Vanaf 2 augustus 2021 moeten onze identiteitskaarten voldoen aan nieuwe Europese beveiligingsnormen. Via Verordening 2019/1157 introduceert Europa uniforme vereisten zowel voor de informatie op de kaarten en de manier waarop ze gemaakt worden als hun geldigheidsduur. Momenteel zijn er grote verschillen tussen de beveiligingsniveaus van de verschillende lidstaten met de nodige risico’s voor identiteits- en reisdocumentfraude. Bovendien zorgt het voor praktische moeilijkheden bij controles.
Beveiligingsnormen voor identiteitskaarten
Identiteitskaarten die lidstaten afgeven moeten binnenkort verplicht worden geproduceerd in het ID-1-model (kredietkaartformaat), dienen een machineleesbare zone te bevatten én moeten voldoen aan de minimumbeveiligingsnormen van de Internationale Burgerluchtvaarorganisatie ICAO.
Op de kaarten moet duidelijk de titel ‘identiteitskaart’ staan of een andere goed ingeburgerde benaming in officiële taal van de afgevende lidstaat én de vermelding ‘identiteitskaart’ in minstens één andere officiële taal van de Unie.
De voorzijde moet de landencode van de afgevende lidstaat vermelden (2 letters) binnen een EU-vlag (‘een door 12 gele sterren omringde blauwe rechthoek’).
Iedere identiteitskaart bevat ‘een opslagmedium’ dat aan de hoogste veiligheidseisen voldoet én dat een gezichtsopname en 2 vingerafdrukbeelden van de houder bevat, in digitaal formaat.
Kids-ID’s
Er zijn specifieke vereisten voor Kids-ID’s. Zo kunnen kinderen onder de 12 jaar worden vrijgesteld van de verplichting om vingerafdrukken te laten nemen. Kinderen onder de 6 jaar zijn sowieso vrijgesteld.
Geldigheid
Identiteitskaarten hebben een minimale geldigheidsduur van 5 jaar en een maximale geldigheidsduur van 10 jaar. Die van minderjarigen zijn 5 jaar geldig.
Lidstaten kunnen aan personen van 70 jaar en ouder identiteitskaarten met een langere geldigheidsduur afleveren.
Kaarten die niet voldoen, vervallen
Bestaande identiteitskaarten die niet voldoen aan de nieuwe normen, vervallen op hun vervaldatum en uiterlijk op 3 augustus 2031. Er zijn wel uitzonderingen.
Gegevensbescherming
De verordening bevat de nodige maatregelen in het kader van de bescherming van persoonsgegevens.
Verblijfsdocumenten
De verordening bevat ook minimumnormen voor de verblijfsdocumenten die aan EU-burgers worden afgegeven en de verblijfskaarten voor niet-EU familieleen van EU-burgers.