Vanaf 1 juli 2017 betalen lichte vrachtwagens, lijkwagens, tractoren en trekkers met een MTM tot en met 3.500 kg die geen leasing zijn, groene jaarlijkse verkeersbelasting. Het basistarief bedraagt 19,32 euro per 500 kilo. Dit tarief wordt jaarlijks geïndexeerd vanaf 1 juli 2018. Hoeveel verkeersbelasting u betaalt is afhankelijk van het gewicht, de brandstofsoort, de euronorm en de CO2-uitstoot. Het 'oldtimerforfait' wordt zowel voor de jaarlijkse verkeersbelasting als voor de belasting op inverkeerstelling geleidelijk opgetrokken van 25 jaar tot 30 jaar. En ook oldtimerbestelwagens vallen voortaan onder het oldtimerforfait.
Lichte vrachtvoertuigen
De hervorming van de tariefstructuur voor lichte vrachtwagens is enkel van toepassing op voertuigen (zowel eerste- als tweedehands) die vanaf 1 juli 2017 worden ingeschreven in het repertorium van het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid. Herinschrijvingen (bv. als gevolg van verlies of diefstal van papieren) worden niet als een nieuwe inschrijving aanzien, ook niet wanneer dit leidt tot een nieuw inschrijvingsnummer. Wanneer eenzelfde voertuig op naam van dezelfde eigenaar wordt ingeschreven, evenwel met een verschillend inschrijvingsnummer, zal hiervoor dus het tarief van toepassing blijven zoals het gold vóór 1 juli 2017.
Bij gebrek aan een intergewestelijk samenwerkingsakkoord is deze vergroening enkel van toepassing op niet-leasingvoertuigen.
Sokkel MTM blijft
De bestaande MTM-tariefsokkel wordt behouden. Hier bovenop wordt een ecobonus/ecomalus toegepast. Voor lichte vracht met MTM hoger dan 2.500 kg is deze afhankelijk van de euronorm en de aanwezigheid van een roetfilter. Voor lichte vracht met een MTM van maximaal 2.500 kg wordt naast de euronorm-differentiëring ook rekening gehouden met de brandstofsoort en de CO2-uitstoot van het voertuig.
MTM tot en met 2.500 kg
Voor de motorvoertuigen bestemd voor het vervoer van goederen, de lijkwagens, de alleenrijdende landbouwtractoren en de alleenrijdende trekkers (andere voertuigen dan vermeld in
art. 2.2.4.0.1, § 6, VCF), die
na 30 juni 2017 worden ingeschreven in het repertorium van het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid, met een MTM tot en met 2.500 kg, bedraagt de belasting 19,32 euro per 500 kg MTM.
Het basisbedrag van 19,32 euro per 500 kg wordt vermeerderd of verminderd met 0,30% voor elke gram CO2–uitstoot per kilometer boven of onder 122 gram, met een maximum van 500 gram en een minimum van 24 gram.
Daarnaast wordt het basisbedrag vermeerderd of verminderd in functie van de euronorm en de brandstofsoort, en de aanwezigheid van een roetfilter volgens onderstaande tabel:
| Benzine en andere brandstofsoorten | |
| | |
| | |
| | |
| | |
| | |
| | |
| | |
| | |
| | |
De minimumbelasting berekend volgens bovenstaande regeling bedraagt 40 euro.
Deze regeling en bedragen zijn alleen van toepassing op voertuigen van natuurlijke personen en van andere rechtspersonen dan vennootschappen, autonome overheidsbedrijven en vzw’s, met leasingactiviteiten. (
art. 2.2.4.0.1, nieuwe § 3/1, VCF;
art. 3, 2°, decreet van 16 juni 2017).
MTM van meer dan 2.500 kg tot en met 3.500 kg
Voor de motorvoertuigen bestemd voor het vervoer van goederen, de lijkwagens, de alleenrijdende landbouwtractoren en de alleenrijdende trekkers (andere voertuigen dan vermeld in
art. 2.2.4.0.1, § 6, VCF), die na 30 juni 2017 worden ingeschreven in het repertorium van het Directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid, met een MTM van meer dan 2.500 kg tot en maximum 3.500 kg, wordt gewerkt met een vermeerderingspercentage dat van toepassing is ongeacht het type brandstof.
Bovenop het basisbedrag van 19,32 euro per 500 kilo MTM betaalt u een bedrag afhankelijk van de euronorm en de aanwezigheid van een roetfilter:
Ook hier bedraagt de minimumbelasting berekend volgens deze regeling 40 euro.
En ook deze regeling en bedragen zijn alleen van toepassing op voertuigen van natuurlijke personen en van andere rechtspersonen dan vennootschappen, autonome overheidsbedrijven en vzw’s, met leasingactiviteiten. (
art. 2.2.4.0.1, nieuwe § 3/2, VCF;
art. 3, 2°, decreet van 16 juni 2017).
