Een vraag? Een suggestie?
Tel.: 015 78 7600
Mail: klant.BE@wolterskluwer.com
Vul het formulier in


Verkeersvademecum 2023 (NIEUW)



In editie 2023 van het Verkeersvademecum werden alle wetswijzigingen verwerkt tot en met 1 december 2022. U kunt het boek meteen bestellen via onze webshop, waar u ook een overzicht vindt van de verwerkte wetswijzigingen.

Interventiezakboekje 2023 (NIEUW)



Het Interventiezakboekje 2023 bestaat uit 73 alfabetisch geordende fiches. Zij geven uitleg over de wettelijke en bestuurlijke aspecten van verschillende soorten interventies. U kunt het boek meteen bestellen via onze webshop.
 

Zakboekje strafrecht 2022



Het Zakboekje Strafrecht is een onmisbaar werkinstrument voor iedereen die beroepshalve met het strafrecht omgaat. Voor politieambtenaren onmisbaar om betrouwbare pv’s op te stellen. U kunt het boek meteen bestellen via onze webshop.

Wetboek wegverkeer en wegvervoer



Het Wetboek wegverkeer en wegvervoer bevat alle belangrijke verkeersgerelateerde wetteksten die van toepassing zijn in Vlaanderen. Daardoor is het boek een onmisbaar werkinstrument voor de dagelijkse politiepraktijk en tijdens de politionele opleidingen. U kunt het wetboek meteen bestellen via onze webshop.

Tot 20% korting op onze politiepublicaties

Wolters Kluwer heeft een uitgebreid gamma aan zakboekjes over politiethema's: o.a. verkeer, interventie, politiestatuut, strafrecht en milieuhandhaving. Bekijk het volledige aanbod in onze webshop en krijg tot 20% korting bij de aankoop van meerdere exemplaren voor uw korps of dienst.

Vlaamse regering voert facultatief pv, verplichte bekendmaking identiteit en hogere boetes voor milieu-inbreuken in (ontwerp van decreet)

Nieuws - 13/04/2018
-
Auteur 
Carine Govaert


De Vlaamse regering heeft vorige week een ontwerp van decreet neergelegd bij het parlement dat de handhaving van milieu-overtredingen aanscherpt. De ontwerptekst organiseert het toezicht op de toezichthouders, die op hun beurt toezicht houden op milieu-inbreuken en milieumisdrijven. De tekst geeft de toezichthouders een zekere marge om al dan niet een pv op te maken wanneer zij een inbreuk vaststellen. Ze maakt verzet tegen identiteitscontroles strafbaar. En ze schaft de opdeciemen op de bestuurlijke geldboetes af, maar trekt tegelijker tijd het bedrag van de boetes op…

Functie van toezichthouder

Het ontwerp van decreet bevat inderdaad héél diverse bepalingen. Zo bevat het ontwerp een definitie van het steeds belangrijker wordende begrip ‘milieuvoorschrift’. Het uniformiseert de termijnen in de milieucodex DABM (decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid) en de ruimtelijkeordeningscodex VCRO (Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening). Het preciseert dat alleen intergemeentelijke samenwerkingsverbanden mét rechtspersoonlijkheid, intergemeentelijke toezichthouders kunnen aanstellen, en zwakt de meldingsplicht voor de provincies en gemeenten af. Die moeten het gewest nog enkel op de hoogte brengen als één van hun toezichthouders zijn functie definitief neerlegt of als een toezichthouder meer dan 6 maanden afwezig is. Kleine afwezigheden en deeltijds werken moeten niet meer gemeld worden. De Vlaamse regering zal hierover nog een uitvoeringsbesluit publiceren.

Momenteel kunnen de gewestelijke toezichthouders maatregelen opleggen als de gemeentelijke toezichthouders zelf geen of geen adequate bestuurlijke maatregelen opleggen bij schending van de milieuregels. Het ontwerp geeft de gewestelijke toezichthouders die bevoegdheid ten aanzien van álle niet-gewestelijke toezichthouders, zodat het gewest in de toekomst ook kan ingrijpen als provinciale of intergemeentelijke toezichthouders hun controletaken niet ter harte nemen.

Facultatief pv mogelijk

Het decreetsontwerp zegt uitdrukkelijk dat toezichthouders, milieumisdrijven kúnnen vaststellen in een proces-verbaal. Zij zijn dat dus niet langer verplicht. Zij mogen dus een brief met een aanmaning versturen, zonder daarbij een pv op te stellen. Wettelijk gezien kon dat niet, maar in de praktijk gebeurde dat al.

Identiteitskaart tonen!

