De Brusselse regering komt met een verzamelbesluit vol nieuwtjes in verband met de technische keuring van voertuigen. Veelal wijzigingen voor meer efficiëntie en duidelijkheid. Zo worden de prijzen van de keuringen voortaan automatisch geïndexeerd (vroeger was daarvoor een ministerieel besluit nodig) en vermelden de Brusselse keuringsbewijzen nu de Europese begrippen ‘kleine, grote en gevaarlijke gebreken’. Al zijn er ook aanpassingen met meer verregaande gevolgen. Keuringsinstellingen mogen bijvoorbeeld extra personeelskosten aanrekenen bij keuringen op verplaatsingen. Maar denk ook aan de nieuwe minimumvoorschriften betreffende de inhoud van controles en aanbevolen controlemethoden. Een must om gevolg te geven aan de vereisten uit Keuringsrichtlijn 2014/45, onderdeel van ‘The roadworthiness package’ waarmee Europa meer uniformiteit wil brengen in de technische veiligheid van voertuigen en de controle daarop.
Extra kosten bij keuring op verplaatsing
Keuringsinstellingen mogen voortaan extra kosten aanrekenen voor de terbeschikkingstelling van personeel voor keuringen op een keuringslijn op verplaatsing. Hoeveel is afhankelijk van hun prestaties, maar het Brussels gewest hanteert een minimum van 700 euro voor een halve dag en 1.300 euro voor een volledige dag.
Automatische indexering keuringsprijzen
De bedragen die de keuringsinstellingen mogen aanrekenen voor keuringen, worden voortaan elk jaar, in januari, automatisch geïndexeerd in functie van de gezondheidsindex van de maand november van het voorgaande jaar (basisindexcijfer is dat van november 2009). Er is dus geen tweejaarlijks ministerieel besluit meer nodig.
‘Kleine, grote of gevaarlijke’ gebreken
Hoe lang je keuringsbewijs geldt, hangt voortaan af van de eventuele ‘kleine’, ‘grote’ of ‘gevaarlijke’ gebreken die zijn vastgesteld tijdens de keuring. Het Brussels gewest hanteert daarmee de nieuwe, uniforme begrippen op vraag van Europa. De oude criteria zoals ‘het voertuig vertoont technische gebreken die, hoewel ze het niet gevaarlijk maken, van nabij moeten gevolgd worden’ en ‘het voertuig bepaalde tekortkomingen ten opzichte van de reglementaire bepalingen vertoont, waaraan gemakkelijk kan verholpen worden’ zullen dus niet meer worden gebruikt.
Voor voertuigen die geen gebreken vertonen, wordt een keuringsbewijs uitgereikt dat geldt vanaf het tijdstip van de keuring tot de voorziene datum voor de eerstvolgende periodieke keuring. In principe geldt die geldigheidsduur ook wanneer er tijdens de keuring ‘kleine gebreken’ zijn vastgesteld. Dat zijn gebreken die geen belangrijke gevolgen hebben voor de veiligheid van het voertuig of geen gevolgen hebben voor het milieu, en andere kleine vormen van niet-naleving. De geldigheidsduur van het keuringsbewijs wordt evenwel ingekort wanneer er ‘kleine gebreken’ zijn vastgesteld in de vorm van administratieve tekortkomingen of bepaalde vormen van niet-naleving bepaald door de bevoegde instantie.
Zijn er ‘grote gebreken’ vastgesteld – dat zijn gebreken die de veiligheid van het voertuig in gevaar brengen of gevolgen hebben voor het milieu, andere weggebruikers in gevaar brengen en andere belangrijke gevallen van niet-naleving – dan wordt een keuringsbewijs met een geldigheidsduur van 15 dagen uitgereikt.
Bij gevaarlijke gebreken – dat zijn gebreken die een direct en onmiddellijk gevaar voor de verkeersveiligheid vormen of gevolgen hebben voor het milieu – wordt geen geldigheidsduur toegekend. Het keuringsbewijs vermeldt dan ‘verboden voor het verkeer’.
Minimumvoorschriften technische keuring
Om te voldoen aan de Europese verplichtingen uit ‘The roadworthiness package’ wordt bijlage 15 met de minimumvoorschriften betreffende de inhoud van controles en controlemethoden’ gewijzigd. Ook bijlage 41 m.b.t. de niet-periodieke controle wordt vernieuwd. Daarin worden de voertuigsystemen en –onderdelen besproken die moeten worden gecontroleerd, net als de aanbevolen controlemethoden en –criteria aan de hand waarvan moet worden bepaald of de toestand van een voertuig nog aanvaardbaar is.