Het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en Verbeurdverklaring (COIV) zal binnenkort grondig worden hervormd. De wet van 4 februari 2018 zorgt voor fundamentele wijzigingen in de algemene werking én de interne organisatie. Bedoeling is om tot een efficiënter beheer te komen van de in beslag genomen goederen en gelden in strafzaken, én een betere inning en doorstorting naar de Belgische overheid van de verbeurdverklaringen uitgesproken door de rechter. De hervorming heeft ook een impact op de politiediensten. Een aantal nieuwigheden hebben zelfs rechtstreeks betrekking op hun werking. We lichten ze kort even toe.
Takelen van in beslag genomen motorvoertuigen
Het COIV kan voortaan, via de gevorderde politiedienst, een takeldienst of een transporteur belasten met de overbrenging van in beslag genomen motorvoertuigen of andere vermogensbestanddelen naar de plaats waar ze worden gestald of verkocht. Nu moet de magistraat die het COIV opdroeg om een voertuig te vervreemden, zelf het initiatief nemen om het voertuigen te laten takelen.
De nieuwe manier van werken moet de procedure versnellen en vereenvoudigen. Voortaan zullen voertuigen al erg snel naar het magazijn van de FinShop kunnen worden overgebracht ter voorbereiding van de openbare verkoop.
Let wel, het COIV zal vooraf wel nog moeten overleggen met de magistraat die de vervreemding toestond, om te vermijden dat er parallelle opdrachten tot takeling zijn. Een telefoontje of e-mail waarin het COIV aankondigt dat het behoudens tegenbericht binnen een bepaalde termijn zelf het initiatief zal nemen tot takeling, volstaat.
Artikel 12 van de wet stelt letterlijk het volgende: ‘Na overleg met de magistraat die vervreemding toestond, kan het Centraal Orgaan een politiedienst vorderen om een takeldienst te belasten met de overbrenging van motorvoertuigen waarvan de vervreemding werd toegestaan naar de plaats waar het voertuig wordt gestald of verkocht. Het Centraal Orgaan kan op dezelfde wijze een transporteur belasten met de overbrenging van andere vermogensbestanddelen. De kosten verbonden aan deze overbrengingen zijn gerechtskosten. De directeur van het Centraal Orgaan begroot die kosten.’
Terbeschikkingstelling van inbeslaggenomen vermogensbestanddelen aan de politie
De procedure om inbeslaggenomen vermogensbestanddelen ter beschikking te stellen aan de federale politie na een beslissing tot vervreemding, wordt een pak eenvoudiger. Zowel op het niveau van het COIV als voor de politie. De directeur van het COIV heeft bijvoorbeeld niet langer het akkoord nodig van de magistraat die het COIV machtigde om het betrokken bestanddeel te vervreemden, om over te gaan tot terbeschikkingstelling.
Wat de politie betreft zien we dat de nieuwe regeling niet langer voorschrijft dat de politie het ter beschikking gestelde vermogensbestanddeel niet mag aanwenden op een manier die de bewijsvoering à charge of à décharge onmogelijk maakt. Het is immers logisch dat de technische en wetenschappelijke politie vooraf de nodige vaststellingen doet en sporenonderzoeken uitvoert. En het is evident dat alle maatregelen zijn genomen om het gebruik van het vermogensbestanddeel als bewijsmateriaal en de uitoefening van het recht op tegenspraak te waarborgen (bv. het fotograferen van het ter beschikking gestelde voertuig).
De wet stelt uitdrukkelijk dat de terbeschikkingstelling een facultatieve maatregel is. Als het betrokken vermogensbestanddeel een cruciaal bewijsstuk vormt in een strafzaak, is het dan ook aangewezen dat de directeur van het COIV niet overgaat tot de terbeschikkingstelling ervan.
