Verkeersovertredingen van de 2e, 3e of 4e graad worden normaal gezien bestraft door de wetgever, maar de wetgever
gaf de Koning de bevoegdheid om dat in zijn plaats te doen. Een dergelijk KB houdt echter op uitwerking te hebben als het niet binnen het jaar door een wet bekrachtigd wordt (art. 29, §1bis van de wegverkeerswet). Sinds de Zesde Staatshervorming is dit een bevoegdheid van de gewesten, maar het principe blijft hetzelfde: de bevoegdheid om sancties op te leggen ligt bij de decreetgever, maar de gewestregering mag zelf ook sancties opleggen, op voorwaarde dat haar besluit binnen de 12 maanden bij decreet bekrachtigd wordt.
Besluit van 2018 niet tijdig bekrachtigd
Met haar besluit van 2 maart 2018 verruimde de Vlaamse regering de ladingvoorschriften en besliste zij dat overtredingen van die ladingvoorschriften derdegraadsovertredingen zouden zijn. De derdegraadsovertredingen worden opgelijst in artikel 3 van een KB van 30 september 2005, meer bepaald in de puntjes 47° en 48°, wat de derdegraadsovertredingen van de ladingvoorschriften betreft. De Vlaamse regering schrapte dus de puntjes 47° en 48° met de federale sancties en verving die door de Vlaamse puntjes 47°, 47°/1, 48° en 48°/1 met Vlaamse sancties op de veel ruimere Vlaamse ladingvoorschriften. De Vlaamse sancties golden vanaf 20 mei 2018. Die Vlaamse sancties moesten vóór 20 mei 2019 bekrachtigd worden om hun geldigheid te kunnen behouden, maar dat gebeurde niet. En dus vielen we vanaf 20 mei 2019 terug op de oude federale sancties.
Situatie wordt hersteld
Om de situatie te herstellen publiceert de Vlaamse regering nu een besluit van 28 juni 2019, dat de Vlaamse sancties opnieuw invoert. Maar een dergelijk besluit kan geen uitwerking hebben met terugwerkende kracht. Daarom gelden de ‘nieuwe Vlaamse sancties’ pas vanaf 12 oktober 2019. Dat is: 10 dagen na de publicatie van het nieuwe besluit. Merk op: ook dat nieuwe besluit moet binnen de 12 maanden bekrachtigd worden bij decreet om zijn uitwerking op lange termijn te kunnen behouden.
Ladingzekering Vlaams gewest | | Van 20/05/2018 tot 19/05/2019 (1) | Van 20/05/2019 tot 11/10/2019 | Van 12/05/2019 tot 11/10/2020 of onbeperkt (?) (2) |
| | | | |
Sancties KB 30/09/2005, art. 3 | Federaal (puntjes 47° en 48°) | Vlaams (puntjes 47°, 47°/1, 48°, 48°/1) | Federaal (puntjes 47° en 48°) | Vlaams (puntjes 47°, 47°/1, 48°, 48°/1) |
(1) BVR van 2 maart 2018. (2) BVR van 28 juni 2019.
Vlaamse regels
Voor de volledigheid geven we nog even mee wat er in de Vlaamse regelgeving te vinden is:
- puntje 47° gaat over de ruimere verplichtingen van de vervoerder, de verpakker, de verlader en de verzender (art. 45bis, §3 van de wegverkeerswet/Vlaamse versie).
- puntje 47°/1 neemt de federale verplichting over die zegt dat het ladingzekeringssysteem bepaalde versnellingen moet aankunnen. Vlaanderen voegt daaraan toe dat het systeem ook bepaalde vertragingen moet aankunnen. Het gewest sanctioneert bovendien het omvallen of kantelen van de lading. En het preciseert welke bevestigingsmethodes er gebruikt moeten worden (art. 45bis, §4).
- puntje 48° herneemt de bestaande voorschriften op de stouwvoorziening en de geïntegreerde grendelvoorziening om de lading vast te maken (art. 45bis, §5).
- puntje 48°/1 preciseert dat de lading op een voertuig moet omsloten, vastgezet of gestouwd worden volgens de richtsnoeren voor Europese beste praktijken over het verzekeren van lading voor vervoer over de weg. En het bepaalt dat de zekeringsmethoden en -middelen in overeenstemming moeten zijn met de meest recente versies van de EN-, ISO- of EUMOS-normen op de sjorkettingen, sjorstaalkabels, containers, dekzeilen, enz.