Vrijstellingen voor groende brandstoftypes
Vanaf 1 juli 2017 zijn personenwagens, auto’s voor dubbel gebruik, minibussen en lichte vrachtwagens vrijgesteld van de jaarlijkse verkeersbelasting en de belasting op inverkeerstelling bij volgende brandstoftypes:
• | zuiver elektrisch; |
• | puur waterstof; |
• | aardgas (CNG/LNG): tijdelijk tot 31 december 2020, ook al wordt de motor maar gedeeltelijk of tijdelijk op aardgas aangedreven. Opgelet! Hier gelden voortaan volgende voorwaarden: - | personenwagens ingeschreven vanaf 1 juli 2017 en kleiner dan 12 fiscale pk zijn vrijgesteld van jaarlijkse verkeersbelasting tot 31 december 2020. Vanaf 12 fiscale pk is er geen vrijstelling jaarlijkse verkeersbelasting meer; | - | voor de belasting op inverkeerstelling zijn alle personenwagens ingeschreven vanaf 1 juli 2017 met minder dan 12 fiscale pk vrijgesteld tot 31 december 2020. Vanaf 12 fiscale pk is er een forfaitaire vermindering van 4.000 euro; |
|
• | plug-in hybride elektrische voertuigen: tijdelijk tot 31 december 2020. Daarbij is het noodzakelijk om de batterij met stekker te kunnen opladen. Bijkomende voorwaarde: enkel als CO2–uitstoot lager is dan 50 gram/km. |
Deze vrijstelling geldt enkel voor niet-leasing voertuigen.
Oldtimers
Oldtimerbestelwagens volgen momenteel het regime van lichte vracht, in tegenstelling tot personenwagens, minibussen of motorfietsen die aan een oldtimerforfait onderworpen zijn. Door de vergroening zou dit leiden tot de toepassing van een hoge ecomalus, als gevolg van de oude euronomen en/of CO2-emissies. Voortaan vallen zij nu ook onder het oldtimerforfait.
Het oldtimerforfait wordt zowel voor de jaarlijkse verkeersbelasting als voor de belasting op inverkeerstelling geleidelijk opgetrokken van 25 jaar tot 30 jaar overeenkomstig de Europese richtlijnen.
Om deze verandering minder bruusk te laten verlopen is er een
overgangsregeling in het leven geroepen (wijziging punt 1° en nieuw punt 1/1°,
art. 2.2.4.0.2, § 1, eerste lid, VCF;
art. 4, decreet van 16 juni 2017).
Daarnaast wordt het forfait uitgebreid van enkel personenauto’s, auto’s voor dubbel gebruik, minibussen en motorfietsen naar de lichte vrachtwagens, de lijkwagens, de alleenrijdende landbouwtractoren en de alleenrijdende trekkers, autobussen en autocars, aanhangwagens en de opleggers naargelang de MTM niet hoger is dan 500 kg, of 501 kg bereikt zonder 3.500 kg te overschrijden alsook de kampeerwagens en vrachtwagens.
Tot slot wordt het forfait voor militaire voertuigen uit verzamelingen van 30 jaar oud geschrapt aangezien het nu wordt geïntegreerd in het algemeen forfait voor voertuigen ouder dan 30 jaar.
Indexatie lichte vracht niet-leasing
Het decreet van 16 juni 2017 voorziet ook in de indexatie van de lichte vracht niet-leasing. Meer specifiek gaat het om de indexatie van de volgende bedragen in artikel 2.2.4.0.1, § 3 van de VCF, voor zover het niet-leasing betreft, en in § 3/1 en § 3/2 (die sowieso beperkt zijn tot niet-leasing).
Het gaat om:
• | de basisbelasting (bestaande MTM-tariefsokkel) van 19,32 euro per 500 kg (eventuele percentages die omwille van de vergroening worden toegepast, worden berekend op de geïndexeerde basis); |
• | de minimumbelasting van 40 euro (analoog aan de minimumbelasting bij de vergroende verkeersbelasting voor personenwagens die ook geïndexeerd wordt (art. 2.2.4.0.1, § 2/1, tweede lid, VCF)). |
Definitie ‘vennootschap’
De Vlaamse overheid voert in de VCF voor de verkeersbelasting en de belasting op inverkeerstelling een definitie van het begrip “vennootschap” in die afwijkt van het vennootschapsbegrip dat doorgaans in de fiscale context van toepassing is.
Deze definitie stemt overeen met het begrip dat gebruikt wordt in de Bijzondere Financieringswet (BFW) (nieuw punt 8°, derde lid en nieuw punt 5°,
art. 1.1.0.0.2, VCF;
art. 2, decreet van 16 juni 2017).