De bepalingen zijn voorwerp van artikel 17 van de Hervormingswet: ‘De directeur van het Centraal Orgaan kan, voor de duur die hij bepaalt, het vermogensbestanddeel dat het voorwerp heeft uitgemaakt van een uitvoerbare beslissing tot vervreemding ter beschikking stellen van de federale politie, onder de volgende voorwaarden:
• | het vermogensbestanddeel is hetzij eigendom van de verdachte of de inverdenkinggestelde, of de eigenaar ervan kan niet binnen een redelijk tijdsbestek worden geïdentificeerd of bereikt, hetzij ter beschikking gesteld van een criminele organisatie (bedoeld in artikel 324bis van het Strafwetboek) of van de vermoedelijke plegers van de misdrijven bedoeld in artikel 90ter, §§ 2, 3 en 4, van het Wetboek van strafvordering; |
• | het vermogensbestanddeel is in beslag genomen tijdens een gerechtelijk onderzoek of een opsporingsonderzoek naar strafbare feiten die gepleegd zijn in het kader van een criminele organisatie, bedoeld in artikel 324bis van het Strafwetboek, of naar de misdrijven bedoeld in artikel 90ter, §§ 2, 3 en 4, van het Wetboek van strafvordering; |
• | de politie gebruikt het vermogensbestanddeel als een goede huisvader in het raam van haar werking die ertoe strekt de hierboven vermelde misdrijven te bestrijden of te voorkomen; |
• | de politie beschikt nog niet, of in onvoldoende mate over soortgelijke vermogensbestanddelen en het ter beschikking gestelde vermogensbestanddeel is nuttig voor de werking. De directeur van COIV brengt zijn beslissing ter kennis van de magistraat die de toelating heeft verleend voor de vervreemding van het ter beschikking gestelde vermogensbestanddeel’. |
De laatste bepaling mag niet te restrictief worden opgevat want dit zou de wet uithollen. Zo vormt bijvoorbeeld het feit dat een politiedienst al kan beschikken over een budget om het vastgelegde aantal dienstvoertuigen aan te kopen of te leasen geen beletsel voor de terbeschikkingstelling van bijkomende voertuigen. Wat primeert is de vaststelling dat het wagenpark van de politie niet is aangepast aan de noden van het terrein. Dus als het ter beschikking gestelde voertuig effectief kan worden ingezet voor de bestrijding van de in de wet bedoelde misdrijven, dan is er voldaan aan de wettelijke voorwaarden.
Conform de nieuwe wet mag de Directeur-generaal van de gerechtelijke politie (of zijn afgevaardigde) het in beslag genomen vermogensbestanddeel dat ter beschikking gesteld is van de federale politie onder bepaalde voorwaarden ter beschikking stellen van de lokale politie. Het vermogensbestanddeel mag echter niet ter beschikking worden gesteld van de centrale of gedeconcentreerde gerechtelijke dienst of van de politiezone van de lokale politie die het betrokken vermogensbestanddeel in beslag heeft genomen.
De COIV-directeur is verplicht om vóór het vermogensbestanddeel in gebruik wordt genomen door de politiedienst, een beschrijving van de staat van het goed opmaken en bepaalt de waarde ervan. Bij de beëindiging van de terbeschikkingstelling laat hij een nieuwe beschrijving van de staat met een nieuwe waardebepaling opmaken.
Bijstand aan gerechtelijke overheden
De regels voor de bijstand aan gerechtelijke overheden zijn grotendeels ongewijzigd. Al preciseert de Hervormingswet dat voortaan ook advies mogelijk is. Bovendien wordt de actieradius van het COIV formeel uitgebreid tot de ondersteuning van de politiediensten en de FOD Financiën. De wetgeving bevestigt hier gewoon een praktijk die al langer wordt toegepast.
Herinner dat een interventie van het COIV kan bestaan uit het geven van informatie over de wetgeving of het ter beschikking stellen van formulieren (bv. confiscatieformulier) en modellen. Het COIV kan een beroep doen op derden en met hen overeenkomsten sluiten, bijvoorbeeld om het advies van een expert of specialist in een technische materie in te winnen.
Ook Calog inzetbaar bij COIV
De Hervormingswet voert de mogelijkheid in leden van het administratief en logistiek kader (Calog) ter beschikking te stellen van het COIV. Nu is dit beperkt tot leden van het operationeel kader. Er wordt evenwel aangeraden om alleen politieambtenaren met ervaring in recherchewerk in te zetten om de rangen van het COIV te versterken.
Terbeschikkingstelling van illegale in beslag genomen goederen voor opleiding politie
Als alternatief voor onmiddellijke vernietiging kunnen inbeslaggenomen illegale goederen voortaan ter beschikking worden gesteld aan politiediensten en wetenschappelijke instellingen (bv. het NICC) voor didactische of wetenschappelijke doeleinden of voor de studie van relevante criminele fenomenen. De goederen kunnen ook ter beschikking worden gesteld aan een politiedienst in een welbepaald dossier, om ze te kunnen gebruiken voor de voorbereiding en de uitvoering van opsporingshandelingen (art. 40 Hervormingswet).
De beslissing hiertoe wordt genomen door de procureur des Konings. Tijdens de duur van het gerechtelijk onderzoek is de instemming van de onderzoeksrechter nodig. Er wordt hierbij benadrukt dat de terbeschikkingstelling aan politiediensten alleen kan gebeuren ten aanzien van speciaal opgeleide eenheden bij de federale politie.
Opleidingsdoelen en wetenschappelijke doelen moet altijd duidelijk onderscheiden worden van het gebruik van de goederen in een specifieke zaak. Als er bijvoorbeeld aan de terbeschikkingstelling wordt gedacht van inbeslaggenomen drugs, maar slechts een deel effectief gebruikt wordt voor wetenschappelijk onderzoek, dan moet de rest zoals voorheen worden vernietigd.