Het Europese kaderbesluit over het Europees aanhoudingsbevel (EAB) bevat een lijst van 32 strafbare feiten waarbij overlevering kan zonder dat er moet getoetst worden aan de dubbele strafbaarstelling. Een dubbele strafbaarstelling is niet nodig als op die opgelijste feiten in de staat die het EAB uitvaardigt een maximumstraf van minstens drie jaar staat. Het hof van beroep van Gent heeft aan het Hof van Justitie gevraagd welk referentiepunt men moet hanteren om te beoordelen of aan die strafmaat is voldaan.
De advocaat-generaal bij het Hof van Justitie heeft alvast een antwoord klaar: om te weten of er inderdaad voldaan is aan de maximumstraf van minimum drie jaar telt de minimale maximumstraf die daadwerkelijk van toepassing is op het gepleegde feit. Men moet dus kijken naar de strafwetgeving die in de staat die het EAB uitvaardigt daadwerkelijk van toepassing is op het specifieke strafbare feit. En niet naar de minimale maximumstraf die van toepassing is op het misdrijf op het moment waarop het EAB wordt uitgevaardigd. Benieuwd of het Hof van Justitie de visie van de advocaat-generaal zal volgen.
Bron: Hof van Justitie van de Europese Unie, persbericht nr. 147/19, Conclusie van de advocaat-generaal in zaak C-717/18
Zie ook: Kaderbesluit nr. 2002/584/JBZ van de Raad betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten (art. 2)