Op 10 november 2017 treedt de nieuwe Basiswet Private en Bijzondere Veiligheid in werking. Een sterk vereenvoudigde, meer leesbare tekst aangepast aan de steeds toenemende professionalisering van de sector. De wettekst houdt ook rekening met de nieuwe rol voor de sector naar aanleiding van het debat over de kerntaken van de politie.
De nieuwe kaderwet telt 278 artikels met basisregels. Slechts voor een aantal specifieke domeinen – zoals de regels die de bevoegdheden van de privésector afbakenen – zijn een aantal details neergeschreven. De komende maanden zullen dus nog een pak Koninklijke en ministeriële besluiten ten uitvoer worden gelegd.
Sectoren
De wet is van toepassing op:
• | de private bewaking; |
• | de veiligheidsdiensten van openbare vervoersmaatschappijen; |
• | de maritieme veiligheid; |
• | de adviesverlening inzake veiligheid; |
• | de installatie/conceptie/onderhoud/herstelling van alarmsystemen om misdrijven tegen personen of –onroerende goederen te voorkomen; |
• | de installatie/conceptie/onderhoud/herstelling van camerasystemen; |
• | de opleidingsinstellingen van de private veiligheid. |
De tekst bevat voor elk van deze sectoren een aantal werkingsprincipes, personeelsbepalingen en opleidingsvereisten.
13 private bewakingsactiviteiten
De sector van de private bewaking krijgt er een aantal taken en bevoegdheden bij. Meer bewegingsvrijheid dus. Maar die ruimte zal voortaan wel strenger gecontroleerd worden door de overheid én er gelden striktere kwaliteitsgaranties, zoals diepgaande screenings en uitgebreide opleidingen.
Voor de toepassing van de wet zullen in totaal 13 activiteiten als ‘bewakingsactiviteiten’ worden gezien. Van de 8 bestaande activiteiten werden er 7 behouden: goederenbewaking, vaststelling van materiële feiten, begeleiding van groepen personen in het verkeer, beheer van alarmcentrales, bescherming van personen, beveiligd vervoer en gelinkte activiteiten en de persoonscontrole. Maar de goederenbewaking en persoonscontrole zijn verder onderverdeeld in statische bewaking, mobiele bewaking/interventie na alarm, evenementenbewaking, winkelinspectie, bewaking uitgaansmilieu en andere persoonscontrole. Op die manier kan beter rekening worden gehouden met het specifieke karakter van deze activiteiten.
De begeleiding van het uitzonderlijk vervoer is weggevallen. Bij de laatste staatshervorming werd deze bevoegdheid immers overgedragen aan de gewesten. Maar de wet bevat ook een aantal nieuwe bewakingsdomeinen:
• | sweepings (preventief doorzoeken van roerende of onroerende goederen bij het opsporen van wapens, drugs, spionageapparatuur of explosieven); |
• | de levering van technische veiligheidsmiddelen (drones, commandovoertuigen, speurhonden, mobiele televisiecamerasystemen) met operatoren. |
Concreet geeft dit het volgende overzicht:
1. statische bewaking van roerende of onroerende goederen;
2. mobiele bewaking van roerende of onroerende goederen en interventie na alarm;
3. beveiligd vervoer:
— toezicht en/of bescherming bij het vervoer, geheel of gedeeltelijk op de openbare weg, van goederen;
— vervoer, geheel of gedeeltelijk op de openbare weg, van geld of van door de Koning bepaalde goederen, andere dan geld, die omwille van hun kostbaar karakter of hun bijzondere aard aan bedreiging onderhevig zijn;
— beheer van een geldtelcentrum;
— bevoorrading van biljettenautomaten, bewaking bij werkzaamheden aan biljettenautomaten en onbewaakte werkzaamheden aan biljettenautomaten opgesteld buiten bemande kantoren, indien er toegang mogelijk is tot de geldbiljetten of geldcassettes;
4. beheer van een alarmcentrale;
5. bescherming van personen;
6. winkelinspectie;
7. evenementenbewaking: elke vorm van statische bewaking van de goederen, van toezicht op en controle van het publiek met het oog op het verzekeren van het veilig en vlot verloop van evenementen;
8. bewaking uitgaansmilieu: elke vorm van statische bewaking, controleren toezicht op het publiek in plaatsen, behoren tot het uitgaansmilieu;
9. sweepings: het doorzoeken van roerende of onroerende goederen naar spionageapparatuur, wapens, drugs, explosieve stoffen, stoffen die voor de aanmaak van explosieve stoffen kunnen aangewend worden of andere gevaarlijke voorwerpen;
10. verrichten van vaststellingen, die uitsluitend betrekking hebben op de onmiddellijk waarneembare toestand van goederen die zich bevinden op het openbaar domein, in opdracht van de bevoegde overheid of van de houder van een overheidsconcessie;
11. begeleiding van groepen van personen met het oog op de verkeersveiligheid;
12. bediening van de door de Koning bepaalde technische middelen die met het oog op het verzekeren van de veiligheid aan derden ter beschikking worden gesteld;
13. toezicht op en de controle van personen met het oog op het verzekeren van de veiligheid op al dan niet publiek toegankelijke plaatsen, dat niet valt onder winkelinspectie, statische bewaking van goederen en bewaking uitgaansmilieu.
