De verbeurdverklaring per equivalent van het instrument van het misdrijf - zoals het gebouw van een huisjesmelker of een voertuig waarmee een dealer drugs vervoerd heeft - maakt sinds kort deel uit van het Strafwetboek. Voor een doeltreffende uitvoering werd tegelijkertijd het Wetboek van Strafvordering uitgebreid met de inbeslagneming per equivalent van het instrument van het misdrijf. Met deze maatregelen schikt België zich naar de bepalingen van de Europese richtlijn 2014/42 over de bevriezing en confiscatie van hulpmiddelen en opbrengsten van misdrijven in de EU.
Europese vereisten verbeurdverklaring per equivalent
Om de verbeurdverklaring per equivalent van het instrument van het misdrijf te kunnen vatten, grijpen we terug naar artikel 2.3 van de richtlijn. Het omvat ‘alle voorwerpen die op enigerlei wijze, geheel of gedeeltelijk, zijn gebruikt of zijn bestemd om te worden gebruikt om een of meer strafbare feiten te plegen’. Die definitie stemt overeen met de definitie in artikel 42, enig lid 1° van het Strafwetboek: ‘bijzondere verbeurdverklaring wordt toegepast op zaken die het voorwerp van het misdrijf uitmaken, en op die welke gediend hebben of bestemd waren tot het plegen van het misdrijf, wanneer zij eigendom van de veroordeelde zijn’. Voorbeelden daarvan zijn een voertuig dat gediend heeft om drugs mee te vervoeren, of het gebouw van een huisjesmelker.
Artikel 4.1 van de richtlijn stelt evenwel ook het volgende: ‘de lidstaten nemen de nodige maatregelen die de volledige of gedeeltelijke confiscatie mogelijk maken van hulpmiddelen en opbrengsten of voorwerpen waarvan de waarde overeenkomt met die van de hulpmiddelen of opbrengsten, onder voorbehoud van een definitieve veroordeling wegens een strafbaar feit, die ook bij verstek kan gebeuren’. Dit artikel voorziet dus in de verbeurdverklaring van het instrument van het misdrijf (voorwerpen waarvan de waarde overeenkomt met die van de hulpmiddelen of opbrengsten).
Iets wat nog niet voorzien was in het Belgische recht. Tot nog toe was alleen de onmiddellijke verbeurdverklaring van het instrument van het misdrijf mogelijk. Om in overeenstemming te zijn met de richtlijn is het Strafwetboek aangevuld met de verbeurdverklaring per equivalent van het instrument van het misdrijf.
Artikel 43bis, tweede lid Sw. dat de algemene wettelijke grondslag vormt voor de verbeurdverklaring per equivalent wordt dus aangevuld. In het verlengde daarvan wordt ook artikel 35ter van het Wetboek van Strafvordering gewijzigd om de inbeslagneming per equivalent van het instrument van het misdrijf te vatten.
Lijst misdrijven artikel 43quater
Tot slot wordt artikel 43quater §1 van het Strafwetboek vervangen om in overeenstemming te zijn met de richtlijn. De financiering van terrorisme wordt bijvoorbeeld toegevoegd. Maar de lijst van misdrijven wordt ook op een aantal andere punten geactualiseerd. Bijvoorbeeld: De eerste categorie van misdrijven, zijn misdrijven ut singuli, in die zin dat een veroordeling aanleiding kan geven tot de toepassing van de verbeurdverklaring van de verdere vermogensvoordelen, zonder andere voorwaarde. “Het betreft bijzonder maatschappijverstorende en/of profijtgerichte feiten.” Daarop bestaat evenwel een uitzondering. Zo moeten de feiten van openbare (art. 246 tot 251 Sw.) en private (art. 504bis en 504ter Sw.) omkoping worden gepleegd door de aanstokers van een vereniging van misdadigers om aanleiding te kunnen geven tot de toepassing van de verbeurdverklaring van de verdere vermogensvoordelen. Voorwaarde is dus dat dat de betrokkene niet alleen is veroordeeld voor actieve of passieve omkoping, maar ook als hoofd van een vereniging van misdadigers. En dat staat niet in de richtlijn. Die voorwaarde moet dus worden geschrapt en de verwijzing naar artikel 323 van het Strafwetboek moet worden weggelaten.
12 mei 2018
Dit onderdeel van de Verzamelwet van 18 maart 2018 is van kracht sinds 12 mei, 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad.