Nieuwe regularisatieperiode in 2018
Tussen 2006 en 2008 werd al eens zo’n regularisatieperiode georganiseerd. Met groot succes want er zijn toen ongeveer 200.000 wapens aangegeven. De eigenaars ervan hebben een vergunning gekregen of de wapens zijn geneutraliseerd of vernietigd. Desondanks circuleren er op dit moment nog tienduizenden onbekende vuurwapens in ons land. Die vormen in diverse opzichten een mogelijk gevaar voor de openbare veiligheid. Het is van cruciaal belang dat de overheid, en dan vooral de gerechtelijke instanties en de veiligheidsdiensten weten wie een vuurwapen heeft om gepast te kunnen reageren, bijvoorbeeld bij huiszoekingen.
De wetgever heeft dan ook beslist om burgers opnieuw de kans te geven om deze wapens aan te geven, in ruil voor een vrijstelling van strafrechtelijke vervolging. In 2018 kunnen ze een vergunning aanvragen, de wapens verkopen, ze laten neutraliseren of er afstand van doen. Wie deze allerlaatste kans niet grijpt en geen aangifte doet, riskeert een gevangenisstraf van 1 maand tot 5 jaar en een geldboete van 100 tot 25.000 euro (of 1 van deze straffen).
De wetgever creëert alvast een basis voor deze regularisatieperiode. Er is echter nog een KB nodig met specifieke details én een concrete datum van inwerkingtreding! Die staat immers niet in de wet. De wetgever geeft wel een deadline mee: uiterlijk op 1 maart 2018 moet het startschot zijn gegeven. Nu is ook al duidelijk dat aangiftes gedaan na 31 december 2018, onontvankelijk zullen zijn.
Geen vrije verkoop meer van kogelladers
Maar de hervorming stopt niet bij de invoering van een nieuwe regularisatieperiode. De wetgever komt nog met een pak andere nieuwigheden.
In eerste instantie wordt een belangrijke lacune in de Wapenwet weggewerkt: volgens de huidige bepalingen kan immers iedereen zonder enige beperking kogelladers kopen. Een belangrijke tekortkoming die opdook tijdens een terreuronderzoek: criminele handlangers konden zich blijkbaar op een perfect legale manier bij wapenhandelaars bevoorraden van laders voor automatische geweren. En dat kan niet de bedoeling zijn. De bepaling wordt daarom aangepast: binnenkort zullen kandidaat-kopers een geldige wapenvergunning moeten voorleggen, alvorens ze kogelladers kunnen kopen voor de wapens die ze bezitten. Let wel, wapenbezitters zullen niet massaal een afzonderlijke vergunning voor laders moeten gaan aanvragen: de wettige titel voor wapenbezit zal volstaan voor het bezit van de bijhorende laders (op enkele zeer beperkte uitzonderingen na).
Maar ook deze bepaling vereist een uitvoeringsbesluit. Het is immers nog niet duidelijk vanaf wanneer de nieuwe regels zullen gelden. De wetgever legt wel een deadline op: 1 januari 2019. De nieuwe procedure kan dus vroeger in werking treden, mét overgangsbepalingen.
Nieuwe criteria voor aanvraag wapenvergunning
De criteria om een wapenvergunning te krijgen, worden aangepast: in sommige gevallen wordt het moeilijker om een vergunning te krijgen, in andere stelt de wetgever zich voortaan soepeler op.
Vanaf 22 januari 2018 zijn aanvragen voor een wapenvergunning of een vergunning als wapenhandelaar onontvankelijk wanneer ze afkomstig zijn van personen die veroordeeld zijn tot een correctionele hoofdgevangenisstraf van 5 jaar of meer of van personen die als dader of medeplichtige veroordeeld zijn wegens een van de misdrijven uit Boek II, titels
Ibis (genocide) en
Iter (terroristische misdrijven) van het Strafwetboek of van personen die geïnterneerd zijn, geen wapenvergunning of vergunning als wapenhandelaar meer aanvragen. Conform de huidige bepalingen zijn aanvragen van personen die veroordeeld zijn voor ‘een criminele straf’ onontvankelijk. Maar door de
wet van 5 februari 2016 zijn alle misdaden correctionaliseerbaar geworden waardoor de term ‘criminele straf’ niet meer alle zwaarwichtigste misdrijven dekt.
De wetgever vult trouwens ook de lijst aan met veroordelingen die automatisch leiden tot een onontvankelijke aanvraag. Wie veroordeeld wordt als dader of mededaders wegens één inbreuken op volgende bepalingen ziet zijn aanvraag meteen in de prullenbak verdwijnen:
• | |
• | de nieuwe bepalingen inzake externe beveiliging van kernmateriaal en ander radioactief materiaal (art. 488ter tot 488quinquies Strafwetboek); |
• | |
• | het samenwerkingsakkoord betreffende de chemische wapens en de gewestelijke decreten over de invoer, uitvoer, doorvoer en overdracht van civiele wapens en defensiegerelateerde producten. |
Maar de wetgever stelt zich vanaf dezelfde dag soepeler op ten aanzien van mensen die veroordeeld zijn wegens misdrijven waarvoor de rechter slechts een lage geldboete heeft opgelegd (maximum 500 euro, ongeacht welk deel van die boete effectief of met uitstel is opgelegd en zonder rekening te houden met opdeciemen). het is ‘onevenredig’ dat een veroordeling tot zo’n lage straf ertoe leidt dat de overtreder van rechtswege en voor altijd (behoudens eerherstel) wordt belet wapenhandelaar, verzamelaar of tussenpersoon te zijn. Zij kunnen vanaf 22 januari probleemloos een aanvraag indienen. De gouverneur kan deze dossiers wel nog steeds ten gronde onderzoeken en kan erkenningen weigeren als hij een gevaar voor de openbare orde vaststelt.
In het verlengde daarvan worden ook de criteria versoepeld die gelden om als particulier een vergunningsplichtig wapen voorhanden te hebben. Wie veroordeeld wordt tot een correctionele geldboete van 500 euro of minder, een werkstraf of een autonome probatiestraf, kan in tegenstelling tot vroeger nog steeds een wapen voorhanden hebben. Maar let wel, de gouverneur heeft ook hier de mogelijkheid om te weigeren. De nieuwe regeling geldt niet voor terrorisme en genocide.
Verlengde minderjarigheid
Tegen 1 september 2019 dooft de rechtsfiguur van verlengde minderjarigheid uit. Deze groep moet dus vanaf die datum worden geschrapt uit de Wapenwet. In plaats daarvan wordt een onbekwaamverklaring voorzien. De vrederechter zal zich voortaan, bij het bevelen van een beschermingsmaatregel, moeten uitspreken over de bekwaamheid van een persoon om het beroep van wapenhandelaar, - verzamelaar of tussenpersoon uit te oefenen. Hiervoor wordt trouwens ook het Burgerlijk Wetboek aangepast.
Nieuwe voorwaarden voor jagers die wapen uitlenen
Houders van een jachtverlof, een sportschutterslicentie en een vergunning tot het voorhanden hebben van een vuurwapen mogen aan elkaar vuurwapens uitlenen. In de toekomst gebeurt dat onder nieuwe voorwaarden: uitlenen wordt bijvoorbeeld beperkt tot 6 maanden. Bovendien zal iedere keer dat een wapen voor een periode langer dan een maand wordt uitgeleend, aangifte moeten worden gedaan bij de politiediensten of de bevoegde gouverneur. De wetgever wordt dus wat strenger.
Maar er zijn ook versoepelingen om makkelijker een wapen voor een erg korte periode uit te lenen (bijvoorbeeld voor een schiettest).
Heel wat nieuwigheden op dit gebied. Die evenwel nog niet in werking treden. Een uitvoeringsbesluit zal meer duidelijkheid brengen.
Wapenbeurzen
De Koning krijgt de mogelijkheid om de voorwaarden vast te leggen op basis waarvan de minister van Justitie wapenbeurzen kan toelaten.
Bestraffing
Bepaalde inbreuken die begaan zijn door particulieren worden voortaan lichter bestraft dan inbreuken gepleegd door personen erkend als wapenhandelaar of tussenpersoon. De wetgever acht dat gepast wegens hun hoedanigheid en het grote aantal wapens dat ze op grond van hun erkenning voorhanden kunnen hebben. Het gaat onder meer over overtredingen met betrekking tot de documenten die de uitlener en de ontlener van een wapen moeten kunnen voorleggen en de veiligheidsvoorwaarden waaraan het opslaan, het vervoer, het voorhanden hebben en het verzamelen van wapens of munitie onderworpen zijn.
Maar let op, in geval van kwaad opzet of bijzondere herhaling geldt voortaan een hogere bestraffing.