Sinds 23 september 2022 heeft de Vlaamse regering decretaal de mogelijkheid om vergunningen voor geregeld vervoer tijdelijk of definitief in te trekken. En om een vergunninghouder een beroepsverbod om te leggen. Maar het uitvoeringsbesluit bij die wijziging aan het Decreet Personenvervoer ontbrak nog. Tot nu.
De Vlaamse regering zorgt voor de nodige wijzigingen aan
het Vlaams besluit geregeld vervoer van 2002. Ze stelt dat ‘de vergunning voor de exploitatie van geregeld vervoer’ wordt ingetrokken volgens de bestaande regels en procedures die al zijn opgenomen in het besluit. Momenteel kunnen de controleambtenaren (o.a. de Vlaamse Wegeninspecteurs) ‘een vergunning voor geregeld vervoer’ voorlopig kunnen intrekken in afwachting van een onderzoek ten gronde. Bijvoorbeeld bij ernstige inbreuken op de vervoersregels of als de vergunninghouder niet meer aan een van de vergunningsvoorwaarden voldoet. Wanneer uit het onderzoek ten gronde door het Departement en Openbare Werken blijkt dat er inderdaad niet aan de vergunningsvoorwaarden is voldaan, kan de Vlaamse minister voor Mobiliteit de vergunning beëindigen.
De regering stelt in het besluit aanvullend dat ‘aan de vergunninghouder ook een verbod kan worden opgelegd om aan geregeld vervoer te doen’. Dat kan wanneer de vergunninghouder herhaaldelijk ernstige inbreuken heeft gemaakt op de reglementering inzake de verkeersveiligheid, onder andere ten aanzien van de normen voor de voertuigen en de rij- en rusttijden van de bestuurders.
De Vlaamse regering maakt van de gelegenheid gebruikt om het besluit m.b.t. de rapportering over het personenvervoer over de weg (‘het Rapporteringsbesluit’) op te heffen. Dat besluit had tot doel om de realisatie van de basismobiliteit op te volgen. Maar door de omschakeling naar het nieuwe concept 'basisbereikbaarheid' is het Rapporteringsbesluit niet meer relevant.