Het solidariteitsmechanisme blijft echter een van de fundamenten van de geïntegreerde politie. Zones die onterecht weigeren, riskeren nog steeds een deel van hun federale dotatie te verliezen. Tijdig hulp vragen is voortaan ook cruciaal. Zones moeten zich voldoende kunnen voorbereiden, anders worden maatregelen genomen.
Gehypotheceerde capaciteit
Het HyCap-systeem is nog steeds een dwingend mechanisme. Alle politiezones in ons land zijn verplicht om een deel van hun operationele capaciteit ter beschikking te houden van andere zones om hen te helpen bij opdrachten van bestuurlijke politie die ze niet alleen aankunnen of waarvoor ze extra mankracht nodig hebben.
Maar de vraag naar steun is niet eindeloos. De korpschef van de lokale politie heeft de belangrijke verantwoordelijkheid om alleen de steun te vragen die nodig is. Met steeds de gedachte in het hoofd dat andere politiezones niet nodeloos mogen worden belast.
Het HyCap-systeem is dan ook voorbehouden voor het uitzonderlijk en tijdelijk verlenen van versterking bij omvangrijke opdrachten van bestuurlijke politie. Het is niet de bedoeling om het systeem in te zetten als antwoord op structurele capaciteitstekorten.
HyCap moet evenwichtig worden geïntegreerd binnen de inzet van de al dan niet gespecialiseerder capaciteit van het Interventiekorps (CIK) en de Directie openbare veiligheid (DAS) voor GBOR waarover de federale politie beschikt. Deze capaciteit moet optimaal worden aangewend op het gebruik van HyCap te beperken.
Beschikbaarheidsniveau
Het maximale percentage operationeel personeel dat een zone aan een andere mag leveren, is vastgelegd op 7% van het beschikbaar effectief. Dat was al zo. En net zoals vroeger staat het de korpschefs van het arrondissement vrij om met de DirCo afspraken te maken over een andere onderlinge verdeling van de te leveren versterking.
Maar voortaan kan het percentage ook op andere manieren worden aangepast.
Bij uitzonderlijke omstandigheden waarbij een zeer grootschalige politionele mobilisatie noodzakelijk is, kan op beslissing van de minister van Binnenlandse Zaken het maximale beschikbaarheidsniveau punctueel en zeer uitzonderlijk verhoogd worden naar 10%. Deze beslissing kan alleen worden genomen na volledige uitputting van de capaciteit van zwoel CIK als DAS als de opgeleide en uitgeruste capaciteit van de politiescholen.
De politiezones die hulp nodig hebben, moeten dat vanaf nu minstens 96 uur op voorhand melden. Op die manier hebben andere zones tijd om zich afdoende voor te bereiden. Wordt deze waarschuwingstermijn gerespecteerd, dan is het beschikbaarheidsniveau van 7% van toepassing.
Wordt de hulp echter minder dan 4 dagen op voorhand gevraagd, dan zal het beschikbaarheidsniveau verminderd worden naar 4%. Bij een hulpvraag minder dan 24 uur voor de start van de dienstprestatie is geen enkel beschikbaarheidsniveau van toepassing.
Politiezones die punctueel geconfronteerd worden met omvangrijke opdrachten van bestuurlijke politie op eigen grondgebied, kunnen voortaan worden vrijgesteld van het leveren van HyCap. Al gelden er wel beperkingen. De vrijstelling geldt alleen voor de dag of dagen waarop de omvangrijke opdracht op eigen grondgebied plaatsvindt en wanneer de eigen inzet de ontvankelijkheidsdrempel (in regel 12% van het eigen beschikbare effectief) overstijgt. Bovendien moeten de betrokken DirCo en de Directie Operaties inzake bestuurlijke politie (DAO) de vrijstelling bevestigen.
Het beschikbaarheidsniveau zal jaarlijks worden berekend.
Prestatielijn
De prestatielijn stemt overeen met het aantal prestatie-eenheden die een fictieve ‘boekhoudkundige’ capaciteit vormen van prestatie die op basis van de solidariteit kunnen worden gevraagd. De prestatielijn wordt jaarlijks berekend op basis van dezelfde effectieven als die welke in aanmerking worden genomen voor de berekening van het beschikbaarheidsniveau. In bijlage A bij MFO-2 wordt per zone, arrondissement en provincie een overzicht gegeven van het beschikbaar effectief, de prestatielijn en het beschikbaarheidsniveau. Ook de CIK en de DAS worden vermeld.