Belangrijk is de strengere aanpak bij identiteitscontroles. Als een gemeentelijke, intergemeentelijke, provinciale of gewestelijke toezichthouder (of gewestelijke milieuopsporingsambtenaar) een milieu-inbreuk of milieumisdrijf vaststelt, mag hij de identiteitspapieren opvragen van de vermoedelijke overtreder.

Die ‘vermoedelijke overtreder’ wordt vanaf nu trouwens consequent ‘diegene ten aanzien van wie de bestuurlijke maatregel is opgelegd’ genoemd. Wij houden het bij het kortere ‘de overtreder’ of de ‘vermoedelijke overtreder’.

Als die vermoedelijke overtreder dus geen identiteitskaart op zak heeft, mag hij zijn identiteit vanaf nu ook op andere manieren bewijzen.

Maar niet-meewerken aan een identiteitscontrole wordt een strafbaar feit. Momenteel mag een toezichthouder wel vrágen om de identiteitskaart te zien, maar als de betrokkene die niet toont, staan daar geen sancties op. Alleen politieagenten kunnen een sanctie opleggen aan personen die niet meewerken aan een identiteitscontrole. Maar dat verandert. Binnenkort kan het opzettelijk niet meewerken aan een identiteitscontrole door een toezichthouder, bestraft worden met een geldboete van 100 tot 100.000 euro, met een gevangenisstraf van 1 maand tot 1 jaar, of met een combinatie van beide straffen.

Dwangsom en ‘andere bestuurlijke maatregelen’

De regels op de bestuurlijke dwangsom uit de milieucodex worden overgeheveld naar het onderdeel over de bestuurlijke maatregelen. Dat betekent bijvoorbeeld dat burgemeesters, provinciegouverneurs en binnenkort ook alle toezichthouders een dwangsom kunnen opleggen. De Vlaamse regering zal in een uitvoeringsbesluit nog beschrijven wanneer en hoe dat moet gebeuren. Een uitvoeringsbesluit is volgens de decreetgever nodig om tot een ‘uniform, oordeelkundig en objectief gebruik’ te kunnen komen van dat financiële dwangmiddel.

Nog nieuw is dat de bestuurlijke maatregel en de dwangsom die daarop betrekking heeft, in éénzelfde beslissing zullen worden opgelegd. Dat moet het voor de overtreder overzichtelijk houden. Ofwel acht de administratie het dus van bij het begin nodig om een dwangsom op te leggen voor het geval de bestuurlijke maatregel niet zou worden nageleefd en legt zij beide maatregelen samen op in één beslissing. Ofwel stelt de administratie later vast dat een eerder opgelegde bestuurlijke maatregel zonder dwangsom (bv. een mondelinge bestuurlijke maatregel) niet wordt nageleefd en beslist zij om een nieuwe beslissing af te kondigen met een nieuwe bestuurlijke maatregel (dit keer schriftelijk) mét een dwangsom. Een dwangsom moet altijd schriftelijk opgelegd worden.

Wie beroep wil indienen, kan dat voortaan tegen alle bestuurlijke maatregelen samen, of tegen één of meerdere bestuurlijke maatregelen wanneer er een pakket aan maatregelen werd opgelegd.

De dwangsom volgt altijd de bestuurlijke maatregel waarbij ze hoort. Wordt er dus beroep aangetekend tegen een bestuurlijke maatregel onder last van dwangsom, dan wordt er automatisch ook beroep aangetekend tegen de dwangsom. Omgekeerd geldt dat niet. Het is dus perfect mogelijk om alleen beroep aan te tekenen tegen de dwangsom, maar niet tegen de bestuurlijke maatregel waaraan de dwangsom gekoppeld is. Maar het is niet mogelijk om alleen beroep aan te tekenen tegen een bestuurlijke maatregel waaraan een dwangsom gekoppeld is, zonder ook die dwangsom mee te nemen in het proces.

Het ontwerp voert ook kleine wijzigingen door in de beroepsprocedure. Zo vangt de beslissingstermijn bij een beroep tegen een bestuurlijke maatregel aan op de dag dat de beroepsindiener kennis geeft van zijn beroep, en niet meer op de dag dat de administratie het beroep zou moeten ontvangen hebben.

Verjaring van milieu-inbreuk of milieumisdrijf

Milieu-inbreuken en milieumisdrijven verjaren normaal gezien 5 jaar nadat er een verslag van vaststelling of proces-verbaal werd opgesteld. Daarna kunnen er geen bestuurlijke maatregelen meer opgelegd worden. Maar schendingen van de milieuregels kunnen heel lang verborgen blijven. Wat met een bodemvervuiling die pas na 30 jaar ontdekt wordt? Kan dan nog altijd een pv opgemaakt worden tegen de toenmalige vervuiler, met een verjaringstermijn van 5 jaar?