Aangepaste werkingsprincipes
De nieuwe wet voert heel wat nieuwe werkingsprincipes in. Ten aanzien van bewakingsondernemingen- en diensten in het algemeen, maar ook meer specifiek voor de leidinggevenden, uitvoerenden, commerciële medewerkers, lesgevers, cursuscoördinatoren en het administratief en logistiek bewakingspersoneel. De tekst heeft bovendien bijzondere aandacht voor de verdeling van taken en bevoegdheden tussen de politie en de bewakingssector.
Hieronder stippen we een aantal kernelementen aan:
• | voortaan geldt voor àlle personeelscategorieën (en niet alleen de leidinggevenden) de vereiste om geen criminele of correctionele straf te hebben opgelopen (met uitzondering van straffen wegens verkeersinbreuken); |
• | een functie in een onderneming of interne dienst die vergund is voor de activiteit ‘bewaking uitgaansmilieu’ is onverenigbaar met een functie in een andere onderneming of een andere dienst; |
• | de regel dat de leden van de politie- en de inlichtingendiensten gedurende 5 jaar geen functie in de sector private veiligheid mogen uitoefenen, is versoepeld: de periode werd beperkt tot 3 jaar en geldt – wat de politiediensten betreft – alleen wanneer er sprake is van een bedreiging voor de Staat of de openbare orde; |
• | de leeftijdsvereiste voor leidinggevenden en uitvoerend personeel wordt gelijkgetrokken: voor beide categorieën geldt nu een minimum van 18 jaar oud; |
• | het administratief en ondersteunend personeel van een bewakingsfirma of interne dienst kan voortaan in de hoedanigheid van privédetective een intern onderzoek voeren; |
• | er zullen nieuwe, meer gedetailleerd functieprofielen worden ingevoerd; |
• | opleidingen moeten voortaan erkend zijn door een externe inspectie- of certificatie instelling; |
• | meer personeel (bv. commerciële medewerkers) zullen over en identificatiekaart moeten beschikken. Er zullen ook tijdelijke kaarten kunnen worden uitgereikt, bijvoorbeeld voor stages; |
• | behalve in een aantal uitzonderingsgevallen (bv. beheer van een alarmcentrale, beheer van een geldtelcentrum, lijfwachten of winkelinspecteurs) zijn bewakingsagenten voortaan verplicht om een uniform te dragen met een Vigilis-embleem; |
• | de bewakingsagenten hebben voornamelijk een preventieve rol. De mogelijkheid om geweld en dwang te gebruiken of andermans vrijheid te beperken blijft dus in principe voorbehouden aan de agenten van het openbaar gezag (de wet bepaalt uitdrukkelijk de uitzonderingen op deze regel); |
• | toezicht op de openbare weg in principe voorbehouden is aan actoren van de openbare veiligheid (politie, gemeenschapswachten, enz.). Alleen in de bij wet omschreven gevallen mogen ook bewegingsactiviteiten op de openbare weg worden uitgevoerd. Met in de toekomst 3 nieuwe bevoegdheden: het bekijken van beelden van de openbare weg, persoonscontrole in goed afgebakende zones van een gemeente en het besturen van technische middelen op de openbare weg; |
• | bewakingsagenten hebben geen enkele gerechtelijke bevoegdheid. Ze hebben geen mogelijkheden tot huiszoeking of inbeslagneming. Ze mogen uitsluitend onmiddellijk waarneembare situaties vaststellen zonder onderzoeken te voeren of sancties op te leggen; |
• | de private veiligheidsondernemingen en hun personeel moeten beschikken over de voorafgaande machtiging van de minister van Binnenlandse Zaken om hun activiteiten uit te oefenen. Ze kunnen het voorwerp zijn van controles door de politie en de inspecteurs ‘private veiligheid’. |
Adviesraad
De federale regering wil een Adviesraad Private Veiligheid oprichten binnen de FOD Binnenlandse Zaken. Met daarin alle betrokken overheden, sectoren en de politiediensten. Bedoeling is dat op een gecoördineerde manier vorm wordt gegeven aan de verdere uitvoering van de wet en om advies te geven over het toekomstige beleid ter zake.
Zo’n algemene adviesraad is nieuw. In het verleden werd immers steeds gewerkt met commissies die de minister van Binnenlandse Zaken advies gaven.
De oprichting van de Adviesraad is – net als de meeste andere elementen van de wet – voer voor een uitvoeringsbesluit.
In werking…
De wet van 2 oktober 2017 bevat geen specifieke datum van inwerkingtreding. De bepalingen worden dus volgens de algemene regel van kracht, 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad. Dat is 10 november 2017. Op dat moment wordt de wet van 10 april 1990 opgeheven.
Om de rechtszekerheid te garanderen, gelden uiteraard heel wat overgangsbepalingen. Zo blijven bijvoorbeeld de vergunningen die op basis van de oude wet zijn uitgereikt aan bewakingsondernemingen en interne bewakingsdiensten, nog gelden tot op de vervaldatum. Dat geldt ook voor de reeds uitgereikte identificatiekaarten.