Onderverdeling
Vanuit een efficiëntie- en kwaliteitsperspectief worden de HyCap-opdrachten onderverdeeld is GBOR Niv A – opdrachten (public Management – beheer officiële evenementen, sportevenementen, enz.) en GBOR Niv B-opdrachten (handhaving openbare orde – manifestaties, voetbalwedstrijden, rellen, enz.) De tweede groep mag alleen worden uitgevoerd in geconstitueerd verband door personeelsleden die een specifieke opleiding en training hebben gevolgd en een gepaste uitrusting hebben.
Politiezones met minder dan 75 voltijdse equivalenten voeren allen opdrachten GBOR Niv A uit. Andere zones voeren prioritair opdrachten GBOR Niv B uit en residuair opdrachten GBOR Niv A. Zones uit HyCap A kunnen kiezen om in een structureel samenwerkingsverband of associatie ingedeeld te worden in de categorie HyCap B.
Inzet
Vooraleer een beroep kan worden gedaan op het HyCap-systeem moet de betrokken politiezones voldoende eigen middelen hebben ingezet, met de ontvankelijkheidsdrempel (12% van het beschikbaar effectief) als absolute minimum. Dan kan de korpschef beslissen versterking te vragen. Die aanvraag wordt door de DirCo in behandeling genomen. De procedure die volgt varieert naargelang het gaat om GBOR Niv A of Niv B-opdrachten.
Bijzondere situaties
De nieuwe MFO-2 houdt rekening met heel wat bijzondere situaties. Er zijn aparte principes voor het leveren van steun bij voetbalwedstrijden, langdurige niet-geplande gebeurtenissen, crisissen, staking van penitentiaire beambten, weerkerende en voorzienbare evenementen.
Naast individuele politiemensen en geconstitueerde eenheden, kan bij genegotieerd beheer ook steeds beroep worden gedaan op de specifieke steun van verbindingsofficieren, hondenteams, motorrijders, informatieploegen, enz. Maar die steun wordt door de lokale politie steeds op vrijwillige basis verleent. Voor aanvragen en berekeningen van deze steun binnen het HyCap-systeem is niet vereist dat de aanvragende zone het principe van de ontvankelijkheidsdrempel respecteert.
Weigeringen
Een politiezones die een HyCap-opdracht niet kan uitvoeren, moet overleggen met de DirCo. Als er tijdens dit overleg geen oplossing kan gevonden worden, dan zal de betrokken zone een schriftelijke en gemotiveerde ‘onmogelijkheid tot levering HyCap’ opmaken. Het model hiervan zit als bijlage bij de nieuwe MFO-2.
De DirCo zal zijn advies over het gerechtvaardigd karakter van de onmogelijkheid toevoegen. Het dossier wordt dan opgestuurd naar de DAO. Die heeft eveneens advies en stuurt alles door naar de AIG en ter informatie aan het ATS Binnenlandse Zaken.
Het AIG onderzoekt het dossier. Wanneer ze van oordeel is dat het niet gaat om een onmogelijkheid maar om een weigering dan stelt het een nieuw dossier op dat bestemd is voor de minister van Binnenlandse Zaken. Het dossier verduidelijkt te weigering en de mate waarin die onder het financiële sanctiemechanisme dient te vallen uit de
WGP. Daarin staat uitdrukkelijk dat de federale dotatie aan de betrokken gemeente of meergemeentezone wordt verminderd wanneer een lokaal politiekorps zijn HyCap-opdracht niet nakomt. De ingehouden bedragen worden in het Federaal solidariteitsfonds voor de lokale politie gestort.
Meer uitleg geeft de nieuwe MFO-2 niet. in tegenstelling tot vroeger waar uitdrukkelijk was bepaald dat de ingehouden bedragen aan de zones die meer capaciteit hebben geleverd dan oorspronkelijk was voorzien, konden worden gestort.