Toch niet. Het ontwerpdecreet bepaalt dat er voortaan een dubbele verjaringstermijn zal gelden. Een eerste bestuurlijke maatregel moet binnen de 5 jaar na het pv of verslag van vaststelling opgelegd worden. En er kunnen sowieso geen bestuurlijke maatregelen meer opgelegd worden 20 jaar na het plegen van de feiten.

Met die bijkomende termijn van 20 jaar probeert de overheid een evenwicht te vinden tussen enige vorm van rechtszekerheid voor de pleger aan de ene kant, en het feit dat sommige milieuschendingen zich pas na lange tijd manifesteren aan de andere kant.

‘Hogere’ geldboetes

Opmerkelijk: het ontwerp van decreet schaft de bepaling af dat een bestuurlijke geldboete vermeerderd wordt met de opdeciemen die van toepassing zijn op de strafrechtelijke geldboetes. En dit zowel in de milieucodex DABM als in de ruimtelijkeordeningscodex VCRO.

Dat betekent echter niet dat alle boetes in milieu- of RO-zaken nu opeens 8 maal lager worden. De decreetgever past daar een mouw aan.

De alternatieve bestuurlijke geldboete voor een milieumisdrijf kan momenteel oplopen tot 250.000 euro, vermeerderd met de opdeciemen. Dus maal 8. Omdat de opdeciemen geschrapt worden, wordt dit maximum eenmalig verhoogd met factor 8, waardoor de maximale alternatieve geldboete voortaan 2 miljoen euro zal bedragen.

De maximale exclusieve bestuurlijke geldboete voor een kleinere milieu-inbreuk wordt eveneens verhoogd, van 50.000 euro naar 400.000 euro.

Wel kan een bestuurlijke geldboete in de toekomst geheel of gedeeltelijk opgelegd worden met uitstel. Ook ambtshalve, en dus niet alleen op verzoek van de overtreder. Uitstel van tenuitvoerlegging is niet mogelijk bij een voordeelontneming.

Voorstel tot betaling van een geldsom

Vooraleer een alternatieve bestuurlijke geldboete op te leggen, kan de afdeling Handhaving van het departement Omgeving aan de vermoedelijke overtreder voorstellen om binnen een bepaalde termijn een bepaalde som te betalen, waardoor de hele procedure wordt stopgezet. Zo’n voorstel tot onmiddellijke betaling of ‘bestuurlijke transactie’ kennen de meesten van ons uit het verkeersrecht, maar het bestaat ook in het milieurecht.

In de milieucodex DABM staat dat zo’n geldsom nooit hoger mag zijn dan 2.000 euro. Dat maximum wordt echter geschrapt. De decreetgever vindt het voorstel tot betaling van een geldsom immers ’een performant en snel systeem’ en wil het gebruik ervan stimuleren. Vandaar dat de administratie voortaan een voorstel zal kunnen formuleren voor een combinatie van meerdere misdrijven of voor zwaardere feiten, waartegen dan uiteraard een ook hoger bedrag zal staan. De decreetgever laat het aan de discretionaire bevoegdheid van de gewestelijke beboetingsentiteit over om zelf de marges en maxima te bepalen.

Ook in het traject van de exclusieve bestuurlijke geldboete bestaat de mogelijkheid om een voorstel tot betaling van een geldsom te formuleren. En ook daar wordt het huidige maximum van 500 euro geschrapt.

GAS-boete of strafsanctie

De gemeenten kunnen voor kleinere vormen van openbare afvaloverlast, zoals zwerfvuil of sluikstorten, gemeentelijke administratieve sancties opleggen (GAS-boetes), van maximaal 350 euro.

In gemeenten die dat niet deden, kunnen die vormen van openbare overlast alleen bestraft worden met een geldboete van maximum 58 euro. Maar aangezien het hier om strafsancties gaat, geldt de vermenigvuldiging met factor 8 hier wél. En dus bedraagt het reële te betalen bedrag maximaal 464 euro.

De decreetgever stelt dan ook voor om dat bedrag te verlagen naar 43,75 euro. Dat moet dan wél maal acht gelezen worden. De maximumboete zal dan in de praktijk 350 euro bedragen. Net als bij de GAS-boete.

Tegen de zomer?

Het ontwerp van diversebepalingendecreet bevat geen specifieke datum van inwerkingtreding. Het zal dus 10 dagen na publicatie in werking treden. Maar eerst moet de ontwerptekst nog door het parlement geloodst worden. Vermoedelijk kan de definitieve tekst nog voor de zomervakantie in het Staatsblad verschijnen.

Bron: Ontwerp van decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en wijziging van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, Vlaams Parlement, Parl.St., nr. 1547 (2017-2018) – Nr. 1, 29 maart 2018.