Momenteel worden bij de politiediensten een aantal ambten van hoofdcommissaris uitgeoefend door commissarissen die daarvoor zijn aangesteld ‘in het hogere ambt’. Uit operationele noodzaak omdat de eigenlijke titularis langdurig afwezig is of omdat het ambt door het vertrek van de titularis definitief vacant is geworden maar er geen geschikte kandidaat kan worden gevonden voor benoeming. Het politiestatuut laat echter niet toe dat zij tot hoofdcommissaris worden benoemd omdat ze niet aan de wettelijke voorwaarden voldoen (bv. geen directiebrevet). In een aantal gevallen duurt de situatie evenwel al jaren en werd heel wat ervaring en kennis opgebouwd. De wetgever wil deze mensen dan ook de kans geven op een definitieve benoeming in de graad van hoofdcommissaris. Een erkenning voor hun jarenlange verantwoordelijkheid.
Geen rechtstreekse benoeming
Maar er gelden een aantal beperkingen. Het is immers niet de bedoeling om de betrokken officieren zo maar te benoemen tot hoofdcommissaris, maar om hen onder bepaalde voorwaarden toe te laten te kandideren voor het ambt dat ze al jaren uitoefenen of een andere post als hoofdcommissaris.
Ook andere posten
De betrokkene kan ook kandideren voor een ander openstaand ambt van hoofdcommissaris dan datgene waarvoor die is aangesteld in hoger ambt.
Tijdelijke maatregel voor beperkte groep mensen
Let op: het gaat hier niet om een structurele alternatieve benoemingsmogelijkheid. De wetgever is duidelijk: het is een one-shot regularisatie van officieren die jarenlang het hogere ambt hebben uitgeoefend. In de praktijk komen 15 personeelsleden in aanmerking. De wet van 19 juli 2018 geldt dan ook maar tijdelijk: de bepalingen treden in werking op 10 augustus 2018 en treden buiten werking op 1 september 2020 (de eerste dag van de 25ste maand na die waarin ze in werking zijn getreden).
Geen budgettaire impact
Belangrijk: het verlenen van de benoeming heeft nauwelijks financiële repercussies, noch op de federale politie, noch op de politiezones. De betrokken officieren genieten immers al de weddebijslag voor de uitoefening van een hoger ambt en er is geen enkele terugwerkende kracht voorzien.