuurwapens die zijn omgebouwd tot semiautomatische vuurwapens en lange semiautomatische vuurwapens die kunnen worden ingekort tot een lange van minder dan 60cm zonder functionaliteit te verliezen door middel van een opvouwbare of telescopische kolf of een kolf die kan worden verwijderd zonder gebruik van instrumenten |
• | gelden er uitzonderingen op de nieuwe types verboden wapens voor onder meer erkende wapenhandelaars, erkende wapenverzamelaars, musea en houders van een sportschutterslicentie. Onder strikte voorwaarden. Zo mogen houders van een sportschutterslicentie automatische vuurwapens die zijn omgebouwd tot semiautomatische vuurwapens verwerven en voorhanden hebben als ze bewijzen dat ze actief trainen voor of deelnemen aan erkende schietwedstrijden en een certificaat kunnen voorleggen van een in België officieel erkende schietsportfederatie of een internationale erkende schietsportfederatie waaruit blijkt dat ze gedurende de laatste 12 manden regelmatig getraind hebben en dat het wapen voldoet aan de erkende schietdiscipline |
• | stelt de wapenwet uitdrukkelijk dat vuurwapens die zijn omgebouwd om welbepaalde patronen of stoffen af te vuren niet veranderen van categorie. Zo zal een vergunningsplichtig wapen niet vrij verkrijgbaar worden door het om te vouwen om enkel nog blanke patronen te schieten |
• | is aangifte bij de overheid verplicht bij het uitlenen van een jachtwapen onder houders van een jachtvergunning als de uitleningen langer duren dan een week (in het verleden was dit 1 maand) |
Het gaat om een greep uit de maatregelen ingevoerd via de Verzamelwet Strafzaken van 5 mei 2019.
Bron: Wet van 5 mei 2019 houdende diverse bepalingen in strafzaken en inzake erediensten, en tot wijziging van de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie en van het Sociaal Strafwetboek, BS 24 mei 2019 (art. 151-163).