De Kamer behandelt momenteel een wetsontwerp waarmee een wettelijk kader wordt gecreëerd om een woonstbetreding uit te voeren in het kader van de repatriëring van illegale vreemdelingen. Daaruit blijkt alvast dat de politie in de toekomst de expliciete machtiging van de onderzoekrechter zal moeten hebben om een private woning te betreden en de betrokkene illegale vreemdeling die er verblijft bestuurlijk aan te houden en over te brengen naar een gesloten centrum of woonunit. Bovendien zijn er nog tal van bijkomende voorwaarden. Wanneer een vreemdeling het voorwerp uitmaakt van een verwijderingsmaatregel, wordt aan de burgemeester (of zijn gemachtigde) gevraagd om – na het verstrijken van de toegekende termijn om het grondgebied te verlaten – het opgegeven adres te laten controleren en na te gaan of de betrokken vreemdeling gevolg heeft gegeven aan de verwijderingsbeslissing. Die ‘adrescontroles’ worden uitgevoerd door onze politiediensten.
Treft de politie de vreemdeling ter plaatse aan, dan zal worden overgegaan tot gedwongen verwijdering. De Dienst Vreemdelingenzaken (bureau Sefor) geeft de politie dan de instructie om de betrokken vreemdeling aan te houden en de beslissing tot het vasthouden met het oog op de gedwongen verwijdering te betekenen. Na deze betekening brengt de politie de betrokkene naar het aangewezen gesloten centrum of woonunit.
Maar dit is uiteraard louter de theorie. In de praktijk botsen de politiediensten op meerdere problemen: zo kan het zijn dat de betrokkene niet aanwezig is op het moment van de controle, maar er wel ernstige aanwijzingen zijn dat hij nog steeds op het adres verblijft. Het kan ook zijn dat de betrokkene er is, maar hij of zij weigert om mee te werken (bv. doet de deur niet open) en geeft geen toestemming tot het betreden van de woonst.
En dat laatste vormt een wettelijk issue: het betreden van de woning om personen die illegaal in ons land verblijven, administratief aan te houden is op dit moment niet bij wet voorzien. Voor de politie is het dan ook niet duidelijk of er tijdens het uitvoeren van een adrescontrole een machtiging nodig is om de woning van de vreemdeling te betreden met het oog op zijn aanhouding. In de huidige context is het de politiediensten bovendien niet toegelaten om in de private woning te zoeken naar identiteitsdocumenten. En laat dat de repatriëring van de betrokkene net vereenvoudigen.
Aanvulling Vreemdelingenwet
De wetgever zorgt daarom voor een oplossing: de Vreemdelingenwet wordt aangevuld met duidelijke regels om een woonstbetreding uit te voeren bij illegaal in België verblijvende vreemdelingen. Op die manier worden de nodige waarborgen ingebouwd opdat de politie op een juridisch correcte manier de verblijfplaats van de illegale vreemdeling kan betreden om hem daar in voorkomend geval bestuurlijk aan te houden.
Het nieuwe artikel 74/7/1 stelt concreet het volgende: ‘wanneer er redelijke gronden bestaan om aan te nemen dat een vreemdeling die het voorwerp uitmaakt van een uitvoerbare maatregel tot terugdrijving, verwijdering of overdracht en die niet meewerkt aan de uitvoering ervan, in een niet voor het publiek toegankelijke plaats verblijft, kan een officier van gerechtelijke politie deze verblijfplaats van de vreemdeling, ook al betreft het de woon- of verblijfplaats van een derde, binnengaan mits hij beschikt over een machtiging tot woonstbetreding van een onderzoeksrechter’.
Maar er gelden een aantal beperkingen:
- de woonstbetreding kan alleen plaatsvinden om de maatregel tot terugdrijving, verwijdering of overdracht te kunnen uitvoeren. De betrokkene moet altijd eerst de mogelijkheid krijgen om op vrijwillige basis gevolg te geven aan de verwijderingsmaatregel. Pas na het verstrijken van de toegekende termijn om het grondgebied te verlaten en nadat andere minder dwingende maatregelen niet tot zijn verwijdering konden leiden, kan een machtiging tot woonstbetreding gevraagd worden om de verwijderings, terugdrijvings of overdrachtsbeslissing uit te voeren. Let dus op: indien een vreemdeling niet thuis is op het moment van de adrescontrole, mag men er niet automatisch van uitgaan dat de betrokkene niet meewerkt. Pas wanneer dit herhaaldelijk voorvalt, kunnen de politiediensten oordelen of de betrokkene de verwijderingsprocedure ontwijkt. En pas dan mag een machtiging tot woonstbetreding worden gevraagd. Om een machtiging tot woonstbetreding te bekomen adieert de minister of zijn gemachtigde (in de praktijk de DVZ) bij eenzijdig verzoekschrift de onderzoeksrechter die bevoegd is voor de verblijfplaats van de vreemdeling. De onderzoeksrechter neemt binnen een termijn van drie werkdagen na ontvangst van het verzoekschrift een gemotiveerde beslissing. Tegen deze beslissing kan geen enkel rechtsmiddel worden ingesteld;
- de woonstbetreding kan enkel worden uitgevoerd tussen 5 uur en 21 uur;
- de officier van gerechtelijke politie kan zich bij de uitvoering van de woonstbetreding laten bijstaan door één of meerdere politieambtenaren die minstens bekleed zijn met de graad van inspecteur van politie. Indien nodig, kan hij ook de bijstand vorderen van een slotenmaker.
De uitvoering van de woonstbetreding maakt het voorwerp uit van een proces-verbaal. Een afschrift van de door de onderzoeksrechter ondertekende machtiging tot woonstbetreding wordt overhandigd aan de vreemdeling of vreemdelingen die het voorwerp uitmaken van de machtiging tot woonstbetreding. De identiteit van deze personen wordt geverifieerd en genoteerd in het proces-verbaal.
Zoeken identiteitsdocumenten
De wet geeft de politieambtenaren de uitdrukkelijke bevoegdheid om tijdens de woonstbetreding te zoeken naar elk document waardoor de identiteit van de aanwezige vreemdeling of vreemdelingen, die het voorwerp uitmaken van de machtiging tot woonstbetreding, kan worden vastgesteld of geverifieerd, indien zij de vereiste identiteits- of verblijfsdocumenten niet voorleggen.
Indien de vreemdeling die het voorwerp uitmaakt van de machtiging tot woonstbetreding wordt aangehouden worden alle documenten meegenomen. Een inventaris van alle documenten die worden meegenomen, net als van de waardevolle stukken die de vreemdeling meeneemt wordt bij het proces-verbaal gevoegd.
Het beroep op dwang, dat tijdens de uitvoering van de woonstbetreding door de politieambtenaren kan worden gebruikt, is onderworpen aan de voorwaarden van de Wet op het politieambt.
Geen strafrechtelijke huiszoeking
Nog even dit: het gaat hier om woonstbetreding in functie van de uitvoering van een administratieve beslissing tot verwijdering van het grondgebied na weigering om vrijwillig het grondgebied te verlaten. Niet over een strafrechtelijke huiszoeking op zoek naar strafrechtelijk bewijs.
Bron: Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen teneinde de uitvoering van de maatregelen tot verwijdering te garanderen, Parl. St. Kamer 2017, 54K2798/001.