Ten laatste op 1 oktober 2020 worden de strafuitvoeringsrechtbanken (SURB’s) bevoegd voor de uitvoering van ‘korte’ gevangenisstraffen (uitvoerend gedeelte niet meer dan 3 jaar). De strafuitvoeringsrechter zal dan ook beslissen over een vervroegde invrijheidstelling, een elektronisch toezicht of een beperkte detentie in deze dossiers.
Nu is de minister van Justitie nog bevoegd en gelden de regels uit de (interne) ministeriële omzendbrief van 17 januari 2005. Daarin staat onder meer dat straffen onder de 6 maanden in principe niet worden uitgevoerd. Straffen tot 3 jaar worden automatisch herleid tot een derde en omgezet in elektronisch toezicht.
Ook kortgestraften naar de cel
Concreet zal vanaf oktober 2020 iedereen die tot meer dan 18 maanden cel wordt veroordeeld, naar de gevangenis moeten. Na een derde van de straf kan de gedetineerde een vervroegde vrijlating vragen (voor recidivisten is dat twee derde). Zes maanden voor de eventuele vervroegde vrijlaten, kan de gedetineerde aan de rechter vragen om de rest van de straf uit te zitten met een enkelband of met beperkte detentie. Beslissingen die allemaal worden genomen door de SURB’s.
Wie veroordeeld wordt tot een celstraf onder de 18 maanden, zal in principe naar de gevangenis moeten. Maar de veroordeelde kan wel onmiddellijk vragen naar een enkelband of beperkte detentie. De strafuitvoeringsrechter zal die vraag beoordelen op basis van de persoonlijkheid van de dader, de kansen op maatschappelijke re-integratie, vluchtgevaar en het gedrag ten opzichte van het slachtoffer.
Procedure
Om langdurige processen te vermijden, zal de procedure schriftelijk verlopen, tenzij de strafuitvoeringsrechter beslist om de veroordeelde te horen. De strafuitvoeringsrechter moet uitspraak doen binnen de maand na ontvangst van het dossier. Als er bijkomende informatie nodig is, kan hij die termijn verlengen met een maand.
Beslist de rechter om de veroordeelde te horen en dus een tegensprekelijke zitting te houden, gelden langere termijnen. De procedure is gelijkaardig aan de procedure die van toepassing is op de veroordeelden met straffen boven de 3 jaar, inclusief de mogelijkheid van het slachtoffer om hier aanwezig te zijn en te worden gehoord door de rechter.
Het Openbaar Ministerie is niet verplicht om voor elk dossier een advies op te stellen.
In werking: datum door de Koning te bepalen, uiterlijk 1 oktober 2020.