Vanaf 1 november 2018 kan overlast op treinen, in treinstations en op de parkings van de stations bestraft worden met een administratieve geldboete. De bedragen variëren van 50 tot 300 euro maar kunnen verder oplopen bij herhaling. Ook voor minderjarigen (vanaf 14 jaar) is er een administratieve procedure, zij het met lagere boetebedragen.
De administratieve geldboete vormt een alternatief circuit voor de tijdrovende en logge strafrechtelijke procedure. De wetgever heeft zich laten inspireren door de GAS-wetgeving en de boetes die voorzien zijn in de wetgeving voor de andere vervoersmaatschappijen (De Lijn, MIVB en TEC). De ‘wet op de politie van de spoorwegen’ van 27 april 2018 vervangt de wet van 25 juli 1891. Ook het KB van 20 december 2007 met de werkingsregels voor de spoorwegpolitie zal worden vervangen.
Gevangenisstraf en/of geldboete
Op dit moment riskeren daders van vandalisme, trespassing, onregelmatigheden met de vervoersbewijzen, enz. een correctionele gevangenisstraf van 8 dagen tot 5 jaar en een geldboete van minstens 26 euro (of een van deze straffen). Heel wat zaken glippen echter door de mazen van het net: de rechtbanken zouden jaarlijks 125.000 onregelmatigheden moeten beslechten, maar slagen er slechts in om uitspraak te doen over 4.000 cases. Amper 3% dus, waarvan het merendeel nog eens bij verstek wordt gewezen. De wetgever wil daarom korter op de bal spelen en doeltreffender bestraffen via een systeem van administratieve geldboetes.
Sommige overtredingen zullen alleen nog via dit systeem kunnen worden bestraft. Anderen zullen in eerste instantie strafrechtelijk strafbaar zijn en subsidiair aanleiding geven tot een administratieve geldboete als het parket geen initiatief heeft genomen om de zaak te behandelen. De overtredingen die kunnen bestraft worden met een administratieve geldboete zijn ingedeeld in 4 categorieën, waarbij de eerste categorie de minst zware is en dus het minst zwaar wordt beboet.
Vier categorieën
Het bedrag van de administratieve geldboete ligt vast maar varieert naargelang de categorie waarin de overtreding valt:
• | overtreding van categorie 1 (bv. roken op plaatsen waar een rookverbod geldt, zich op een verboden deel van het perron bevinden): 50 euro; |
• | overtreding van categorie 2 (bv. een trein op- of uitstappen wanneer het spoorwegpersoneel dat verboden heeft, graffiti spuiten op treinen): 100 euro; |
• | overtreding van categorie 3 (zwartrijden): 250 euro; |
• | overtreding van categorie 4 (vervoersbewijs vervalsen, stations vernielen, gewelddadig gedrag vertonen in een trein, parkeerovertredingen op stationsparkings): 300 euro. |
Bij herhaling binnen het jaar lopen die bedragen verder op. Vanaf de tiende overtreding binnen één jaar voorziet de wetgever in strafverzwaring: overtreders riskeren dan een gevangenisstraf van 15 dagen tot 6 maanden en een geldboete van 1.000 euro (of een van deze straffen).
Ook minderjarigen (vanaf 14 jaar) riskeren een administratieve geldboete, zij het tot maximum 175 euro.
Van vaststelling tot bestraffing
Daders die worden betrapt, krijgen een proces-verbaal van door de daartoe aangewezen ambtenaren met vaststellingsbevoegdheid (de agenten van de spoorwegpolitie, personeelsleden van HR-rail, personeelsleden van de veiligheidsdienst). In dit pv worden de feiten louter vastgesteld. Het wordt doorgestuurd naar de procureur des Konings en de ‘bestraffende beambte’. De procureur des Konings moet de bestraffende beambte binnen de 2 maanden laten weten dat er een opsporingsonderzoek of een gerechtelijk onderzoek is geopend of dat vervolgingen zijn ingesteld, of dat hij oordeelt het dossier zonder gevolg te moeten klasseren. In dit geval kan geen administratieve geldboete meer worden opgelegd.
De bestraffende beambte kan een administratieve geldboete opleggen na het verstrijken van deze termijn, of vóór het verstrijken van deze termijn zodra de procureur des Konings aan de bestraffende beambte heeft laten weten dat hij niet van plan is om de overtreding te vervolgen omdat het opleggen van een administratieve geldboete een meer geschikte maatregel is. Hij laat dit aan de overtreder weten via aangetekende brief.
De bestraffende beambte beschikt vanaf het pv over een termijn van één jaar om een administratieve geldboete op te leggen. Binnen deze periode kan de overtreder zich verweren, zijn dossier raadplegen en zich eventueel laten bijstaan door een advocaat.
De beslissing tot het opleggen van een administratieve geldboete heeft uitvoerbare kracht na het verstrijken van een termijn van een maand vanaf haar kennisgeving: tijdens die periode kan de betrokkene beroep instellen bij de politierechtbank. Minderjarigen kunnen terecht bij de familierechtbank. De opbrengst van de geldboete komt toe aan het bedrijf waarvan de bestraffende beambte afhangt.
Let op: onverminderd de hoofdstraffen en -sancties waarin de wet voorziet, kan de rechter een aantal bijkomende gerechtelijke straffen opleggen. Hij kan bijvoorbeeld de toegang tot het station voor 15 dagen tot een jaar ontzeggen aan personen die schuldig worden bevonden aan een overtreding van de
artikelen 327 tot 330 van het Strafwetboek (dreigen met een aanslag) gepleegd in een trein, een station of een aanhorigheid ervan.
Uitvoeringsbepalingen
Het systeem van de administratieve geldboete wordt op 1 november van kracht. De wet zal alleen van toepassing zijn op overtredingen die gepleegd werden na de inwerkingtreding ervan. De procedures die lopende zijn op het tijdsstip van de inwerkingtreding van de wet, blijven onderworpen aan de oude regels.
Er zijn nog een aantal uitvoeringsbepalingen nodig vooraleer er effectief kan worden gestart met het uitschrijven van boetes. Bijvoorbeeld: de selectie- en aanwervingsvoorwaarden van de vaststellende en bestraffende beambten moeten nog bij KB worden vastgelegd, net als hun opleidings- en kennisvereisten. De vaststellende beambten zullen een specifieke legitimatiekaart krijgen. Het model daarvan moet ook nog bij KB worden vastgelegd.