Door het stopcontact op zee (Modular Offshore Grid) en de toename van het aantal windturbines, neemt ook het aantal platformen op het Belgisch continentaal plat toe. Het risico dat terroristen die platformen gaan gebruiken voor terroristische aanslagen, wordt dus groter. Vandaar dat ons land instemt met het SUA-protocol van 2005 bij het internationale SUA-verdrag (Suppression of Unlawfal Acts). Dat protocol maakt het mogelijk om méér activiteiten vanaf vaste platformen op zee te bestraffen.
De lijst van activiteiten die zo strafbaar worden en waarvoor de verdragsstaten met elkaar zullen samenwerken, wordt onder meer uitgebreid met:
• | het gebruik van een platform bij het voorbereiden en plegen van een terroristische aanslag |
• | het gebruik van een platform bij het helpen vluchten van de daders van een strafbaar feit |
• | het gebruik van het platform zelf als wapen, en |
• | het ongeautoriseerd opslaan van massavernietigingswapens en dual use-goederen op een platform. |
Het ‘verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de zeevaart’ of
SUA-verdrag werd in 1988 gesloten binnen de Verenigde Naties. Datzelfde jaar werd ook een protocol gesloten dat het verdrag in beperkte mate van toepassing maakte op ‘wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van vaste platforms op het continentaal plat’. Dit
SUA-protocol van 1988 werd in 2005 uitgebreid door een wijzigingsprotocol en het is dát
SUA-protocol van 2005 waarmee de Belgische overheid nu instemt.
Het wijzigingsprotocol van 2005 treedt op 30 september 2019 in werking in ons land. België is het
40e land waarin het protocol geldt. Onze buurlanden – Duitsland, Frankrijk en Nederland – hebben ook al ingestemd met de tekst. Groot-Brittannië heeft het protocol al in 2007 ondertekend, maar nog niet geratificeerd.