De politie kan de middelen die ze krijgt uit het federaal Verkeersveiligheidsfonds voortaan ook gebruiken voor structurele uitgaven (investerings-, werkings- en personeelskosten) in het kader van de vaststelling van verkeersinbreuken, de afhandeling of inning van geldboetes of de verwerving van gestandaardiseerd materiaal via gemeenschappelijke aankopen én voor aankopen van goederen voor de federale of lokale politie (in dit geval wordt elke politiezone onmiddellijk eigenaar van de aangekochte goederen).
Tot voor kort moest het geld – een jaarlijkse enveloppe van 13 miljoen euro – worden ingezet om de kosten te dekken van ‘gemeenschappelijke projecten’ die een meer doeltreffende vaststelling van de verkeersinbreuken mogelijk maken, zorgen voor een vlottere afhandeling en snellere inning van de boetes en die de verwerving van gestandaardiseerd materiaal via gemeenschappelijke aankopen ondersteunen. In de loop der jaren zijn de gemeenschappelijke projecten binnen de geïntegreerde politie die ontwikkeld zijn op basis van de bepaling, geëvolueerd en hebben ze een structureel karakter gekregen. Het is dus van belang dat de wetgeving ook toelaat om de middelen te gebruiken voor structurele uitgaven.
Bron: Wet van 28 april 2019 tot wijziging van bepalingen betreffende de geïntegreerde politie, BS 28 mei 2019. (art. 8)Extra informatie: Wet van 6 december 2005 betreffende de verdeling van een deel van de federale ontvangsten inzake verkeersveiligheid, BS 21 december 2005.